Fictie - les 3 - Losse handen

Fictie les 3
Titel: Losse handen
Auteur: Bettie Elias
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictie les 3
Titel: Losse handen
Auteur: Bettie Elias

Slide 1 - Tekstslide

Flaptekst
Youssef kan zijn geluk niet op. ´Ik krijg binnenkort prothesen voor mijn handen!´ `Pro wat?' `Namaakhanden', zegt hij glunderend. `Kunsthanden. Echt waar!' zegt hij bij het zien van Karims ongelovige blik. `Van die man daarnet?' Youssef knikt. `Dat is Robert, die man over wie ik je verteld heb. Volgende week komt er een dokter bij hem logeren en die zou mij aan nieuwe handen kunnen helpen. Normaal is dat onbetaalbaar, maar Robert zou iets voor mij kunnen regelen.' Karim kijkt voor zicht uit. Het lijkt wel een sprookjesverhaal. 

Karim is twaalf, maar tegen toeristen moet hij zeggen dat hij veertien is. Zes dagen per week werkt hij als kinderarbeider in een muffe koperslagerij in de Marrokkaanse stad Fez. Via zijn vriend Youssef leert hij Robert kennen, een buitenlander die een gastenverblijf heeft. Robert wil Youssef en Karim helpen. Maar gaandeweg ondervindt Karim dat Roberts bedoelingen niet altijd even zuiver zijn. Losse handen is een levensecht boek over kwetsbaarheid, misbruik en de kracht van vriendschap.

Slide 2 - Tekstslide

Ken je dit boek?
A
Ja, ik heb er wel eens van gehoord.
B
Ja, ik heb het gelezen.
C
Nee.
D
Nee, maar ik ken wel de schrijfster.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe leuk lijkt dit boek je?
010

Slide 4 - Poll

Dit verhaal is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Realistische non-fictie
D
Niet-realistische non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Vragen
1. Waarom heeft Hazim geen andere keuze dan te werken in de koperslagerij?
2. Hazim voelt zich ongemakkelijk en wil snel langs Youssef lopen. Hij probeert zijn ‘ogen in bedwang te houden’. Waarom is dat?
3. Hij zou best aan Youssef willen vragen hoe het met hem gaat. Welk antwoord zou Youssef geven volgens Hazim?
4. ‘Je zult in ieder geval meer verdiend hebben dan ik,’ lacht Youssef schamper. Zoek in een woordenboek of via internet op wat het woord ‘schamper’ betekent. 
5. Wie heeft Youssef leren kennen? En waar kent Youssef hem van?
6. Die man kan Youssef misschien helpen. Wat gaat hij doen?
7. Hoe reageert Hazim op Youssefs nieuws? Waarom reageert hij zo?

Slide 6 - Tekstslide

Vooraf:
Hazim is 12 jaar. Hij werkt in een koperslagerij in de Marokkaanse stad Fez en woont in de heuvels buiten de stad. Elke ochtend en elke avond moet hij een uur lopen naar huis en komt dan langs Youssef. Youssef is tijdens zijn werk in een schoenfabriekje zijn handen kwijtgeraakt.

Slide 7 - Tekstslide


Hij is de enige kostwinner van het gezin. Van het geld dat hij deze week verdiend heeft, moeten ze met z’n zessen een hele week leven. Tot hij weer met een volgend loon naar huis komt. Soms verdient zijn vader iets bij met het sjouwen van stenen, maar daarna is hij zo weer uitgeput dat hij een paar dagen nodig heeft om te herstellen. Hij wordt almaar zwakker. Geld voor de dokter of voor medicijnen is er niet. En zijn zusjes en broertje zijn nog te klein om te gaan werken. Gebeurde er maar een wonder… Soms wenst Hazim vurig dat alles opeens anders wordt, dat het allemaal maar een boze droom is. Of soms wordt hij ’s morgens wakker en denkt: Ik ga niet! Maar dan dringt de piepende en reutelende ademhaling van zijn vader tot hem door en dan weet hij weer dat hij geen andere keuze heeft. Aan de rand van de stad zit Youssef nog altijd voor zijn huisje. Hoe zou hij de dag doorgebracht hebben? Hazim moet er niet aan denken dat hij zijn twee handen zou verliezen. Dat zou verschrikkelijk zijn! En wat zou zijn familie zonder hem moeten beginnen?

Hij is de enige kostwinner van het gezin. Van het geld dat hij deze week verdiend heeft, moeten ze met z’n zessen een hele week leven. Tot hij weer met een volgend loon naar huis komt. Soms verdient zijn vader iets bij met het sjouwen van stenen, maar daarna is hij zo weer uitgeput dat hij een paar dagen nodig heeft om te herstellen. Hij wordt almaar zwakker. Geld voor de dokter of voor medicijnen is er niet. En zijn zusjes en broertje zijn nog te klein om te gaan werken. Gebeurde er maar een wonder… Soms wenst Hazim vurig dat alles opeens anders wordt, dat het allemaal maar een boze droom is. Of soms wordt hij ’s morgens wakker en denkt: Ik ga niet! Maar dan dringt de piepende en reutelende ademhaling van zijn vader tot hem door en dan weet hij weer dat hij geen andere keuze heeft. 
Aan de rand van de stad zit Youssef nog altijd voor zijn huisje. Hoe zou hij de dag doorgebracht hebben? Hazim moet er niet aan denken dat hij zijn twee handen zou verliezen. Dat zou verschrikkelijk zijn! En wat zou zijn familie zonder hem moeten beginnen? 

Slide 8 - Tekstslide

‘Hallo!’ begroet Youssef hem. ‘Dag…’Hazim probeert zijn ogen in bedwang te houden terwijl hij snel langs loopt. Maar Youssef heeft zin in een praatje vandaag. Waarschijnlijk heeft hij zich dodelijk verveeld. ‘Morgen een vrije dag?’ Hazim knikt. ‘Wat ga je doen?’ ‘Voetballen…’ En jij? … Hij kan het niet op tijd inslikken. Onbewust glijdt zijn blik over de mouwen zonder handen. Zou hij er iets over durven zeggen? Maar wat? Zal hij vragen hoe het nu met hem gaat, zo zonder handen? Ach, wat moet Youssef daarop antwoorden… Goed, hoor, met twee stompen kun je ook door het leven gaan? Nee, hij kan er maar beter over zwijgen. ‘Ik ga maar eens verder.’ ‘Heb je goed verdiend?’ Hazim haalt de schouders op. ‘Pf, Net genoeg om eten te kopen.’ ‘Je zult in ieder geval meer verdiend hebben dan ik,’ lacht Youssef schamper. Onwennig wendt Hazim zich af, bang omdat zijn ogen hem weer zullen verraden. 

Slide 9 - Tekstslide

‘Ik heb iemand leren kennen die mij misschien wil helpen,’ vertelt Youssef opeens. ‘Een man uit Europa, die veel voor kinderen doet. Voor arme kinderen in Fez…’ Hazims aandacht is meteen gewekt. ‘Wat doe hij zoal?’ ‘Ik weet het niet zo goed, maar ik heb hem een paar keer ontmoet in het internetcafé, op het grote plein. Hij kent daar veel kinderen en jongeren. Hij betaalt ze soms een drankje of geeft ze iets te eten. In de media heeft hij een riad, hij verhuurt er kamers aan toeristen. Hij zit er warmpjes bij… Maar wat hij precies doet, weet ik niet.’ ‘Wat gaat hij voor jou doen?’ ‘Hij zei dat hij misschien kon helpen met mijn handen…’ Youssef ziet Hazims ongelovige blik. ‘Echt waar! Geloof je me niet?’
‘Jawel!’ haast Hazim zich te zeggen. Hoe zou dat kunnen? wil hij vragen. Maar Youssefs blije gezicht houdt hem tegen. ‘Ik moet gaan. Anders zijn mijn ouders ongerust.’ Amuseer je morgen met het voetballen.’ In gedachten verzonken loopt Hazim verder. Zou het waar zijn? Zou er echt een mysterieuze man bestaan die arme kinderen helpt?

Slide 10 - Tekstslide

Geef antwoord op deze drie vragen:

1. Waarom heeft Hazim geen andere keuze dan te werken in de koperslagerij?
2. Hazim voelt zich ongemakkelijk en wil snel langs Youssef lopen. Hij probeert zijn ‘ogen in bedwang te houden’. Waarom is dat?
3. Hij zou best aan Youssef willen vragen hoe het met hem gaat. Welk antwoord zou Youssef geven volgens Hazim?

timer
5:00

Slide 11 - Open vraag

Geef antwoord op deze vier vragen:
4. ‘Je zult in ieder geval meer verdiend hebben dan ik,’ lacht Youssef schamper. Zoek in een woordenboek of via internet op wat het woord ‘schamper’ betekent.
5. Wie heeft Youssef leren kennen? En waar kent Youssef hem van?
6. Die man kan Youssef misschien helpen. Wat gaat hij doen?
7. Hoe reageert Hazim op Youssefs nieuws? Waarom reageert hij zo?

timer
5:00

Slide 12 - Open vraag

Wat denk jij? Geloof je dat de mysterieuze man Youssef wil helpen? Leg uit.
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Wat vind je van dit verhaal? Leg ook uit waarom je dit vindt.

Slide 14 - Woordweb

Stel: je gaat een boek lezen. Zou dit boek dan voor jou een goede optie zijn?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat vind jij van kinderarbeid? Leg uit waarom je het goed of fout vindt.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Veel bekende winkels maken gebruik van kinderarbeid. Als je van tevoren zou weten dat een kledingstuk door een kind gemaakt was, zou je het dan nog kopen? Waarom wel/niet?

Slide 20 - Open vraag

Einde! Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Zelfstandig werken
Ga naar Nieuw Nederlands online;
 Cursus 3
Fictie en non-fictie paragraaf 1.
Maak de opdrachten en lees de theorie.
Klaar? ander vak/ of ga lekker lezen
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Vragen
1. De baas roept Armine en Hazim bij zich. De twee jongens hebben een plan, maar toch slaan de zenuwen toe. Waardoor komt dat?
2. De baas vraagt of Mohammed de twee jongens nog iets heeft gegeven. Wat gebeurt er?
3. Hazim probeert de baas af te leiden. Hoe doet hij dat?
4. Robert heeft Hazim verteld dat kinderarbeid niet mag. Wat is kinderarbeid? Zoek naar informatie op internet, onder andere op www.unicef.nl en www.terredeshommes.nl, zoekwoord ‘kinderarbeid’.


Slide 23 - Tekstslide

Vooraf:
Armine en Hazim moeten dienbladen, thee- en suikerpotten afleveren bij Mohammed. Hij is tevreden over hun werk en geeft ze allebei een fooi van tien dirham. Ze willen niet dat hun baas de fooi afneemt en Hazim heeft daarvoor een plannetje. 

Slide 24 - Tekstslide

Met een samenzweerderig lachje lopen ze door, tot om de hoek vlak bij de koperslagerij, waar Hazim een gat in de grond aanwijst. ‘Kijk! We stoppen ons geld erin en we leggen er een paar stenen bovenop. Dat ziet niemand.’ ‘Te gek!’ lacht Armine.
Ahmed kijkt hen argwanend aan als ze binnenkomen. ‘wat valt er te lachen? Hebben jullie iets uitgespookt?’ ‘Nee,’ zeggen ze in koor. ‘Ik geloof er geen woord van! Ik zal jullie een extra taak geven, want er is nog veel werk te doen!’ Hazim laat de schouders hangen. Nu nog een extra taak… Hij is al zo moe. Maar voor Ahmed de kans krijgt hen werk te geven, worden ze bij de baas geroepen. Al hebben ze een plan bedacht, toch slaan de zenuwen toe.

Slide 25 - Tekstslide

Gespannen schuifelen ze achter elkaar aan naar binnen. ‘Vertel eens!’ ‘Eh…’ ‘Hoe is het geweest?’ ‘Goed,’ antwoordt Hazim. ‘Jullie hebben hard gewerkt vandaag.’ Hazim en Armine knikken allebei met veel overtuiging. ‘Dat is goed,’ vindt de baas. ‘Zo zullen jullie het vak snel onder de knie krijgen. Je weet hoe belangrijk het is in deze moeilijke tijden…’ Alweer dezelfde preek! ‘Hard werken en je aan de afspraken houden, daar draait het om. Beseffen jullie dat?’ weer knikken ze allebei, al minder overtuigend dan daarnet. ‘Zo mag ik het graag zien,’ zegt de baas tevreden. ‘Wat zei Mohammed?’ ‘Dat alles in orde was,’ begint Hazim. ‘En dat we hard gewerkt hebben, want dat hij de bestelling gisteren pas laat heeft doorgegeven.’ ‘En heeft hij jullie daarvoor beloond?’ vraagt de baas langs zijn neus weg. Hazim knippert met zijn ogen. ‘Eh…’ ‘En?’ ‘Nee.’ ‘Armine?’ ‘N…nee…’ 

Slide 26 - Tekstslide

‘Zijn jullie er zeker van?’ Er valt een onbehaaglijke stilte. ‘Armine?’ Armine kijkt met ingehouden adem naar Hazim. Help! Zeggen zijn ogen. ‘Ik heb jou iets gevraagd, Armine,’ zegt de baas streng. Armine is helemaal de kluts kwijt. ‘Wat was het ook alweer?’ ‘Heeft Mohammed een fooi gegeven?’ Armine aarzelt. ‘Wel?’ ‘N… nee…’ ‘Kom op. Iedereen weet dat Mohammed vaak fooien geeft! Waarom zou hij dat uitgerekend vandaag niet doen?’ Armine kijkt in paniek naar Hazim. ‘Dikke…eh… ik bedoel Mohammed had klanten in zijn winkel,’ schiet Hazim hem te hulp. ‘Hij was druk bezig.’ ‘Maar hij had dus wel de tijd om te kijken of alles in orde was? En om te zeggen dat hij gisteren pas de bestelling heeft gedaan?’ Hazim knippert met zijn ogen. ‘Dat…dat…zei hij tegen zijn klanten.’ De baas knijpt zijn ogen tot spleetjes en richt zijn aandacht nu op Armine, die hulpeloos naar Hazim kijkt. ‘Vertel eens, Armine!’ ‘Ik… Ik zou iets willen vragen,’ onderbreekt Hazim hem opeens. Komt het doordat hij de baas te slim af is geweest? Of doordat Armine bij hem is? Hij weet zelf niet zo goed waar hij plots zoveel moed vandaan haalt. De baas fronst zijn borstelige wenkbrauwen. ‘En wat zou jij dan willen vragen?’ Achterdochtig kijkt hij Hazim aan. ‘

Slide 27 - Tekstslide

Mogen wij, Armine en ik, lees- en schrijflessen volgen?’ Armine draait zich met een ruk naar hem toe. ‘Zo! Na het werk?’ wil de baas weten. ‘Ja. Nee, bedoel ik.’
‘Wat bedoel je dan?’ Zijn stem klinkt donker en dreigend. Hazim haalt diep adem, maar de woorden blijven hem in de keel steken. ‘Ach, ik weet wel wat je bedoelt.’ Spottend kijkt de baas hem aan. ‘Dat je enkele dagen per week een uur vroeger stopt om naar de les te gaan. Zónder loonsverlaging. Een idee van meneer Robert zeker?’
‘Ja. Nee. Ik bedoel…’ ‘Ja. Nee. Wat is het nu?’ vraagt de baas nu kregelig. ‘Het is géén idee van Robert,’ verdedigt Hazim zich en eindelijk rollen de woorden er moeiteloos uit. ‘Als het van hem zou afhangen, zou ik helemaal niet meer hoeven te werken. Dan ging ik de hele week naar school.’ Stomverbaasd staat Armine te luisteren. ‘Hij wil het zelfs betalen,’ zegt
Hazim. Een leugentje om bestwil kan hij nu wel gebruiken. ‘Maar dat wil ik niet! Ik wil een vak leren, zoals u altijd zegt. Daarom ben ik naar u toe gekomen en… en… niet naar hem. Maar ik wil ook leren lezen en schrijven!’

Slide 28 - Tekstslide

Nadenkend pulkt de baas aan zijn snor. Hazim wacht angstvallig af. Een kinderarbeider verliezen na een opleiding van enkele jaren, dat is een zwaar verlies voor de baas, dat weet hij ook. Maar kinderarbeid mag eigenlijk niet, dat heeft Robert hem verteld! Het wordt nog altijd oogluikend toegestaan, maar er gaan steeds meer stemmen op voor een strengere controle. ‘De tijden veranderen,’ mompelt de baas in zichzelf. Als ze mij nu allemaal met rust zouden laten. En zeker die organisaties die zich overal mee bemoeien…’
Hij heeft nog niet nee gezegd! beseft Hazim. Koortsachtig denk hij na. Welk argument kan hij er nog aan toevoegen? Opeens Krijgt hij een ingeving. ‘Ahmed schrijft toch ook? Wie zal later als Ahmed te oud is, zijn werk doen?’ De baas kijkt hem zwijgend aan, hij staat met de mond vol tanden. Zijn ergernis is omgeslagen in onzekerheid, Hazim kan het zien aan zijn weifelende blik. Alsof hij zijn twijfel wil verstoppen, zet de baas zijn bril af en wrijft zich in de ogen. ‘We zullen heel hard werken…’ 

Slide 29 - Tekstslide

Geef antwoord op deze vier vragen:
1. De baas roept Armine en Hazim bij zich. De twee jongens hebben een plan, maar toch slaan de zenuwen toe. Waardoor komt dat?
2. De baas vraagt of Mohammed de twee jongens nog iets heeft gegeven. Wat gebeurt er?
3. Hazim probeert de baas af te leiden. Hoe doet hij dat?
4. Robert heeft Hazim verteld dat kinderarbeid niet mag. Wat is kinderarbeid? Zoek naar informatie op internet.

Slide 30 - Open vraag

Armine en Hazim hebben hun tien dirham verstopt voor de baas. Wat vind jij daarvan?
Schrijf op waarom je het goed of fout vindt dat ze de waarheid verzwijgen voor hun baas.

Slide 31 - Open vraag

Wat vind je van dit verhaal? Leg ook uit waarom je dit vindt.

Slide 32 - Woordweb

Stel: je gaat een boek lezen. Zou dit boek dan voor jou een goede optie zijn?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Wat vind jij van kinderarbeid? Leg uit waarom je het goed of fout vindt.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Veel bekende winkels maken gebruik van kinderarbeid. Als je van tevoren zou weten dat een kledingstuk door een kind gemaakt was, zou je het dan nog kopen? Waarom wel/niet?

Slide 38 - Open vraag

Einde! Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Slide 40 - Tekstslide