T1 oefentoets

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Planning

• Digitale methode
• Oefentoets maken
• Klassikaal vragen maken

Biologie voor jou online

Kader:  661255 (Bram Betsema, Sharon & Esmée)

Basis: 516576 (Demi)

In de afbeelding is een aantal organen in de borst- en buikholte van een man weergegeven. Van welke twee orgaanstelsels zijn delen in de buikholte getekend?

1. van het uitscheidingsstelsel en van het verteringsstelsel
2. van het uitscheidingsstelsel en van het voortplantingsstelsel
3. van het verteringsstelsel en van het voortplantingsstelsel

In de afbeelding is schematisch de romp van een man weergegeven. Welke letter geeft het gebied in de romp aan waarin de nieren zich bevinden?

1. P
2. Q
3. R
4. S

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje. De letters P en Q geven twee cellen aan. Behoren cel P en cel Q tot hetzelfde soort weefsel?

1. Ja, ze liggen tegen elkaar aan
2. Ja, ze hebben dezelfde vorm
3. Nee, ze hebben een andere bouw en functie

Hiernaast zie je de romp van een mens. Aan de bovenkant zie je een dwarsdoorsnede. Hoe heet orgaan Q?

Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?

1. in het cytoplasma
2. in de celkern
3. in de vacuole
4. tegen de celwand aan

Wat is een orgaanstelsel?

1. Darmen
2. Longen
3. Skelet
4. Ruggenmerg

In de foto hierboven is in een model een aantal organen in de buik- en borstholte te zien. Welke letter geeft de lever aan?

1. p
2. q
3. r
4. s

Je krijgt de opdracht om een cel met bladgroen te bekijken en te tekenen. Welk preparaat kun je hiervoor gebruiken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Je krijgt de opdracht om een weefsel te bekijken en te tekenen. Welk preparaat kun je hiervoor gebruiken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

In de afbeelding geeft de letter R het orgaan aan dat de borstholte van de buikholte scheidt.
Geef de naam van dit orgaan.

Met welk onderdeel van de microscoop regel je de hoeveelheid licht door de lens?

Welke letter geeft een deel van het blad aan dat uit één soort weefsel bestaat?

1. p
2. q
3. r

Welk onderdeel komt niet voor in een dierlijke cel?

1. celkern
2. celmembraan
3. celwand
4. kernmembraan

Met welke letter wordt de slokdarm aangegeven?

1. p
2. q
3. r

Het oculair vergroot 15x, het objectief 20x. Wat is de totale vergroting van de microscoop?

1. 35x
2. 20x
3. 300x
4. 5x

Welke letter geeft een deel aan waarin fotosynthese optreedt?

1. q
2. r
3. s
4. t

Welke uitspraak over de mitose is juist?

1. Er worden geslachtscellen gevormd
2. Er worden cellen gevormd met evenveel chromosomen
3. Er worden cellen gevormd met het dubbele aantal chromosomen
4. Er worden cellen gevormd met de helft van het aantal chromosomen

Een cel gaat delen. In welk antwoord staan de stappen in de juiste volgorde als een cel gaat delen?

1. plasmagroei - celdeling - kerndeling
2. kerndeling - plasmagroei - celdeling
3. celdeling - kerndeling - plasmagroei
4. kerndeling - celdeling - plasmagroei

Chromosomen bestaan uit DNA en ...............

Hoe wordt het kwijtraken van afvalstoffen door een organisme in de biologie ook wel genoemd?

Welke cellen van de mens bevatten geen 46 chromosomen?

1. huidcellen
2. geslachtscellen
3. darmcellen
4. spiercellen

Zet de nummers van onderstaande afbeelding in de juiste volgorde van de mitose:

1. 21453
2. 21435
3. 21543
4. 21534

De maag van een mens is een.....

1. cel
2. weefsel
3. orgaan
4. organenstelsel

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en ...................?

Waar staan de onderdelen van een onderzoek in de juiste volgorde?

1. onderzoeksvraag - veronderstelling - werkplan - waarnemingen - resultaten - conclusie
2. veronderstelling - onderzoeksvraag - werkplan - resultaten - waarnemingen - conclusie
3. onderzoeksvraag - veronderstelling - werkplan - resultaten - waarnemingen - conclusie
4. onderzoeksvraag - veronderstelling - werkplan - waarnemingen - conclusie - resultaten

Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood. Welke verandering in de korrels is hiervan de oorzaak?

1. Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
2. Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
3. Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
4. Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels

Waar staat de juiste volgorde van klein naar groot?

1. cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
2. cel - weefsel - orgaan - organisme - orgaanstelsel
3. weefsel - cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
4. cel - orgaan - weefsel - orgaanstelsel - organisme

Een wetenschapper wil de invloed van de stof aspirine op de bloeddruk bepalen. Hij beschikt over twee groepen proefpersonen. De proefpersonen van de ene groep krijgen een aspirinetabletje (opgelost in een glas water) waarna ze de oplossing opdrinken. Wat moet de controlegroep krijgen?

1. Niks
2. Een glas water
3. Een glas water met opgelost een vergelijkbaar tabletje (zonder aspirine)
4. Een vergelijkbaar tabletje zonder aspirine

Waarmee is de vacuole gevuld?

1. Tussencelstof
2. Water met opgeloste stoffen
3. Lucht
4. Cytoplasma