Herhaling van persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,3
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Doel van de les:
Herhaling van persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Dat IS een goed idee.
a. BN (twee vingers)
b. LW (drie vingers)
c. WW (vier vingers)
Slide 2 - Tekstslide
Welke woordsoort zie je in hoofdletters
Deze taart heb ik speciaal VOOR jouw moeder gebakken.
a. BN (twee vingers)
b. VZ (drie vingers)
c. WW (vier vingers)
Slide 3 - Tekstslide
Boek van Nederlands blz. 206
we bekijken samen de theorie over persoonlijk en aanwijzend voornaamwoord op blz. 206 bovenaan.
Slide 4 - Tekstslide
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Welke fouten zie je in deze zinnen?
1. Heb je me nieuwe fiets al gezien?
2. Hun komen altijd te laat.
Slide 5 - Tekstslide
Persoonlijk en bezittelijk vnw
Een pers. vnw duidt een persoon of ding aan: Ik ben verliefd, ze zijn erg mooi, die vriendin van jou.
Een bez. vnw geeft aan van wie iets is. Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Mijn jas, onze fietsen, haar bekendste liedje.
Slide 6 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoord
Slide 7 - Tekstslide
Persoonlijk of bezittelijk?
Sommige woordsoorten (je, haar , ons, jullie, hun) kunnen zowel persoonlijk als bezittelijk voornaamwoord zijn. Je kunt dan het volgende trucje toepassen: - Een pers. vnw kun je vervangen door hijof hem. - Een bez. vnw kun je vervangen door zijn.
1. Is die kat van jullie ziek? --> Is die kat van hem ziek? jullie = pers vnw. 2. Dat is ons huis. --> Dat is zijn huis. ons = bez. vnw
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.