H5 - T2: BS 4

Planning
herhalingsvragen papier
herhalingsvragen in les
filmpje
genexpressie
herhalingsvragen genexpressie 




1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
herhalingsvragen papier
herhalingsvragen in les
filmpje
genexpressie
herhalingsvragen genexpressie 




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STARTOPDRACHT - EVEN WAKKER WORDEN :)
Je hebt een DNA-molecuul met de volgende DNA-volgorde:

TAC TCG TTC (streng 1)
ATG AGC AAG (streng 2)

1. Hoe ziet het DNA-molecuul eruit na de DNA-replicatie
2. Is het nieuwe molecuul enkel- of dubbelstrengs?
3. Hoe ziet het mRNA-molecuul eruit als streng 1 wordt afgelezen?
4. Hoe heet het proces waarbij dit stukje DNA (gen) wordt gekopieerd?
5. Welke aminozuren worden ingebouwd op basis van de code van streng 1?
6. Hoe heet het proces waarbij het mRNA-molecuul wordt afgelezen?

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden
1. Na DNA-replicatie krijg je 2x precies hetzelfde DNA-molecuul:
TAC TCG TTC (streng 1)
ATG AGC AAG (streng 2)
elke DNA steng bestaat uit een nieuwe en oude steng.
2. Elk nieuwe molecuul is ook dubbelstrengs 
3. Het mRNA-molecuul ziet er zo uit:  AUG AGC AAG
4. Het proces waarbij dit stukje DNA (gen) wordt gekopieerd heet: transcriptie
5. De ingebouwde aminozuren zijn: MET - SER - LYS
6. Het proces waarbij het mRNA-molecuul wordt afgelezen heet: translatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vragen had je goed?
1
2
3
4
5
6

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie
Translatie
Waar?
Proces?
Bouwstenen?
DNA --> RNA
Celkern
Cytoplasma
Nuleotiden
RNA --> Eiwit
Aminozuren

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1) Een stukje enkelstrengs DNA heeft deze volgorde:
5' CGGCATTAC 3'
Wat is het complementaire enkelstrengs DNA?

A
5' GTAATCGGC 3’
B
5' GTAATGCCG 3’
C
5' CGGCTAATG 3’
D
5' GCCGTAATG 3’

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3) De niet-coderende DNA streng heeft de volgende volgorde: TACACACGGAATGGGTAAAAAACT
Schrijf achter elkaar de aminozuurafkortingen (die van 1 letter) van het eiwit dat hiermee gevormd zal worden

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stukje mRNA heeft de volgende samenstelling: AUGAAUAAGGAGGCAUGA
Uit hoeveel aminozuren bestaat het eiwit dat hiermee gevormd wordt?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt verschillende manieren van genregulatie beschrijven bij prokaryoten.
  2. Je kunt verschillende manieren van genregulatie beschrijven bij eukaryoten.
  3. Je kunt beschrijven wat het belang is van genexpressie voor zelfregulatie en zelforganisatie van een organisme.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 5: genexpressie
In de cellen zit AL het DNA. Toch wordt niet al het DNA gebruikt. Het aan of uit zetten van DNA noemen we genregulatie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doel van genregulatie
* variatie in intensiteit van genexpressie (tot uiting komen)

enzymen nodig voor basisfunctie cel                    altijd expressie
enzymen voor specifieke functie cel             niet altijd expressie

* voorkomen van verspilling grondstoffen en energie

Slide 16 - Tekstslide

basisfunctie: enzymen nodig bij verbranding

specifieke cel: fotosynthese, aanmaak vleugels
genregulatie / genexpressie

genregulatie
het aan- en uitzetten van een gen

genexpressie
de informatie van het DNA wordt overgeschreven tot mRNA, waarvan de code door translatie kan worden omgezet tot een eiwit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genexpressie bij PROkaryoten
Deel 1 BS. 5

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuurgenen
regulatorgen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genexpressie in eukaryoten
Thema 4 DNA BS. 5

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

*in volwassenen: alleen maken wat nodig is per specifieke cel
                                 op verschillende punten kan de aanmaak van eiwitten gestopt                                       worden
    
genregulatie bij eukaryoten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

genexpressie is belangrijk voor specialisatie cellen oftewel
celdifferentiatie * elke cel zijn eigen vorm en functie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

celdifferentiatie: in cellen die differentiëren worden regulatorgenen door signaaleiwitten van buurcellen aangezet 
Die signaaleiwitten worden gemaakt door regulatorgenen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamcellen
  • Stamcellen kunnen nog veranderen in andere soorten cellen (differentiatie).
  • Embryonale stamcellen kunnen zich nog in ALLE soorten cellen ontwikkelen.
  • Adulte (volwassen) stamcellen kunnen zich enkel nog in een AANTAL soorten cellen ontwikkelen.
  • Voorbeeld: (Adulte) stamcellen in het beenmerg kunnen zich in verschillende type bloedcellen ontwikkelen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epigenetica

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prokaryoten
Eukaryoten
Bacteriën
Archaea
Protozoa
Schimmels
Planten
Dieren

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

structuurgenen
Regulatorgen
Lactose
Transcriptie
Translatie
Repressor
Lactase

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aan- en uitzetten van een gen noemen we
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn regulatorgenen?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn structuurgenen?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
opdracht 32 t/m 40 maken
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies