11 maart: start Grammatica Zinsdelen 5.8 en vervolg zinsdelen leerjaar 1 en mv

11 maart: start Grammatica Zinsdelen cursus 5 § 8 + vervolg zinsdelen leerjaar 1 en mv
Mavo 2 periode 4 
week 11 1e les (11 maart)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

11 maart: start Grammatica Zinsdelen cursus 5 § 8 + vervolg zinsdelen leerjaar 1 en mv
Mavo 2 periode 4 
week 11 1e les (11 maart)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
plattegrond: van mentor
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Lezen: Wojtek blz. 24
Huiswerk nakijken
Startopdracht
Instructie 5.8 bijwoordelijke bepaling
Inoefenen
~pauze~
Zelfstandig oefenen zinsdelen
Afsluiting


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blad 209 opdracht 2 
1 Simon heeft zijn Pokémonkaarten verkocht aan een verzamelaar.                   ja
2 Voor die bijzondere kaarten betaalde de man Simon honderden euro’s.      ja
3 De verzamelaar gaat de kaarten in een lijst aan de muur hangen.                   nee
4 Daarvoor heeft zijn zus hem haar boormachine geleend.                                    ja


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blz. 209 opdracht 3
1 Roy / moest / zijn ticket / laten zien / aan de bioscoopmedewerker.
ow = Roy
wg = moest laten zien
lv = zijn ticket
mv = aan de bioscoopmedewerker
2 In het pashokje / showde / Malou / haar nieuwe outfit / aan Tara.
ow = Malou
wg = showde
lv = haar nieuwe outfit
mv = aan Tara


3 Tessa / heeft / mij / de ijsjes / via een tikkie / betaald.
ow = Tessa
wg = heeft betaald
lv = de ijsjes
mv = mij

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blz. 209 opdracht 3 vervolg 
3 Tessa / heeft / mij / de ijsjes / via een tikkie / betaald.
ow = Tessa
wg = heeft betaald
lv = de ijsjes
mv = mij
4 Elke donderdag / mailt / de trainer / alle spelers / het speelschema voor het weekend.
ow = de trainer
wg = mailt
lv = het speelschema voor het weekend
mv = alle spelers


Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blz. 209 opdracht 4
a Vanwege Joris’ lengte / wees / de stewardess / hem / een plaats met veel beenruimte / toe.
ow = de stewardess
wg = wees toe
lv = een plaats met veel beenruimte
mv = hem
b Elena / heeft / de foto’s van het roeikamp / aan iedereen uit haar team / geappt.
ow = Elena
wg = heeft geappt
lv = de foto’s van het roeikamp
mv = aan iedereen uit haar team

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blz. 209 opdracht 4 vervolg
c Op veel scholen / hangt / in elk lokaal / een telefoontas / aan de muur.
ow = een telefoontas
wg = hangt
lv = -
mv = -
d De bakkerij / schenkt / een deel van haar omzet / aan Stichting KiKa.
ow = De bakkerij
wg = schenkt
lv = een deel van haar omzet
mv = aan Stichting KiKa



Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk check✓
blz. 209 opdracht 4 vervolg II
e Zo meteen / zal / Jorrit / ons / de spelregels van Catan / uitleggen.
ow = Jorrit
wg = zal uitleggen
lv = de spelregels van Catan
mv = ons
f De hardloper / heeft / aan het eind van de race / alles / gegeven / voor de eindoverwinning.
ow = De hardloper
wg = heeft gegeven
lv = alles
mv = -





Slide 9 - Tekstslide

Startopdracht
 De verzamelaar gaat de kaarten in een lijst aan de muur hangen.   

1. Verdeel de zin in zinsdelen. 
2. Benoem de zinsdelen. 
3. a. Waar gaat de verzamelaar de kaarten hangen? 
b. Waarin gaat de verzamelaar de kaarten hangen?  


timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Doel 5.2 Zinsdelen



  •  Je leert een zin in zinsdelen te zetten en te benoemen
  • de persoonsvorm
  • het onderwerp
  • het werkwoordelijk gezegde
  • het lijdend voorwerp 
  • het meewerkend voorwerp 
  • de bijwoordelijke bepaling
SO: 

!!!

Slide 11 - Tekstslide

5.2 Grammatica ZD



  • Zinsdelen: groepje woorden die bij elkaar horen. Kan je voor de pv zetten.
  • pv: verandert als je de zin in een andere tijd zet (tijdproef) vraag-/aantalproef
  • ow = wie/wat + pv? 
  • wg : alle ww in de zin (die een ACTIE aangeven)
  • lv: wie/wat + wg + ow? 
  • mv: aan/voor wie + pv/wg + ow + lv? 
  • bwb: antwoord op de vragen waar(aan/-heen)? waarom? hoe? etc.
       
Annie M.G.Schmidt | heeft | in de jaren 50 | de Jip-en- Jannekeverhalen | voor kinderen | geschreven. 
pv = 
ow = 
wg= 
lv = 
mv = 

Slide 12 - Tekstslide

 5.8 bijwoordelijke bepaling (bwb) blz. 212



> geeft antwoord op vragen als: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie? 
    Bijv. Op de markt heb ik het gekocht. (Waar?) De supermarkt sluit om acht uur. (Wanneer?) Ik leg het heel duidelijk uit. (Hoe?)
> Benoem eerst alle zinsdelen. De meeste zinsdelen die dan nog overblijven, zijn bijwoordelijke bepalingen. 
> Woorden als niet, misschien, natuurlijk zijn ook bijwoordelijke bepalingen. 
> Soms heeft een zin géén bwb, soms één of soms méér dan 1.

Slide 13 - Tekstslide

Bewaarblad!
Leer al deze zinsdelen uit je hoofd.
Tip: 
Oefen veel met het benoemen van zinsdelen. 
Pak als je het niet weet je bewaarblad erbij. 
Zorg dat je uiteindelijk alle zinsdelen uit je hoofd weet te herkennen en te benoemen. 

Slide 14 - Tekstslide

Inoefenen 1
Leroy heeft zijn gescheurde boek gemaakt met plakband. 
pv =
ow =
wg = 
lv =                            
mv=
bwb = 
Verdeel eerst in zinsdelen! 

Slide 15 - Tekstslide

Inoefenen 2
Mijn rugzak heb ik bij de kapstok laten staan.
pv =
ow =
wg =
lv =
mv=
bwb = 
Verdeel eerst in zinsdelen! 

Slide 16 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdracht 2 (vraag 1 en 2!) en 4 van blz. 212 en 213.
Je mag het bewaarblad erbij gebruiken. 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je weet een zin in zinsdelen te verdelen. 
  2. Je kunt de pv, ow, wg, lv en mv herkennen en benoemen. 
  3. En je kunt de bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen. 
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Volgende les 12 maart: 
Grammatica Zinsdelen alles herhalen en oefenen.

 Huiswerk 12 maart: 
Maak opdracht 2 en 4 blz. 212/213 in je schrift. 
Leer alle zinsdelen van je bewaarblad.
 Agenda: 

Slide 20 - Tekstslide