2.1 ongeslachtelijke voortplanting

Vul de volgende zin aan:
Ik ben dankbaar voor...., omdat...
Beschrijf iets van afgelopen weekend.
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vul de volgende zin aan:
Ik ben dankbaar voor...., omdat...
Beschrijf iets van afgelopen weekend.

Slide 1 - Open vraag

2.1 ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
Je kan uitleggen wat ongeslachtelijke voortplanting is.
Je kan voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting.

Je kan de celcyclus beschrijven.
Je weet waar in de BINAS de celcyclus beschreven staat.

Je kunt standpunten over klonen toelichten met ethische en biologische argumenten. 



Slide 3 - Tekstslide

ongeslachtelijke voortplanting


* nakomelingen ontstaan door 
* nakomelingen zijn 

Slide 4 - Tekstslide

ongeslachtelijke voortplanting


* nakomelingen ontstaan door celdeling
* nakomelingen zijn identiek aan hun voorouder

Slide 5 - Tekstslide

ongeslachtelijke voortplanting


knollen          wortelstokken          uitlopers                            bollen
(stengel/wortel)                               (stengel)                            (blad)

Slide 6 - Tekstslide

kunstmatig ongeslachtelijk

Slide 7 - Tekstslide

kunstmatig ongeslachtelijk
stekken                        weefselkweek              klonen?!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

In welke BINAS tabel vind je informatie over de celcyclus?

Slide 11 - Open vraag

Noem twee redenen waarom mitose belangrijk is voor jouw lichaam.

Slide 12 - Open vraag

Het kopiëren van DNA hoort bij de celdeling.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 13 - Quizvraag

Op welke manier gaat de voortplanting van eencelligen?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Celdeling
C
Stekken

Slide 14 - Quizvraag

Op welk punt in de celcyclus vindt
DNA-replicatie plaats?
A
Tijdens de celdeling (mitose).
B
Tijdens de G1 (1e groei) fase.
C
Tijdens de S (synthese) fase.
D
DNA-replicatie vindt constant plaats.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een biologische en een ethische reden?

Slide 16 - Open vraag

argumenten geven 
ethisch argument 
* heeft met normen te maken, is het 'juist' om te doen?
* bijv. "Het is niet juist om het lichaam van dieren te gebruiken als voeding."

biologisch argument
* heeft met de natuur te maken, wat is het effect op het leven op de wereld?
bijv. "De bio-industrie stoot veel koolstofdioxide uit, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde."

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

en dan nu... in stilte werken
* Werk aan je begrippenlijst van 2.1.
* Maak opgaven van 2.1. 

2.1: alle opgaven
2.2: alle opgaven

timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Geef deze les een beoordeling.
A
Onvoldoende!
B
Voldoende.
C
Goed.
D
Zeer goed!

Slide 23 - Quizvraag

Leg je beoordeling uit:
Wat vond je goed? Wat kan er beter?

Slide 24 - Open vraag