8. V5 Communicatie 32 Essay

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom v5!

Slide 2 - Tekstslide

Programma

  1. leerwerkcheck 2-7
  2. Huiswerk samenvatten nakijken
  3. Communicatie 32: Essay
  4. Afsluiting (leerdoelcheck)
  5. Vooruitblik (naar volgende les)

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp? Hoofdgedachte?
Tekstdoel? Tekstvorm?

Er was Sneeuwwitje die zei: "En wie heeft er bedacht dat ik nog lang en gelukkig leefde? Gelukkig? Omdat ik met een prins mocht trouwen? Denk je dat je daar gelukkig van wordt? Natuurlijk zei ik ja. Wat had ik anders moeten zeggen? Had ik bij die dwergen moeten blijven?'

Bron: Tjitske Jansen Koerikoeloem

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?
A
gedachte uit je hoofd
B
het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt in de tekst
C
samenvatting van een tekst
D
één kernzin in de tekst

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort NIET in de kern van een tekst?
A
het belangrijkste wordt samengevat
B
nieuwe informatie
C
meerdere alinea's
D
deelonderwerpen

Slide 6 - Quizvraag

Een functiewoord is
A
een verbindingswoord
B
zegt waar een tekstdeel over gaat
C
Geeft de functie van een tekstdeel aan
D
een signaalwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een synopsis?
A
Quickguide bij elektronisch apparatuur
B
Een samenvatting van een boek of verhaal
C
Een in volzinnen uitgeschreven inhoudsopgave
D
Schematische samenvatting zoals een mindmap

Slide 8 - Quizvraag

Opdr 1, blz 54
  • Een informatieve samenvatting bevat de belangrijkste informatie uit een origineel.
  • Een synopsis beschrijft kort de loop van een verhaal.
  • Een indicatieve samenvatting geeft de kijker of lezer een voorproefje van het origineel.
  • (Een schematische samenvatting geeft de informatie verkort weer in een mindmap, tabel, grafiek of infographic.)

Slide 9 - Tekstslide

Opdr 2, blz 54
a     Je zou een informatieve samenvatting (eventueel: een schematische informatieve samenvatting) kunnen maken, om de belangrijkste informatie uit de paragraaf in een verkorte versie te gieten.  
    
b     De afbeelding en de tekst in oranje kun je overslaan.

c     Titels en kopjes zijn vaak ook samenvattingen: ze geven ultrakort weer wat de inhoud van de tekst erna is.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdr 8-9, blz 57
    8.a     Is het een poging van de Postcode Loterij om Nederland anno 2016 te vatten in ruim een minuut?
    b     Bijvoorbeeld De Postcode Loterij wilde geen beeld geven van heel Nederland, maar een beeld schetsen van een alledaagse straat.  

9. In alinea 8 lees je hoe de reclamefilmmakers hier invulling aan gegeven hebben.    


Slide 12 - Tekstslide

Opdr 10-11, blz 57
    10. a Beide stralen een ‘samen’-gevoel uit.
          b  Bijvoorbeeld Nee, ik associeer Postcode Loterij niet met ‘samen’, maar met geld winnen of gokken.  Of: Ja, want bij de Postcode Loterij win je niet alleen, maar met de hele buurt (althans, de mensen in de buurt die meedoen aan de loterij).

11. Bijvoorbeeld: In opdracht van de Postcode Loterij bedacht een creatief bureau een reclamefilmpje. In dit filmpje is een liedje te horen dat gaat over Nederland anno nu en is een willekeurige straat en haar bewoners in Nederland te zien. Het filmpje laat een beeld van Nederland zien in één minuut. In het artikel stelt de schrijver de vraag hoe passend dit beeld is.



Slide 13 - Tekstslide

Nederland in vijf woorden in één minuut?

Slide 14 - Woordweb

Opdr 12, blz 57
  
    e     Bijvoorbeeld: poldermodel (over alles moet onderhandeld worden), kleinburgerlijkheid, vrijheid, intolerantie, Oranje-gevoel.



Slide 15 - Tekstslide


Doel

Je weet wat een essay is en hoe een essay is opgebouwd.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een essay? Waar vind je essays?

Slide 17 - Woordweb

Inhoud en opbouw
  • Een essay ontstaat uit verwondering.
  • Probleem of kwestie
  • Structuur is belangrijk
  • Eerst introductie probleem of kwestie, daarna neem je de lezer mee in je zoektocht naar mogelijke antwoorden op je vraag 

Slide 18 - Tekstslide

Stijl en formulering
  • Puntig en vlot
  • Blijft niet hangen
  • Kill your darlings
  • Eén gezichtspunt of idee per alinea 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een betogend en een beschouwend essay?

Slide 20 - Open vraag

Lees het essay 'Een iPhone, een liedje en een burgerrevolutie' op pagina 127 van je handboek.
Wat is de hoofdgedachte van dit essay?

Slide 21 - Open vraag

Lees het essay 'Een iPhone, een liedje en een burgerrevolutie' op pagina 127 van je handboek.
Is dit vooral een beschouwend of een betogend essay? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open vraag

Lees het essay 'Van twee kanten' op pagina 52 van je handboek.
Wat is de hoofdgedachte van dit essay?

Slide 23 - Open vraag

Lees het essay 'Van twee kanten' op pagina 52 van je handboek.
Is dit een beschouwend of een betogend essay? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Lees het essay 'Van twee kanten' op pagina 52 van je handboek.
Wat is de opbouw van dit essay?

Slide 25 - Open vraag


Wat is een essay is en hoe is een essay is opgebouwd?
Lesdoelcheck! 

Slide 26 - Open vraag

Vooruitblik
Volgende les: vrijdag
  • Huiswerk: Leren blz 56-67 &  blz 126 in theorieboek
  • Maken: opdr 5, blz 130 in oefenboek
  • Meenemen: laptop, Theorie-& oefenboek KERN, schrift en pen
  • Programma: oefenen leesvaardigheid 

Slide 27 - Tekstslide