Leerdoelen herkansen en opdrachten maken

Late middeleeuwen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolGroep 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Late middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel herkansen:

Schrijf duidelijk op welk leerdoel je herkanst: H1/H2/H3/H4

Schrijf daaronder op papier uitgebreid je antwoord.

Geen herkansing?

7.3 het stadse leven
Opdracht 1 t/m 9

Klaar? Scrol naar beneden en klik/lees/bekijk de extra informatie

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 4: steden en staten
1000-1500

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noem voorbeelden van stadsrechten.

Slide 5 - Open vraag

Waarom wilde stedelingen eigenlijk stadsrechten?
A
Om veel geld te verdienen.
B
Zodat ze nooit meer naar de heer hoefde te luisteren.
C
Dat wilde ze niet, dit moest van de heer.
D
Ze vonden dat de heer geen verstand had over wat de stad nodig had.

Slide 6 - Quizvraag

H4: Ik kan de structuur van de Middeleeuwse steden beschrijven en uitleggen.
S1: Ik kan uitleggen hoe en waarom steden stadsrechten kreeg.



Leenmannen/heren die de eigenaar waren van een gebied waar een stad lag hadden vaak geen verstand van handel of wat de stedelingen graag wilde hebben. Inwoners van een stad kregen speciale rechten (= stadsrechten). Zo kregen recht op zelfbestuur, rechtspraak, verdedigingsmuur, recht om markten te organiseren en tol te bepalen. In ruil voor deze (stads)rechten betaalden ze de leenman/heer belasting en steun in tijd van oorlog.

Slide 7 - Tekstslide

Stadsrechten

Slide 8 - Tekstslide

We hebben het gehad over gilden in een stad en wat de Hanze waren. Ook is besproken hoe door het drieslagstelsel, arabische jukhals, ijzeren ploeg en ontginnen de voedselproductie omhoog schoot. Hierdoor hoefde niet iedereen meer boer te zijn en ontstonden er meer ambachten, handel en steden.

We weten nu hoe stadsrechten zijn ontstaan: ontevreden inwoners vonden dat heren (op wiens gebied de stad lag) geen verstand had wat het beste voor de stad was. Door meer belasting als stad te betalen aan de heer, kreeg de stad meer (stads)rechten. Maar.... hoe kon die belasting door de stad betaald worden dan?

Slide 9 - Tekstslide

Stadspoort tol vragen (geld om binnen te komen)
Belasting aan inwoners: (omdat ze beschermd worden)
markten:
Steden organiseerden markten. Over wat verkocht werd werd belasting gerekend.

Slide 10 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/het-ontstaan-en-de-inrichting-van-nederland-stadswording-in-de-late-middeleeuwen

Slide 11 - Tekstslide

H4: Ik kan de structuur van de Middeleeuwse steden beschrijven en uitleggen.
S1: Ik kan uitleggen hoe en waarom steden stadsrechten kreeg.
S2: Ik kan de verschillende taken in het bestuur van een Middeleeuwse stad uitleggen.
S3: Ik kan uitleggen hoe een Middeleeuwse stad eruitzag en daarbij de verschillende onderdelen in een stad aanwijzen.
S4: Ik kan uitleggen hoe het leven in een Middeleeuwse stad eruitzag. 


Slide 12 - Tekstslide

Veel middeleeuwse steden werden door de handel rijker. Dus moesten de steden goed beveiligd worden tegen indringers. Veel steden legden daarom een aarden wal en een grote gracht rondom. Om binnen te komen was er een ophaalbrug die in tijd van nood gesloten kon worden. Later werden rondom ook nog dikke muren gebouwd. In de muren werden diverse poorten gemaakt waar mensen de stad in en uit konden.
Omdat stadsbewoners belasting betaalden, was er geld om de steden te verfraaien. Er werden bijvoorbeeld prachtige huizen gebouwd door kooplui die rijk waren geworden met de handel. Zoveel mensen wilden in steden komen wonen dat men er de huizen dicht op elkaar moest bouwen. Vaklui met hetzelfde ambacht woonden vaak bij elkaar in de buurt. Daarom heten veel middeleeuwse straten en markten naar beroepen uit de eigen buurt. Zo werd er op de Ossenmarkt gehandeld in ossen en is de Verwersdijk genoemd naar de lakenververs ter plaatse.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het centrum van elke stad was de (grote) markt. Hier werd gehandeld tussen de reizende kooplieden en de bewoners van de stad. Vlakbij de markt lag de waag. Hier werden handelsproducten gewogen voordat de producten werden verkocht. Aan de markt stond vaak het stadhuis. Hier vergaderden schout en schepenen. Dat het christelijk geloof een grote rol bleef spelen in de hele middeleeuwen zie je ook in de steden terug. Daar werden de mooiste kerken gebouwd. Het kostte veel geld om zo'n gebouw neer te zetten en er was daardoor constant nieuw geld nodig om het af te krijgen. Veel stadbewoners hebben de kerk zelden of nooit af gezien, vanwege de trage bouw. Toch betaalden de stedelingen regelmatig mee aan de bouw van dit soort prestigeobjecten: Stadsbewoners hoopten er een plekje in de hemel mee te verdienen.

Slide 15 - Tekstslide

Bestuursgebouw Gouda:
Een beroemd gebouw in gebruik voor het regelen van de bestuurstaken in de late middeleeuwen. In 1448 is met de bouw ervan begonnen en het heeft elf jaar geduurd voordat de bouw voltooid was.

Slide 16 - Tekstslide

S2: Ik kan de verschillende taken in het bestuur van een Middeleeuwse stad uitleggen.
Burgemeester: de burgemeester was de leider van de stad. Hij zorgde ervoor dat alles goed verliep en vertegenwoordigde de stad naar buiten toe.

De Schepenen: Schepenen waren als rechters en bestuurders. Zij hielpen de burgemeester en hielden zich bezig met wetten en regels. Ze besloten over conflicten en strafzaken.

De Stadsraad: de stadsraad bestond uit rijke burgers die meehielpen bij het besturen van de stad. Zij bespraken plannen en maakten beslissingen over de stad.

De Schout: de schout was een soort politiechef. Hij zorgde voor orde en veiligheid in de stad. Hij arresteerde criminelen en handhaafde de wet.

Slide 17 - Tekstslide

7.3 het stadse leven
Opdracht: 1 t/m 9

Slide 18 - Tekstslide

Kleinste stad van Nederland
https://schooltv.nl/video-item/wat-is-de-kleinste-stad-van-nederland-welkom-in-staverden

Slide 19 - Tekstslide

Stadsrechten van de stad Coevorden

Voorbeelden van stadsrechten
Stadsrechten Coevorden

Slide 20 - Tekstslide

Steden
https://schooltv.nl/video-item/welkom-in-de-middeleeuwen-de-steden-en-de-pest-afl-4

Slide 21 - Tekstslide

Kreeg een plaats van de lokale heer stadsrechten, dan mocht ze een stadsmuur bouwen ter bescherming van de inwoners en hun rijkdom. Vóór 1000 werden producten nog met elkaar geruild, daarna begonnen mensen weer geld te gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

H4. Ik kan uitleggen hoe de sociale verdeling in de middeleeuwen was door:
S5: Ik kan uitleggen hoe stadsrechten zijn ontstaan.




Doordat een leenheer rechten aan de stad en zijn burgers gaf. De leenheer kon de stad het recht geven een muur of markt te bouwen, dit werden dan stadsrechten. In ruil daarvoor kreeg de leenheer belasting (geld).

Slide 23 - Tekstslide

H4: Steden en staten
H4.2 Platteland en stad
Opdrachten: alles

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

H2: Ik kan uitleggen hoe het leven van een Europeaan eruitzag tijdens de Middeleeuwen
S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 

S2: Ik kan uitleggen hoe het leven op een domein werkte. 

S3: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 26 - Tekstslide

In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Kijk naar de foto, welke standen waren er denk je?

Slide 27 - Open vraag

Ridders 

Slide 28 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 29 - Tekstslide

H6: licht op de middeleeuwen.  

Paragraaf 6.3: horigen en ridders

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Een leenman bestuurde dus het gebied dat hij in leen had van de koning. Ergens in dat leen bewoonde de leenman zelf een versterkte boerderij of kasteel. Ook ridders hadden vaak een stuk grond. Op dat eigen landgoed of domein stond het huis van zo'n edelman. Op zijn domein mocht elke edelman zelf de regels bepalen. Voor de boeren was hij hun landheer. En bij zijn dood erfde zijn oudste kind. Hierover had de koning niets te zeggen.

Slide 33 - Tekstslide

Op de grond van elke landheer werkten horigen (onvrije boeren). Zij kregen bescherming van hun landheer. 

Slide 34 - Tekstslide

Horigen mochten niet zomaar op het land wonen en werken. In ruil voor bescherming moesten ze:
Oogst
Het land bewerken en een deel van de oogst aan hun heer geven. 
Herendiensten
Verplichte taken uitvoeren: hekken timmeren, eieren geven, wegen bijhouden, kleding repareren.
Huur
Huur betalen voor de landbouwgrond

Slide 35 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is. (r)
1. landheer laat horigen (onvrije boeren) op zijn land leven en werken. Hij beschermt de horigen tegen invallen/dieven.
2. horigen zijn verplicht om huur, herendiensten (hekken bouwen, kleding repareren, deel van de oogst) af te staan. Ook mogen ze niet zomaar hun land verlaten.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 
Drieslagstelsel: Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken (akkers) verdeeld. Er werd ook nog een andere verdeling in drieën gemaakt, nl. in 3 jaren. Waarop het ene jaar zomergraan en het tweede jaar wintergraan werd verbouwd. Het derde jaar lieten de boeren de grond braak liggen, zodat de landbouwgrond zich kon herstellen.

Slide 38 - Tekstslide

Verder: Tijd voor Geschiedenis
Hoofdstuk 6:  Licht op de middeleeuwen
6.2 Karel de Grote, vader van Europa

Slide 39 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i) 
Opdracht: subdoel 4
Kies 3 eigenschappen uit die je belangrijk vindt voor een leider. Geef per eigenlijk een argument waarom je dit eigenschap belangrijk vindt. Schrijf dit op in je schrift --> Subdoel 4

Klaar?
Hoofdstuk 3: monniken en ridders
Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel
Opdracht: allemaal

Slide 40 - Tekstslide

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken
- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.

- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.

- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

Slide 41 - Tekstslide

En toen kwam daar in 768......
Karel de Grote
Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Het leenstelsel
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

S1: Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte. (r)
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide