Taal thema 3 les 15
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het volksfeest
A
Stil van verbazing
B
Groot en stevig gebouwd
C
Iets wat dwars door alles heen gaat
D
Een feest dat op straat gevierd wordt en waar heel veel mensen aan meedoen
Slide 2 - Quizvraag
Ingetogen
A
Vrolijk, uitgelaten
B
Rustig, bescheiden
Slide 3 - Quizvraag
Troebel
A
Zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt
B
Je verkleden dat je onherkenbaar bent
C
Een vloeistof die niet helder is, waar je niet goed doorheen kunt kijken
Slide 4 - Quizvraag
Beduusd
A
Stil van verbazing
B
Rustig, bescheiden
C
Vrolijk, uitgelaten
Slide 5 - Quizvraag
De vroedvrouw
A
Een vrouw die voor haar beroep helpt bij bevalling
B
Een vrouw die net bevallen is
Slide 6 - Quizvraag
Goedkeurend
A
Je laat door je blik merken dat je het er niet mee eens bent
B
Je laat door te knikken merken dat je het ermee eens bent
Slide 7 - Quizvraag
Gebruikelijk
A
Wat je geeft
B
De manier
C
Je bemoeit je ermee, omdat je denkt dat het anders verkeerd gaat
D
Zo wordt het altijd gedaan
Slide 8 - Quizvraag
In de kinderschoenen staan
A
Het moet zich nog ontwikkelen
B
Het moment dat een baby geboren wordt
Slide 9 - Quizvraag
Likkebaarden
A
Een insect met lange achterpoten waarmee hij ver kan springen
B
Een insect dat op een mier lijkt en in warme landen leeft
C
De lippen aflikken omdat je je verheugt op iets lekkers
D
Bijna overgeven
Slide 10 - Quizvraag
Aanprijzen
A
Hangt af van
B
Met veel energie en voedingsstoffen
C
Reclame maken voor iets of iemand
Slide 11 - Quizvraag
Behoefte hebben aan
A
Een andere mogelijkheid
B
Iets willen hebben, iets nodig hebben
C
Een dunne soep gemaakt van vlees, vis, groenten of kruiden
D
Alles bij elkaar
