Schrijven 3 Spelling

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst...
--> Zet je camera aan, dan doe je namelijk actiever mee met de les en leer je meer.
--> Werk met een gedeeld scherm: split screen. Op die manier kun je meedoen met de Lessonup.
--> Voeg de code van de Lessonup in.

Aanwezigheid = camera aan en meedoen aan Lessonup!!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren en doen?

Je gaat de spellingregels van de tegenwoordige tijd en de verleden tijd herhalen en toepassen in een dictee.
Vervolgens gaan we de voltooide tijd en het bijvoeglijk naamwoord herhalen.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Dictee
Je gaat luisteren naar 5 zinnen. In elke zin moet je een woord opschrijven. Deze moet je proberen om foutloos te schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Lister naar je docent en schrijf het woord op dat wordt herhaald.

Slide 7 - Open vraag

Lister naar je docent en schrijf het woord op dat wordt herhaald.

Slide 8 - Open vraag

Lister naar je docent en schrijf het woord op dat wordt herhaald.

Slide 9 - Open vraag

Lister naar je docent en schrijf het woord op dat wordt herhaald.

Slide 10 - Open vraag

Lister naar je docent en schrijf het woord op dat wordt herhaald.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Woorden die vaak beginnen met: Ge, Be, Ver
Bijvoorbeeld: 
Ik heb GEwerkt
Ik heb GEdanst
Ik heb GEgeten

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf ik een vd?
Probeer het woord langer te maken? 
Gewerkt --> Gewerkte --> dus een t op het eind
Verveeld --> Verveelde --> dus een d op het eind

Moeilijk om te horen? Gebruik KoFSCHiPTaXi
-en eraf halen (vervelen)
- l, niet in KoFSCHiPTaXi --> nee = d

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ander woord:
mooie schoenen
leuk meisje
coole auto

Slide 15 - Tekstslide

Hoe schrijf ik een bijv.nw?
Schrijf een bijv.nw altijd zo kort mogelijk. Let wel op de uitspraak van het woord.

Voorbeeld: 
de gebluste brand (1x een t)
de verlate trein (1x een a en 1x een t)
de geredde man (hier wel 2x een d anders staat er gerede man

Slide 16 - Tekstslide

Nu zelf!       Basis-lln

1. Ga naar je digitale boek Nederlands: Som, leermiddelen, op niveau.
2. Ga naar blok 2 Spelling
3. Maak opdracht 1 t/m 6


Nu zelf!          Kader-lln 

1. Ga naar je digitale boek Nederlands: Som, leermiddelen, op niveau.
2. Ga naar blok 1 Spelling
3. Maak opdracht 1 t/m 3

Slide 17 - Tekstslide