H4 herhaling S1234567

De Middeleeuwen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolGroep 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 3: monniken en ridders
het jaar 500 tot 1000

Slide 2 - Tekstslide

Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot

Slide 3 - Tekstslide

Wat was de standenmaatschappij?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat was de Hanze?
A
Samenwerking van handelaren van hetzelfde beroep
B
Samenwerking van handelssteden.
C
Samenwerking van boeren.
D
Samenwerking van vissen.

Slide 6 - Quizvraag

Hanze

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat het drieslagstelsel was.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat was een gilde?
A
Een soort belasting die je betaalde als je een stad in kwam.
B
Samenwerking van handelssteden.
C
Samenwerking van boeren.
D
Samenwerking van ambachten met hetzelfde beroep

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heette het examen dat je moest doen na 6 jaar in training te zijn geweest bij een ambacht?
A
Schoolexamen
B
Gildeproef
C
meesterproef
D
Voortgangsproef

Slide 12 - Quizvraag

Noem voorbeelden van ambacht in de middeleeuwen.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn stadsrechten en zijn ze ontstaan?

Slide 15 - Open vraag

stad
hertog/graaf

Slide 16 - Tekstslide

Noem 2 oorzaken en 2 gevolgen van de zwarte dood.

Slide 17 - Open vraag

oorzaken:

Besmettelijkte infectieziekte. 

Overgedragen door ratten en vlooien.
gevolgen:

Veel overleden mensen.

Zwarte builen.

Pesthuizen.

Angst

Slide 18 - Tekstslide

Welke voordelen had je als burger in de middeleeuwen?

Slide 19 - Open vraag

Link
https://schooltv.nl/video-item/floris-de-vijfde-ridder-uit-de-middeleeuwen

Slide 20 - Tekstslide

Verder
Leerdoelen leren voor de voortgangsopdracht van donderdag.

Slide 21 - Tekstslide

Verder: Tijd voor Geschiedenis
Hoofdstuk 4:  steden en staten
Paragraaf 4.2 en 4.3

Slide 22 - Tekstslide


A

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.
Adel zorgde voor de bescherming van de mensen. Geestelijke voor het contact met god en verspreiding christendom. Boeren en burgers voor het voedsel.

Slide 25 - Tekstslide

H4. Ik kan uitleggen hoe de sociale verdeling in de middeleeuwen was door:

S5: Ik kan uitleggen hoe stadsrechten zijn ontstaan.

Slide 26 - Tekstslide

Steden
https://schooltv.nl/video-item/welkom-in-de-middeleeuwen-de-steden-en-de-pest-afl-4

Slide 27 - Tekstslide

Kreeg een plaats van de lokale heer stadsrechten, dan mocht ze een stadsmuur bouwen ter bescherming van de inwoners en hun rijkdom. Vóór 1000 werden producten nog met elkaar geruild, daarna begonnen mensen weer geld te gebruiken.

Slide 28 - Tekstslide

Een stadsrecht was naast het bouwen van een muur, ook dat je een markt mocht beginnen in de stad. Dat leverde natuurlijk veel geld op!

Slide 29 - Tekstslide

H4. Ik kan uitleggen hoe de sociale verdeling in de middeleeuwen was door:
S5: Ik kan uitleggen hoe stadsrechten zijn ontstaan.




Doordat een leenheer rechten aan de stad en zijn burgers gaf. De leenheer kon de stad het recht geven een muur
of markt te bouwen, dit werden dan stadsrechten .

Slide 30 - Tekstslide

H4: Steden en staten
H4.2 Platteland en stad
Opdrachten: alles

Slide 31 - Tekstslide

H2: Ik kan uitleggen hoe het leven van een Europeaan eruitzag tijdens de Middeleeuwen
S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 

S2: Ik kan uitleggen hoe het leven op een domein werkte. 

S3: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 32 - Tekstslide

In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Kijk naar de foto, welke standen waren er denk je?

Slide 33 - Open vraag

Ridders 

Slide 34 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Een leenman bestuurde dus het gebied dat hij in leen had van de koning. Ergens in dat leen bewoonde de leenman zelf een versterkte boerderij of kasteel. Ook ridders hadden vaak een stuk grond. Op dat eigen landgoed of domein stond het huis van zo'n edelman. Op zijn domein mocht elke edelman zelf de regels bepalen. Voor de boeren was hij hun landheer. En bij zijn dood erfde zijn oudste kind. Hierover had de koning niets te zeggen.

Slide 38 - Tekstslide

Op de grond van elke landheer werkten horigen (onvrije boeren). Zij kregen bescherming van hun landheer. 

Slide 39 - Tekstslide

Horigen mochten niet zomaar op het land wonen en werken. In ruil voor bescherming moesten ze:
Oogst
Het land bewerken en een deel van de oogst aan hun heer geven. 
Herendiensten
Verplichte taken uitvoeren: hekken timmeren, eieren geven, wegen bijhouden, kleding repareren.
Huur
Huur betalen voor de landbouwgrond

Slide 40 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is. (r)
1. landheer laat horigen (onvrije boeren) op zijn land leven en werken. Hij beschermt de horigen tegen invallen/dieven.
2. horigen zijn verplicht om huur, herendiensten (hekken bouwen, kleding repareren, deel van de oogst) af te staan. Ook mogen ze niet zomaar hun land verlaten.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 
Drieslagstelsel: Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken (akkers) verdeeld. Er werd ook nog een andere verdeling in drieën gemaakt, nl. in 3 jaren. Waarop het ene jaar zomergraan en het tweede jaar wintergraan werd verbouwd. Het derde jaar lieten de boeren de grond braak liggen, zodat de landbouwgrond zich kon herstellen.

Slide 43 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i) 
Opdracht: subdoel 4
Kies 3 eigenschappen uit die je belangrijk vindt voor een leider. Geef per eigenlijk een argument waarom je dit eigenschap belangrijk vindt. Schrijf dit op in je schrift --> Subdoel 4

Klaar?
Hoofdstuk 3: monniken en ridders
Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel
Opdracht: allemaal

Slide 44 - Tekstslide

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken
- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.

- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.

- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

Slide 45 - Tekstslide

En toen kwam daar in 768......
Karel de Grote
Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

Het leenstelsel
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

S1: Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte. (r)
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide