Samenvatting H5

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Samenvatten hoofdstuk 5 
Leren voor de toets 

Slide 2 - Tekstslide

LEZEN
Over het doel van een tekst

Slide 3 - Tekstslide

Wat bedoelen we met het doel van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Welke 5 tekstdoelen hebben we behandeld?

Slide 5 - Open vraag

Als de schrijver je wil overhalen om iets te doen dan is het tekstdoel:
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Een krantenartikel is een voorbeeld van?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtruigen
D
amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een tekst waarin de lezer iets leert of wordt uitgelegd is
A
verslag van een sportwedstrijd
B
Hoofdstuk uit een leerboek
C
bespreking van een cd of film
D
Reclametekst

Slide 8 - Quizvraag

TIPS LEZEN
- Leer de theorie in je boek
- Koppel deze theorie aan de leesteksten

- Herhaal nog een aantal opgaven en maak deze in je schrift.

Slide 9 - Tekstslide

Vragen over lezen?
dan gaan we door met woordenschat

Slide 10 - Tekstslide

WOORDENSCHAT
Bekende woorddelen van onbekende woorden vinden

Slide 11 - Tekstslide

Het woord 'inkoopmedewerker' is een voorbeeld van een
A
achtervoegsel
B
voorvoegsel
C
samengesteld woord

Slide 12 - Quizvraag

Woorden met voorvoegsels?

Slide 13 - Woordweb

Woorden met een achtervoegsel

Slide 14 - Woordweb

Hoe zoek je een bekend woorddeel?

Slide 15 - Open vraag

TIPS WOORDENSCHAT
- Leer de theorie
- Maak en oefen nog een aantal opgaven uit je werkboek
- Leer de woordenlijst!

Slide 16 - Tekstslide

Vragen over woordenschat?
Dan gaan we door met taalverzorging grammatica

Slide 17 - Tekstslide

TAALVERZORGING GRAMMATICA

Over het bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
Wat een leuke fiets!

Slide 20 - Open vraag

Een bijvoeglijk naamwoord kan zowel voor als achter het zelfstandig naamwoord staan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Voorbeelden van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Slide 22 - Woordweb

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden?

Een gigantisch bedrijf ontwerpt luxe kleding voor serieuze sporters
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Een gigantisch bedrijf ontwerpt luxe kleding voor serieuze sporters

Slide 24 - Open vraag

TIPS GRAMMATICA
- Oefenen en herhalen!

Slide 25 - Tekstslide

Vragen over grammatica?
Dan gaan we door met taalverzorging formuleren

Slide 26 - Tekstslide

TAALVERZORGING FORMULEREN

Over verwijswoorden

Slide 27 - Tekstslide

Wat doet een verwijswoord?

Slide 28 - Woordweb

Wat is het verwijswoord in:

Johan komt morgen wat later. Hij wil eerst een nieuwe gitaar kopen?

Slide 29 - Open vraag

In het enkelvoud vrouwelijk verwijzen we met:
A
Hij, hem, deze , die
B
Zij, haar, deze, die
C
Het, dit, dat
D
Zij, ze hen, hun deze, die

Slide 30 - Quizvraag

In het meervoud verwijzen we met:
A
Hij, hem, deze, die
B
zij, haar, deze, die
C
zij, ze, hen, hun, deze, die
D
het, dit, dat

Slide 31 - Quizvraag

Jolanda keek boos naar Frank, maar ... negeerde haar.

Welk verwijswoord komt er op de stippellijn?

Slide 32 - Open vraag

TIPS FORMULEREN
- OEFENEN!
- MAAK OPGAVEN UIT JE BOEK. 

Slide 33 - Tekstslide

Vragen over formuleren?
Dan gaan we door naar taalverzorging spelling

Slide 34 - Tekstslide

TAALVERZORING SPELLING
Over de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Slide 35 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?

Slide 36 - Open vraag

Tijdens het toneelstuk ... (gapen) veel toeschouwers voortdurend
A
gaapte
B
gaapten
C
gaapde
D
gaapden

Slide 37 - Quizvraag

Mijn broer ... (beweren) dat hij was gezakt voor zijn rijexamen
A
beweerte
B
beweerten
C
beweerde
D
beweerden

Slide 38 - Quizvraag

Gabriela ... (frunniken) de hele tijd zenuwachtig aan haar knopen
A
frunnikte
B
frunnikten
C
frunnikde
D
frunnikden

Slide 39 - Quizvraag

De chirurg ... (opereren) voor de vijfde keer op deze dag
A
opereerte
B
opereerten
C
opereerde
D
opereerden

Slide 40 - Quizvraag

TIPS SPELLING
- Maak nog een aantal opgaven opnieuw
- oefen op cambiumned 
- herhaal!

Slide 41 - Tekstslide

Vragen over spelling?
Dan nu: leren voor de toets!

Slide 42 - Tekstslide

LEREN VOOR DE TOETS
NU: MAKEN OEFENTOETS H5  (Kan je thuis afmaken)

- Lezen 
- Woordenschat
- Grammatica
- Formuleren
- Spelling
Tekst
Met de code: DBUPH kan je alle PowerPoints terugzien in LessonUp

Slide 43 - Tekstslide