In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.2 De Oost en de VOC
Deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Kun je uitleggen hoe de VOC te werk ging in Azië.
Kun je uitleggen wat aandelen en dividend zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Herhaling
Uitleg
Controleren of je het hebt begrepen
Slide 3 - Tekstslide
Welk woord hoort er niet bij?
Heren Zeventien
Kamers
VOC
Tachtigjarige Oorlog
De Tachtigjarige Oorlog hoort hier niet bij. De andere drie begrippen gaan over de VOC of het bestuur van de VOC en de Tachtigjarige Oorlog heeft hier niks mee te maken.
Slide 4 - Tekstslide
Welk woord hoort er niet bij?
VOC
Specerijen
Amerika
Indië
Amerika hoort niet in dit rijtje thuis. De VOC ging alleen naar het Oosten en dus naar Indië waar ze handelde in specerijen.
Slide 5 - Tekstslide
Welk woord hoort er niet bij?
Johan van Oldenbarnevelt
Cornelis de Houtman
Willem Barentz
Johan van Oldenbarnevelt hoort niet in dit rijtje. Hij is raadspensionaris. De andere 2 personen zijn ontdekkingsreizigers.
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg
Maak aantekeningen!
Slide 7 - Tekstslide
Handelsfactorijen
Omdat kolonisatie onmogelijk was, maar omdat ze wel handel wilden drijven werden factorijen – goed verdedigbare handelssteunpunten in Azië gebouwd.
Slide 8 - Tekstslide
Jakatra en Batavia.
Oorzaak: VOC stichtte of veroverde op Spanje en Portugal overal in Azië handelsfactorijen. Gevolg: de VOC kon zo deelnemen aan de Aziatische handel.
In 1619 vestigde Jan Pietersz. Coen in Batavia het centrale handelspunt en bestuur van de VOC in Azië. Hij was de Gouverneur-Generaal. Jakarta werd verwoest en bewoners verdreven.
Uit Europa nam de VOC goud en zilver mee om mee te handelen.
Slide 9 - Tekstslide
Ruilen en kopen
VOC verdiende veel geld met de inter-Aziatische handel
In china werd zijde, thee etc gekocht -> verkopen in Japan voor zilver -> katoen in india -> specerijen in Indië -> terug naar Nederland.
Er werden geen grote gebieden veroverd: factorijen waren voldoende.
Verdragen met Aziathische vorsten -> alleen handelen met de VOC
Slide 10 - Tekstslide
Jan Pieterszoon Coen
Berucht vanwege het gebruik van geweld
De bewoners van de Banda-eilanden verkochten ondanks het verbod toch zelf nootmuskaat aan de Engelsen omdat de VOC niet de beloofde rijst leverde. J.P. Coen liet leiders onthoofden en verdreef de bevolking.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Waarmee verdiende de VOC het meeste geld?
A
De Trans-Atlantische handel
B
De inter-Aziatische handel
C
De slavenhandel
D
De specerijenhandel
Slide 13 - Quizvraag
Aandelen
Om de schepen en het personeel te financieren gaf de VOC aandelen uit. Aandeel= een klein stukje v. bedrijf
Iedereen kon aandelen kopen. Zo bezat je een klein deel van de VOC en kreeg je dus ook een klein deel van de winst: dividend.
Je kon aandelen kopen of verkopen op de Amsterdamse Beurs.
De VOC werd zo een beetje van 'iedereen'.
Slide 14 - Tekstslide
Oorlog en handel
Oprichting van VOC was ook tegen Spanje en Portugal gericht (niet alleen om onderlinge concurrentie te vermijden) -> de VOC probeerde hun zeeroutes en handelsgebieden in Azië af te pakken.
Dit paste in de strijd: de Opstand.
Er werden door Spanjaarden en Hollanders 'kaperbrieven' uitgedeeld aan piraten; handel en oorlog gingen hand in hand.