Vanaf 21 mei

21 mei 2024
Leg je spullen op je tafel

Stil lezen
Jeugdjournaal
Overzicht lessen

timer
1:00
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

21 mei 2024
Leg je spullen op je tafel

Stil lezen
Jeugdjournaal
Overzicht lessen

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

RECENSIE


Wat is dat?

Slide 2 - Tekstslide

Doel recensie schrijven
Ik kan 
* een recensie schrijven
* argumenten formuleren
* een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot
* signaalwoorden goed gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
We kijken samen het instructiefilmpje

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

RECENSIE
Je krijgt een recensie over de film Oorlogswinter

1. Maak de algemene informatie geel
2.Maak de inhoud van de film groen
3.Maak de mening met argumenten en voorbeelden blauw


Klaar: lezen


timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

LEZEN
Cursus Meer dan lezen

p. 37

Filmpje
Opdracht  1 samen
Opdracht 2 alleen

Slide 7 - Tekstslide

Doel van deze lessen

Ik kan de verbanden opsommend, tijdsvolgorde en voorbeeld in de tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden

Ik kan deze signaalwoorden goed zelf gebruiken

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden
Meryam houdt van spannende activiteiten zoals duiken en racen. 

Hij houdt van lekker eten, bijvoorbeeld pizza. 


Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden
Eerst gaan we uitslapen en daarna gaan we gamen.  

Nu leg ik de theorie uit en vervolgens gaan jullie aan de slag. 


Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden
Mijn hobby is lezen. Verder hou ik van TV kijken en ook gamen vind ik leuk. 

Ik doe aan tennis en voetbal. 


Slide 11 - Tekstslide

3 soorten signaalwoorden
1.  Opsomming
en, verder, ook
2. Tijdsvolgorde
eerst, daarna, nu, vervolgens
3. Voorbeeld
zoals, bijvoorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

Opsomming:
ook
verder
en

Tijdsvolgorde:
nu
daarna
terwijl
Voorbeeld:
denk aan
zo
bijvoorbeeld

Slide 13 - Tekstslide

HOOFDZAAK
Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

Hoofdzaken staan in de kernzin.

Tussenkopjes helpen om de hoofdzaken te vinden.
BIJZAAK

Minder belangrijke informatie maken de hoofdzaken duidelijker. Het is vaak een voorbeeld, een herhaling of een uitleg bij de kernzin.

Slide 14 - Tekstslide

24 mei 2024

Leg je spullen op je tafel en begin met lezen!





timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

24 mei 2024

Start laatste paragraaf lezen

Uitleg opdracht recensie

Start film Boy7


Slide 16 - Tekstslide

LEZEN
Cursus Meer dan lezen
Paragraaf 1-5 al gedaan
Nieuw: paragraaf 6

Feit, mening, standpunt en argument

Slide 17 - Tekstslide

LEZEN
Cursus Meer dan lezen

p. 37

Filmpje
Opdracht  1 samen
Opdracht 2 alleen

Slide 18 - Tekstslide

30 mei 2024

Lezen

Bespreken opdracht recensie

Verder kijken film Boy7
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een recensie?
Een bespreking van een boek of een film.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe schrijf je een recensie?
1. Je begint met een inleiding over de auteur of de maker van de film en in het kort waarom je de recensie schrijft.

Slide 21 - Tekstslide

2. Daarna schrijf je een korte samenvatting.

Slide 22 - Tekstslide

3. De plus- en minpunten van de film. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat voor punten kun je benoemen?
Is de inhoud goed? Vind ik het thema fijn? 
Zit de film goed in elkaar? Zou dit waargebeurd kunnen zijn?
Hoe is het taalgebruik en hoe zijn de karakters en hun kleding?
Wat voel ik erbij en past deze film bij mijn leeftijd? Is deze film beter dan andere films en heb ik van deze film iets geleerd?

Slide 24 - Tekstslide

4. Beargumenteer deze plus- en minpunten.
Leg dus goed uit waarom je dat vindt. 

Slide 25 - Tekstslide

5. Schrijf een conclusie.
Maak een korte samenvatting van jouw mening en jouw argumenten en geef een advies. Raad je deze film aan?

Slide 26 - Tekstslide

6. Controleer jouw recensie op spelfouten en maak de lay-out netjes. 

Slide 27 - Tekstslide

6 juni 2024

Lezen
Afkijken film Boy7
Voorbereiden opdracht
Tijd over: opdracht boek
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Voorbereiding schrijven
Algemene informatie

Samenvatting

Mening

KLAAR? Opdracht 4, bladzijde 39


Slide 29 - Tekstslide

7 juni 2024
Schrijf je recensie

Klaar?

Opdracht 4, blz 39. 

Slide 30 - Tekstslide

13 juni 2024
Leg je spullen op je tafel

Stil lezen
Afmaken paragraaf 6
Herhalen hoofdstuk

timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

13 juni 2024
Maak opdracht 4 bij tekst 2
Bladzijde 39. Vraag 9 hoeft niet. 

Klaar? Opdracht 6 en 7
Klaar? NUMO nieuwe taak

We gaan de opdracht(en) samen nakijken

Slide 32 - Tekstslide

14 juni 2024
Leg je spullen op je tafel

Stil lezen
Herhaling alle theorie
Oefentoets paragraaf 6


timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

Herhaling van de vorige lessen

Slide 34 - Tekstslide

Begrippen
Onderwerp
Deelonderwerp
Alinea
Kernzin
Hoofdgedachte

Slide 35 - Tekstslide

Tekstdoelen
Informeren (informatie overbrengen)
Instrueren (een instructie geven)
Overtuigen (een mening overbrengen)

Slide 36 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Zinnen en alinea's hebben verband met elkaar. Door een signaalwoord weet je welk verband.

Slide 37 - Tekstslide

Opsomming
Meerdere dingen (die bij elkaar horen) worden achter elkaar genoemd.
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. Of streepjes, dots, getallen en dubbele punt.

Slide 38 - Tekstslide

Tijdsvolgorde
Dingen gebeuren in een bepaalde volgorde. Die volgorde is belangrijk.
Vroeger, later, nu, eerst daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk en intussen. 

Slide 39 - Tekstslide

Voorbeeld (toelichting)
Er wordt uitleg of een voorbeeld gegeven. Je krijgt dus meer informatie.
Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou. 

Slide 40 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
De belangrijkste informatie noem je hoofdzaken.
Deze lees je in de inleiding en het slot. Ook in de kernzinnen.

Slide 41 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Bijzaken zijn niet zo belangrijk.
Het zijn vaak voorbeelden of een uitleg. 

Slide 42 - Tekstslide

Feit
Iets wat echt zo is. Je kunt het controleren.

Slide 43 - Tekstslide

Mening of standpunt
Een uitspraak over wat iemand vindt of denkt.
Te herkennen aan: ik vind of ik denk.

Slide 44 - Tekstslide

Argument
Een uitleg over waarom je iets vindt of denkt.
Te herkennen aan: want, omdat, namelijk en immers.

Slide 45 - Tekstslide

Feit of mening?
1. Hockey vind ik een leuke sport.
2. Dansen is leuk.
3. Mijn moeder is de leukste moeder die er is.
4. Mijn moeder is docent.

Slide 46 - Tekstslide

14 juni 2024
Maak de oefentoets!

Klaar?
Afmaken Opdracht 6 en 7

Klaar? 
Klaar? NUMO nieuwe taak
 

Slide 47 - Tekstslide

18 juni 2024
Stil lezen

Herhalen: 4 vragen
Nakijken oefentoets par 6
Afmaken Opdracht 6 en 7
Bespreken
Oefentoets par 5


timer
1:00

Slide 48 - Tekstslide

BIJZAKEN en HOOFDZAKEN
Kies het juiste woord.

Informatie die niet zo belangrijk is noem je 
bijzaken / hoofdzaken.


Slide 49 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN
Maak de zin af. 
Een tegenstelling kun je herkennen aan de woorden

A bovendien, en, ook.
B echter, maar, toch.
C namelijk, omdat, want.





Slide 50 - Tekstslide

ALINEA'S
Kies het juiste woord.

Zinnen die samen één alinea vormen staan 
altijd / vaak 
achter elkaar.






Slide 51 - Tekstslide

FEITEN, MENINGEN
Kies het juiste woord.

Als je uitlegt waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een 
argument / standpunt.







Slide 52 - Tekstslide

18 juni 2024
Maak de oefentoets!

Klaar?
Afmaken Opdracht 6 en 7

Klaar? 
Klaar? NUMO nieuwe taak
 

Slide 53 - Tekstslide