Les 11 (28 januari, week 5)

Dienstag, 28. Januar
Woche 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dienstag, 28. Januar
Woche 5

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Werken uit het boek
  • Aussprache

Slide 2 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 8a (S. 14)

+ Erklärung

Slide 3 - Tekstslide

bestimmter Artikel + Adjektiv im Nominativ
bepaald lidwoord + bijvoegelijk voornaamwoord in 1e nv
=

Slide 4 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord in de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der
+e 
die
+e
das
+e 
die 
+en


De groene Pullover ist schön
ond dus -> 1e nv mannelijk = der grüne Pullover
mannelijke woorden

Slide 5 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord in de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der
+e 
die 
+e
das
+e 
die 
+en

De lieve Großmutter hat eine Katze.
ond dus -> 1e nv vrouwelijk= die liebe Großmutter
vrouwelijke woorden

Slide 6 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord in de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der 
+e 
die 
+e
das 
+e 
die 
+en


Het kleine Kind hat ein Bett.
ond dus -> 1e nv onzijdig = das kleine Kind.
onzijdige woorden

Slide 7 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord in de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der 
+e 
die 
+e
das 
+e 
die 
+en


De mooie Flamingos haben lange Beine.
ond dus -> 1e nv meervoud = die schönen Flamingos
meervoud woorden

Slide 8 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 9 bis 12 (S. 16-17)
Fertig? Vul de Lernwortschatz in van 'die Mütze' t/m 'vorsichtig' (S. 21).

We bespreken de antwoorden

Slide 9 - Tekstslide

'die Mütze' t/m 'vorsichtig'
Lernwortschatz

Slide 10 - Tekstslide

Aussprache

Slide 11 - Tekstslide

Aussprache Übung (10 min.)
  1. Je krijgt van mij een tekst.
  2. Lees deze tekst aan je klasgenoot voor.
  3. Je klasgenoot schrijft tips/tops over de uitspraak van de letters met Umlaut.
  4. Lees de tekst nog een keer voor en gebruik de tips van je klasgenoot.
  5. Nu is de ander aan de beurt, herhaal de stappen hierboven.

Klaar? Markeer woorden waarvan je denkt/weet dat de uitspraak anders is dan dat je het schrijft.

Slide 12 - Tekstslide