1mh3 (11-1)
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Did you enjoy your Christmas holiday?
Yes!
A little bit
No
Slide 2 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
What did you do
in the vacation?
in the vacation?
Slide 3 - Woordweb
Ask the students the following:
1. When was the last time you went on vacation?
2. What did you do on vacation?
3. Where did you go?
4. You can dubble click on messages to see who it is from, this way you can ask certain students what happened!
Make sure to let them use full sentences!
Give examples by telling them where you went, e.g.:
1. I went to Spain 2 years ago.
2. I went to Santa Susannah and swam in the sea.
3. In Spain I got lost at the market place.
Make a negation:
Tommy is happy.
Tommy is happy.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a negation:
She is a lawyer
She is a lawyer
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a negation:
He likes football
He likes football
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Negation: The cat likes chasing mice.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a negation:
Horses can fly
Horses can fly
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat waren 'questions' en 'negations' ook alweer in het Nederlands?
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make negation: He plays soccer.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a negation:
Kangaroos live in Africa.
Kangaroos live in Africa.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Subject Pronouns
Possessive Pronouns
Interrogative Pronouns
Object Pronouns
I, You, He, She, It, We, They
His, her, their, our
Me, you, him, her, us
Who, where, what, how
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de gele kaartjes naar de juiste vertaling van de INTERROGATIVE PRONOUNS
WAT
WELKE
WIE
WAAROM
WAAR
WANNEER
HOE
HOW
WHO
WHAT
WHY
WHEN
WHICH
WHERE
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Subject pronoun
(wie doet de actie)
... give(s) the book to the teacher.
Object pronoun
(wie ondergaat de actie)
The teacher gives the book to ...he
they
you
her
us
you
it
them
me
she
we
him
I
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de goede pronouns naar elkaar toe.
I
She
He
You
They
We
you
me
them
him
us
her
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
Carolyn
in summer
walking
on the beach
enjoys
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
What is still difficult for you?
(Wat vind je nog steeds moeilijk?)
(Wat vind je nog steeds moeilijk?)
Present Simple (I am, you eat, etc.)
Pronouns (I, you, him, us, etc.)
Word order (woord volgorde)
Vragen maken
Articles (lidwoorden zoals a/an)
Slide 18 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Did you like using this program?
Vond je het leuk om dit programma te gebruiken?
Vond je het leuk om dit programma te gebruiken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 19 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
