Wk42 Les 6: 2.6 Dieten t/m 2.9 Voeding en religie

Partie garnituren (jaar 2, laatste onderwerp jaar 1)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Horeca, Bakkerij en RecreatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Partie garnituren (jaar 2, laatste onderwerp jaar 1)

Slide 1 - Tekstslide

Totaal planning jaar 2 t/m laatste schoolweek voor de praktijkexamens
Onderstaande planning is aan verandering onderhevig. 
JAARPLANNING
Periode 1 (10 september t/m 12 november)
  • Nog doen van vorig jaar werkboek (wb) Partie garnituren + toets
  • Toets Aardappel-,rijst en meelspijsbereidingen: 1 oktober!
  • Toets Groentebereidingen en vruchtencompotes: 15 oktober!
  • Vervolgens: werkboek (wb) Partie vis, vlees en gevogelte
Periode 2 (19 november t/m 4 februari)
  • Werkboek (wb) Partie nagerechten
  • Werkboek (wb) Menu koken
Periode 3 (11 februari t/m 26 april)
  • Werkboek (wb) Keuken calculaties
  • Werkboek (wb) Voorraadbeheer kok
  • Werkboek (wb) Algemene beroepsvaardigheden 
Toetsing zal plaatsvinden tussen de vaklessen door, jullie zullen hiervoor tijdig op de hoogte worden gesteld. Ook krijg je een overzicht van wat je moet leren voor de toetsen. 

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen partie Garnituren
Studiewijzer periode 1, Week 37, 10 september (deze krijg je in hardkopie uitgedeeld)
  • 1 Aardappel-rijst- en meelspijsbereidingen (deel 1  en 2 van de les)
  • 1.1 Onderzoek naar de aardappel-, rijst- en meelspijsbereidingen/-gerechten (deel 1 en 2 van de les)
  • 1.2 Aardappelen- warenkennis  (deel 1 en 2 van de les)
  • 1.3 Rijst- warenkennis (deel 3 en 4 van de les)
  • 1.4 Meelspijzen of pasta- warenkennis (deel 3 en 4 van de les)
Week 38, 17 september
  • 1.5 Aardappelbereidingen  (deel 1 en 2 van de les)
  • 1.6 Rijst- en meelspijsbereidingen  (deel 1 en 2 van de les)
  • 1.7 Arbo-Gezondheid en welzijn (deel 3 en 4 van de les)
  • 1.8 Afwas- en reinigingsapparatuur (deel 3 en 4 van de les)
Week 39, 24 september: vragen klassikaal doornemen + voorbereiden op toets.
Week 40, 1 oktober: 2.1 t/m 2.4 + 2.5 t/m 2.9 + 2 Groentebereidingen en vruchtencompotes: 2.1 t/m 2.4
Week 41, 8 oktober: toets partie Garnituren (eerste uur) + start partie vis, vlees en gevogelte.
Week 41 t/45: H1 Vis, schaal- en schelpdieren + H2 Vlees, gevogelte en wild. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma 
Dagindeling P1 ma 9-10.30 uur + 12.15-13.45 uur Theorie: 2.3 t/m 2.9
  • Deel 1: 9-9.55 uur: herkansing toets 1 
  • Deel 2: 9.55- 10.30 uur: herkansing toets 1
12.15-13.45 uur
  • Deel 3: 12.15-13.00 uur: bespreken gemaakte vragen
  • Deel 4: theorie H2.6 t/m H2.9 highlights + zelfstandig werken uit werkboek + vragen maken  

Let's go 
  • Welkom, theorie
  • Korte terugkoppeling en activeren voorkennis, theorie 
  • Resterende tijd: zelfstandig werken uit werkboek + (uitwerken vaktermenlijst)

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen  
Na deze les weet je onder andere:
  • Welke dieeten er zijn
  • Wat de allergenen wetgeving inhoudt
  • Welke voedingsgewoonten er zijn

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis 
Wie kent er een voedingsdieet?

Welke producten kunnen een allergische reactie
opwekken?

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken vragen vorige les
Lezen H2.20 Groentenbereidingen blz. 186-198
Maken paragraaf 2.3: opdracht 20 t/m 28.

Lezen H2.20 Groentenbereidingen blz. 186-198
Maken paragraaf 2.4: opdracht 29 t/m 35.
Voor vraag 35 lees je eerst paragraaf 2.26 Nagerechten, tekst: 'Compotes'.

Lezen H5.1 Spijsvertering blz. 353
Maken paragraaf 2.5: opdracht 36, 37, 38, 39 en 40.





Slide 7 - Tekstslide

H2.6 Dieten (T5.2)
Een dieet is een voeding die om medische redenen afwijkt van de normale voeding (voorgeschreven door arts, uitgewerkt door dieetist). Vier hoofdgroepen:

1. Beperkte dieten: één of meer voedingsstoffen minder dan normaal gebruikt
2. Verrijkte dieten: één of meer voedingsstoffen meer dan normaal gebruikt
3. Verwijderde dieten: één of meer voedingsstoffen totaal niet meer gebruikt
4. Vervangingsdieten: één of meer voedingsstoffen worden vervangen door andere

Soorten dieten
- Natriumbeperkt (zoutarm), energiebeperkt (vetarm/ suikerarm), glutenvrij (geen tarwe, rogge, gerst, haver), lactosebeperkt (melksuikervrij), etc.


Slide 8 - Tekstslide

H2.7 Allergenenwetgeving
Allergenenwetgeving (sinds 2014): alle aanbieders van voedingsmiddelen moeten allergeneninformatie geven over hun producten, zowel voorverpakt als onverpakt (EU-wetgving).

Eiwitten die een allergische reactie kunnen opwekken. Mensen met een voedselallergie reageren overgevoelig na het eten van allergenen waar ze allergisch voor zijn. Bij een allergische reactie komen stoffen vrij die verantwoordelijk zijn voor symptomen als roodheid, zwellingen, uitslag en slijmproductie.



Slide 9 - Tekstslide

H2.7 Allergenenwetgeving
Door Europa is bepaald dat alleen informatie afgegeven moet worden over voedselallergenen die de meeste overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Dit zijn er 14, te weten:
-glutenbevattende granen, zoals tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut
-ei, vis, pinda, noten, zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten, sojamelk, inclusief lactose, schaaldieren, weekdieren, selderij, mosterd, sesamzaad, sulfiet, lupine. 

Slide 10 - Tekstslide

H2.7 Allergenenwetgeving (T5.2 tekst Allergenenwetgeving)
Anafylactische shock
Een acute, hele ernstige allergische reactie op lichaamsvreemde stof. Veroorzaakt door een allergeen= lichaamsvreemde stof die een allergische reactie kan veroorzaken. Veel verschillende allergenen bv. voedselbestanddelen als pinda’s, noten, melk. Spoor allergeen kan al genoeg zijn voor anafylactische shock. https://www.youtube.com/watch?v=rdl2gGeiz0g

Allergenendeclaratie gerechten
Wettelijk verplicht (ondernemer) om volgens deze declaratie te werken. Zonder goed allergenenbeleid-> mogelijk niet meer verzekerd bij eventuele letselschade of aansprakelijkheidsstelling. Alle bedrijven die voeding en/of drank bereiden, dienen informatie te verstrekken aan gast over aanwezigheid van allergenen in verpakte en niet-verpakte producten.

Slide 11 - Tekstslide

H2.8 Voedingsgewoonten en trends in voeding (T5.3 Voedingsgewoonten) 
Vegatarisch (klassiek en modern)
Uitsluitend vegetarische voeding, geen voedingsmiddelen waarvoor dieren zijn gedood.
Klassiek: uitsluitend plantaardige natuurvoeding, veel granen, rauwkorst, fruit, gerookt eten
Modern: minder streng, redenen keuze: wel eerbied voor het leven, veroordelen bio-industrie (eten soms wel vis), verspilling granen en veevoer, gezondheid (huidige eten veel dierlijk eiwit en vet, tegelijkertijd weinig voedingsvezels en vitamines)
a. lacto vegetarisch (modern): geen voedingsmiddelen en materialen die verkregen zijn door het doden van een dier. Gebruiken wel melk, boter, kaas en eieren. Veel volkoren en peulvruchten. 
b. veganisten: vermijden alle vormen van dierlijke voedingsmiddelen: geen vlees, vis, melk, ei, kaas, honing of producten waarin deze verwerkt zijn. Geen kleding wol en leren schoenen.
Uit onderzoek blijkt: vegetariers, leven langer, minder kans op kanker en welvaartsziektes.

Slide 12 - Tekstslide

H2.8 Voedingsgewoonten en trends in voeding (T5.3 Voedingsgewoonten) 
Ecologische voeding
Jaren 70: mens en milieu sterk met elkaar verbonden= uitgangspunt. Milieu is van levensbelang. Eisen:
- Geen onnodige verspilling van voedsel
- Geen onnodige verontreiniging van milieu
- Geen verstoring van het natuurlijk evenwicht
- Geen uitputting van grondstoffen of energie-voorraden.




Slide 13 - Tekstslide

H2.8 Voedingsgewoonten en trends in voeding (T5.3 Voedingsgewoonten) 
Antroposofisch (Rudolf Steiner, jaren '20)
Dit soort voeding maakt deel uit van een antroposofische levenshouding. Totaalvisie op de mens en de wereld waar hij in leeft (vrije school, kind staat centraal, antro=mens). De wereld waarin men leeft is onder te verdelen in mineralen, plantenwereld, dierenwereld en mens.
Maaltijdsamenstelling: gevarieerd van diverse plantendelen: wortel, blad, bloem, vrucht, zaad. Granen nemen een centrale plaats in, voedsel wordt op harmonieuze wijze verbouwd en bereid. 

Bilogisch dynamisch (BD-> Demeter-keurmerk)
De aarde wordt gezien als een levend organisme als deel van de gehele kosmos. Normen op gebied van bemesting, veevoeding, dierhouderij en verwerking zijn strenger dan de biologische normen. https://www.youtube.com/watch?v=wF6euqZSbNg


Slide 14 - Tekstslide

H2.8 Voedingsgewoonten en trends in voeding (T5.3 Voedingsgewoonten) 
Biologische landbouw
Mileu- en diervriendelijke vorm van landbouw, bondgenoot van de natuur. Horecabedrijven werken steeds meer met biologische producten, gasten weten het steeds beter te waarderen. Overschotten, gekke-koeienziekte, varkenspest zetten mensen aan het denken. 

Macrobiotiek (groot leven)
Naast voedingsgewoonte vooral bepaalde levensstijl-> een lang en intensief leven, gekenmerkt door gezondheid en geluk, centraal begrip= evenwicht. 
Extremen in voedsel vermijden, goed kauwen is van belang, rustig eten. Graanproducten vormen de basis van macrobiotische voeding:


Slide 15 - Tekstslide

H2.9 Voeding en religie (T5.4 Voeding en religie) 
Hindoeisme
Geloven in reincarnatie: na de dood terugkeer op aarde. Alles wat leeft is heilig, eten geen vlees. Koe en klaf zeer belangrijk: levert boter, melk en arbeid. Voedsel:
- Groenten en kruiden: gebakken in plantaardige olie, niet gekookt
-Peulvruchten: rijst, cassave, kokosnoten, pinda's en fruit, melk (producten), eieren en honing
Jodendom
Thora-> voedingsgewoonten. Spijswetten (kasjroet), deelsymbolische, heilige betekenis. 
'Trefa'-> voedsel dat joden niet mogen eten
'Koosjer'-> voedsel dat volgens het jodendom geschikt is voor consumptie
Joodse keuken bestaat uit twee afdelingen: vleesproducten, melk en melkproducten mogen niet samen worden bereid en genuttigd.


Slide 16 - Tekstslide

H2.9 Voeding en religie (T5.4 Voeding en religie) 
Trefa (niet eten): 
- onreine zoogdieren: varken, paard, haas, konijn. Onreine vissen: paling, steur, zeewolf
Koosjer (wel eten):
- reine zoogdieren: die herkauwen en gespeleten hoeven hebben, koeien, kalveren, schapen, lammeren, geiten, herten
- reine vissen met schubben vinnen: zalm, haring, kabeljauw, tarbot
Echt koosjer koken is in geen enkel 'normaal' restaurant goed te doen.
Islam (Koran geeft aan wat wel/niet mag)
Voedsel zoveel mogelijk delen met anderen. Weggooien eten is belediging van Allah. Eten geen: varkensvlees en niet-ritueel geslacht vlees, geen alcohol. 'halal' mag wel: voedselbereiding bereidt volgens de islamtische wet, de Shari'ah-> eigen keurmerk. 


Slide 17 - Tekstslide

Belangrijke toetsonderwerpen
- Groentensoorten kennen en hoofdgroepen (stengelgroenten, vruchtgroenten, etc.), bereidingswijzen groenten: blancheren, gratineren, etc.hoe voer je de verschillende bereidingen (basis) voor groenten uit
- Snijplank kleuren keuken, wanneer welke plank, keukengereedschap kennen voor schillen en pureren groenten, 
- Het vullen van groentes duxelles + Franse termen voor groentegarnituren 
- Kwaliteitsklassen groenten, ciseleren, tourneren, schoonmaaktechnieken groenten en Franse benamingen zoals schrappen: 'évider', hoe bewaren van verschllende soorten groenten (temp. etc.)
- Het maken van appelcompote, soorten keukenapparatuur kennen voor groenten
- Dieetsoorten: cholesterolbeperkt diet en natriumbepert, etc.
- De weg van voedsel in het spijsverteringskanaal + onderdelen spijsvertering in het lichaam (lever, maag, etc.)
- Afvoer afvalstoffen en afbraak voedingsstoffen
- Voedingsgewoonten: veganist, vegetarier, lacto, etc.
- Macrobitiek, kenmerken slowfood, voedselafdruk en CO2 uitstoot, keurmerken voedingsgewoonten (EKO, etc.)
- Voedingsgewoonten en religie: hindoeisme, jodendom + begrippen hierbij zoals koosjer, etc. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide