Hoofdstuk 3 Getallen 3.4 en 3.5

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een decimaal getal als breuk schrijven.
... breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.
... afronden op één decimaal.
... afronden op twee decimalen.
... wat zinvol afronden is.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Waar zijn we mee bezig geweest?

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 4 - Tekstslide

2/5 is ...
A
0,2
B
0,4
C
0,6
D
0,8

Slide 5 - Quizvraag

3.4 Decimale getallen en breuken
  • Je kan een decimaal getal als breuk schrijven
  • Je kan breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken

Slide 6 - Tekstslide

En nu andersom.
0,1 is ...
A
1/10
B
1/5
C
1/100
D
1/50

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf dit decimale getal als breuk
A
4102
B
24
C
451
D
204

Slide 9 - Quizvraag

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,07 ........... 0,7
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=
D

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
Maken? – 28, 29, 30, 32, 33, 34, 35


timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

3.5 Afronden
  • Je kan afronden op één decimaal.
  • Je kan afronden op twee decimalen.
  • Je weet wat zinvol afronden is.

Slide 12 - Tekstslide

Rond 0,85714 af op één decimaal.
A
0,8
B
0,9
C
0,85
D
0,86

Slide 13 - Quizvraag

Rond 0,85714 af op twee decimalen.
A
0,8
B
0,9
C
0,85
D
0,86

Slide 14 - Quizvraag

De klas MH1b gaat met 21 leerlingen en 2 begeleiders bootje varen. Er kunnen 4 personen in één bootje. Hoeveel bootjes zijn er nodig?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
Maken? – 28, 29, 30, 32, 33, 34, 35
                     en 37, 38, 39, 41, 42, 43


timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoe was je inzet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een decimaal getal als breuk schrijven.
... breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.
... afronden op één decimaal.
... afronden op twee decimalen.
... wat zinvol afronden is.

Slide 18 - Tekstslide

Begrijp je de leerdoelen en begrippen?
wist dit al
ja
bijna
een beetje
nog niet

Slide 19 - Poll

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,14 ........... 0,017
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=
D

Slide 20 - Quizvraag

Hendrik wil ijsjes halen. Eén ijsje kost 0,50. Hendrik heeft 3,40. Hoeveel ijsjes kan hij kopen?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 21 - Quizvraag