Oefenen voor het mondeling literatuur

Mondeling literatuur Nederlands



22/23 maart 5H, 2020-2021
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mondeling literatuur Nederlands



22/23 maart 5H, 2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Zelfstandig verder
Ik deel deze les met je via Magister. Hij staat bij het huiswerk voor de les van vandaag. 
Probeer de vragen in deze les te beantwoorden voor je boeken, als test. Je mag met elkaar overleggen, maar iedereen geeft z'n eigen antwoorden!

Slide 3 - Tekstslide

Welk van jouw boeken vond jij het beste? Beargumenteer. Maak in je antwoord ook gebruik van de literaire begrippen.

Slide 4 - Open vraag

Welk van jouw boeken vond jij het minst goed? Beargumenteer. Maak in je antwoord ook gebruik van de literaire begrippen.

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel tijd zit er tussen het eerstverschenen (het oudste) boek dat jij hebt gelezen en het laatstverschenen (hebt nieuwste) boek? Merk je dat de tijd waarin je boeken verschenen zijn van invloed is op de behandeling van het thema?

Slide 6 - Open vraag

Welke hoofdpersoon uit de door jou gelezen boeken vond jij het meest geloofwaardig? Leg uit en beargumenteer

Slide 7 - Open vraag

Met welke hoofdpersoon uit de door jou gelezen boeken kun jij je het meest identificeren? Leg uit en beargumenteer

Slide 8 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen over tijd:
a) In welke tijd speelt het?
b) Waaraan merk je dat?
c) Wat is de vertelde tijd?
d) Is het verhaal chronologisch verteld?
e) Waarom zou de schrijver deze keuzes hebben gemaakt?

Slide 9 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen over de opbouw:
a) hoe is het opgebouwd?
b) verklaar de titel
c) heeft je boek een motto? wat is de relatie met de inhoud van het boek?

Slide 10 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen over de schrijver:
a) wie is de schrijver?
b) herken je autobiografische kenmerken in het boek?
c) hoe past dit boek in het oeuvre van de schrijver?

Slide 11 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen over de receptie:
a) hoe is het boek ontvangen door de literaire kritiek?
b) ben jij het daarmee eens? (beargumenteer)

Slide 12 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen:
geef een voorbeeld van de open plekken die je in het boek bent tegengekomen. Welk effect hadden die op jou als lezer?

Slide 13 - Open vraag

Kies een boek van je lijst en beantwoord deze vragen over literaire waarde:
vind jij het terecht om dit boek 'literatuur' te noemen? Beargumenteer. Vertel daarbij ook wat je verstaat onder 'literatuur'

Slide 14 - Open vraag

Tot slot
  • Wat je hiervoor hebt gezien, zijn voorbeeldvragen.
  • Er kunnen dus ook andere vragen gesteld worden.
  • Deze zullen specifieker aansluiten bij jouw boeken (deze LessonUp is algemener).
  • Welke vragen heb jij nu nog?

Slide 15 - Tekstslide

Stel je vragen! Wat is jou nog onduidelijk?

Slide 16 - Open vraag

Bij een               heb je toegang tot de gedachten en gevoelens van                         : de ik-verteller of de hij/zij-verteller. De personale verteller is                      in het verhaal. De personale verteller is een                  perspectief. De                      heeft een helikopterview en heeft toegang tot de gevoelens en gedachtes van              . De alwetende verteller kan                       geven. De alwetende verteller is een perspectief.
Een personale verteller kan                   zijn als de verteller bewust informatie achterhoudt of als de verteller mentaal niet stabiel is.

 personale verteller
 één personage
een karakter
subjectief
alwetende verteller
 alle personages
vertellerscommentaar
objectief
onbetrouwbaar

Slide 17 - Sleepvraag