Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Introductie Bijvoeglijk Naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Das ist ein
Auto
.
Das ist ein
rotes
Auto.
Das ist ein
rotes
,
schnelles
Auto
Slide 6 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(mijn) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine Großmutter
(mijn
lieve
) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine lieb
e
Großmutter
vrouwelijke woorden
Slide 7 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(de) Flamingos haben lange Beine.
ond +1 mv = die Flamingos
(de
mooie
) Flamingos haben lange Beine.
ond +1 mv = die schön
en
Flamingos
meervoud woorden
Slide 8 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(de) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = der Pullover
(de
groene
) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = der grün
e
Pullover
mannelijke woorden
Slide 9 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(mijn) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = mein Pullover
(mijn
groene
) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = mein grün
er
Pullover
mannelijke woorden
Slide 10 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(
de
groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m =
der
grün
e
Pullover
(
mijn
groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m =
mein
grün
er
Pullover
mannelijke woorden
Slide 11 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(het) Kind hat ein Bett.
ond +1 o = das Kind
(het
kleine
) Kind hat ein Bett.
ond +1 o = das klein
e
Kind.
onzijdige woorden
Slide 12 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(jouw) Kind hat ein Bett.
ond +1 o = dein Kind
(jouw
kleine
) Kind hat ein Bett.
ond +1 o = dein klein
es
Kind.
onzijdige woorden
Slide 13 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
(
het
kleine) Kind hat ein Bett.
ond +1 o =
das
klein
e
Kind.
(
jouw
kleine) Kind hat ein Bett.
ond +1 o =
dein
klein
es
Kind.
onzijdige woorden
Slide 14 - Tekstslide
Oefenen!
Bestudeer de tabel goed en prent de uitgangen van de bijvoeglijk naamwoorden uit je hoofd.
Kan jij ze toepassen?
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Slide 15 - Tekstslide
(de lieve) Lehrerin hat eine tolle Aufgabe gemacht.
1/4
A
der liebe
B
der lieber
C
die liebe
D
die lieben
Slide 16 - Quizvraag
Warum ist (de blauwe) Auto (o) weggefahren?
2/4
A
das blaue
B
das blaues
C
der blaue
D
der blaues
Slide 17 - Quizvraag
Das ist (mijn knappe) Mann!
3/4
A
mein hübsche
B
meine hübscher
C
meiner hübsche
D
mein hübscher
Slide 18 - Quizvraag
Haben (de slimme) Schüler diese Aufgaben verstanden?
4/4
A
der kluger
B
die kluge
C
die klugen
D
der kluge
Slide 19 - Quizvraag
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 20 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Meine Großmutter hat (een) Katze.
lv +4 v = eine Katze
Meine Großmutter hat (een
lieve
) Katze.
lv +4 v = eine lieb
e
Katze
vrouwelijke woorden
Slide 21 - Tekstslide
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 4e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
Die Flamingos haben (geen) Beine.
lv +4 mv = keine Beine
Die Flamingos haben (geen
korte
) Beine.
lv +4 mv = keine kurz
en
Beine.
meervoud woorden
uitleg
Slide 22 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
Der Pullover hat (een) Streifen.
lv +4 m = einen Streifen
Der Pullover hat (een
oranje
) Streifen.
lv +4 m = einen orang
en
Streifen
mannelijke woorden
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 23 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
Das Kind hat (het) Bett bekommen.
lv +4 o = das Bett
Das Kind hat (het
oude
) Bett bekommen.
lv +4 o = das alt
e
Bett
onzijdige woorden
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 24 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
Das Kind hat (mijn) Bett bekommen.
lv +4 o = mein Bett
Das Kind hat (mijn
oude
) Bett bekommen.
lv +4 o = mein alt
es
Bett
onzijdige woorden
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 25 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 4e naamval
Das Kind hat (
het
oude) Bett bekommen.
lv +4 o =
das
alt
e
Bett
Das Kind hat (
mijn
oude) Bett bekommen.
lv +4 o =
mein
alt
es
Bett
onzijdige woorden
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 26 - Tekstslide
Oefenen!
Bestudeer de tabel goed en prent de uitgangen van de bijvoeglijk naamwoorden uit je hoofd.
Kan jij ze toepassen?
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 27 - Tekstslide
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e
/
+es
die / keine
+en
Slide 28 - Tekstslide
Hast du (de nieuwe) Netflixserie (v) gesehen?
1/4
A
der neuen
B
die neuen
C
das neue
D
die neue
Slide 29 - Quizvraag
Gestern hat mein Bruder (een spannend) Buch (o) gekauft.
2/4
A
ein spannende
B
ein spannendes
C
eines spannende
D
ein spannender
Slide 30 - Quizvraag
Meine Schwester hat (een nieuwe) Freund (m).
3/4
A
ein neuer
B
einen neuen
C
einen neue
D
ein neue
Slide 31 - Quizvraag
Hast du (mijn rode) Schuhe (mv) gesehen?
4/4
A
meine roten
B
meinen roten
C
meinen rote
D
meine rote
Slide 32 - Quizvraag
Nu zelf! Let op, je moet het op de juiste manier opschrijven:
ond +1 m = mein lieber alter Vater
lv +4 mv = deine großen Schwestern
mw +3 o = dem kleinen Dorf
Ken je de ein-Gruppe én het schema al uit je hoofd? Dan gaat het nog makkelijker!
Let op de spaties bij het typen!!!
Slide 33 - Tekstslide
Hast du (mijn lieve) Oma gesehen?
1/4
Slide 34 - Open vraag
(de oude) Mann hat (zijn kleine lieve) Nichte ein Auto gegeben.
2/4
Slide 35 - Open vraag
Warum hat sie (mijn strenge) Eltern mein Geheimnis erzählt?
3/4
Slide 36 - Open vraag
(zijn grote oude) Haus (o) hat
(een mooie) Farbe (v).
4/4
Slide 37 - Open vraag
Samenvatting!
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord krijgt een eigen uitgang
Alle bijvoeglijk naamwoorden die voor hetzelfde zelfstandig naamwoord staan krijgen dezelfde uitgang
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
3H1
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Introductie Bijvoeglijk Naamwoord
September 2024
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Introductie Bijvoeglijk Naamwoord 3ha
November 2021
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Naamvallen: bijvoeglijk naamwoord
Augustus 2022
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Lesplan/ Gram/ 3v Naamvallen: bijvoeglijk naamwoord
Maart 2022
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Naamvallen: bijvoeglijk naamwoord
April 2022
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
V2 K3 Heute
Januari 2021
- Les met
14 slides
Deutsch
Secondary Education
VW4 Woche 8
Februari 2023
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 W12
Maart 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6