Spelling,paragraaf 3,tussenletters, les 1

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
, jas aan de kapstok.
Op tafel: Leesboek, lesboek, schrift, pen, laptop (dicht)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
, jas aan de kapstok.
Op tafel: Leesboek, lesboek, schrift, pen, laptop (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
  • Lezen/nakijken
  • instructie
  • zw
  • evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les gebruik ik de juiste tussenletters in samenstellingen.

Slide 3 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Instructie
Je kunt een nieuw woord maken door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken. Dit is een samenstelling
De woorden in een samenstelling kun je vaak gewoon aan elkaar vast schrijven, maar dit kan niet altijd. Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
Gebruik -en-

als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: roos + geur = rozengeur.
Meervoud van roos is rozen

Slide 7 - Tekstslide

Let op: gebruik geen -en- als het eerste woord

  • een meervoud op -s heeft: garages, dus: garagebedrijf.
  • een meervoud op -en én -s heeft: groenten en groentes, dus: groentesoep.
  • iets is waarvan er maar één is, zoals ‘zon’ of ‘maan’: zonnescherm.
  • een versterkende betekenis heeft: apetrots, reuzesterk




Slide 8 - Tekstslide

Tussenletter -e-
  • Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is

vb. Zon = zonnestelsel, Koningin = Koninginnedag


  • Het eerste woord is versterkend

vb. Apetrots = heel trots, beresterk = heel sterk


  • Het eerste woord heeft een mv op -en en op -s

vb. Groente = groentes & groenten -> groentesoep

Slide 9 - Tekstslide

Instructie

Gebruik -s-
  • als je de -s- hoort: beroepsvoetballer, lievelingskleur.

  • Vervang het tweede woord als dat woord met een -s begint. Je hoort dan of je een tussen-s moet gebruiken: varkensstal, want varkensvlees.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Zelfstandig aan het werk B/K
Wat
Spelling, bl.194 , paragraaf 3
tussenletters, opdracht 1 t/m 5.
Hoe
1. geluidsniveau= stil    (10 min)
2.geluidsniveau= fluisteren (10 min)
Hulp
vraag /hand opsteken 
Tijd
20 minuten 
uitkomst
 niet af = huiswerk voor volgende les
Klaar
maak de oefentoets/     maak de puzzel /
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Dat was het!
Tot de volgende keer :-)


op je eigen plek, rustig wachten op de bel

Slide 13 - Tekstslide

Welke is goed geschreven?
A
Herderhond
B
Herdershond

Slide 14 - Quizvraag

Welke is goed geschreven?
A
Boerserf
B
Boerenerf

Slide 15 - Quizvraag

Welke is goed geschreven?
A
Kettingslot
B
Kettingsslot

Slide 16 - Quizvraag

Welke is goed geschreven?
A
bezoekerscentrum
B
bezoekercentrum

Slide 17 - Quizvraag

Tot de volgende les!

Slide 18 - Tekstslide

Toepassen
pannenkoek – soepgroente – boomstam – vakslager – zuurkool – puntneus.

Als je de samenstellingen verwisselt, krijg je dan dezelfde woorden?

Slide 19 - Tekstslide

ZW
Jullie gaan aan het werk in Nieuw Nederlands, digitaal. Je gaat naar Hoofdstuk 5 - Taalverzorging / tussenletters. 
Je maakt deze les opdracht 1 t/m 4 helemaal af. 

Let goed op jouw score!! Pas wanneer je 80% of hoger scoort, ken je de lesstof goed. 
Klaar?    -  puzzel - ander vak - lezen
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide