Werkwoordspelling les 4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Waar herken je een voltooid deelwoord aan?

Formuleer een zin waarin een voltooid deelwoord zit.

Persoonsvorm t.t.

Ik --> alleen stam
Je/jij achter de persoonsvorm: kijken of je "je" in "jij" kan veranderen of andersom. 
Ja --> stam
Nee --> stam + t 

Alle andere gevallen --> stam + t      ( hij/zij/het/dat/wat/u etc)

Voltooid deelwoord

Langer maken
of
't ex-kofschip 

Persoonsvorm v.t.

Ik - vorm + te (n)
Ik - vorm + de (n)

Ik vin... jou wel leuk.

1. vind
2. vindt

Dat wor.... natuurlijk nooit wat!

1. word
2. wordt

Dat heb ik niet zo bedoel....

1. bedoeld
2. bedoelt

Piet bedoel.... het niet zo.

1. bedoeld
2. bedoelt

Wor.... je niet moe van je broer?

1. Word
2. Wordt

Kim heeft haar konijn verwaarloos...

1. verwaarloosd
2. verwaarloost

De juf beken.... dat ze bevooroordeeld is.

1. bekend
2. bekent

Vin..... je vader het leuk op vakantie?

1. Vind
2. vindt

Ik lach....e mijn broertje uit

1. lachte
2. lachtte

Dat kos....e me veel moeite.

1. kostte
2. koste

Helaas mis..... wij ons vliegtuig.

1. miste
2. mistte
3. misten
4. mistten

Ik ben nog nooit verhuis...

1. verhuisd
2. verhuist

Ik heb mijn hele huis gever.....

1. geverft
2. geverfd

Sanne verhuis.... morgen naar Amsterdam.

1. verhuist
2. verhuisd

In de stad staan de resten van ... bomen.

1. verbrandde
2. verbrande

De ... ziekte is veel dieren fataal geworden.

1. verspreide
2. verspreidde