C7 les 56 1kgt §8 Persoonsvorm tt

Cursus 7  Spelling
§ 8  Persoonsvorm  tt
les 56
1kgt
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Cursus 7  Spelling
§ 8  Persoonsvorm  tt
les 56
1kgt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • laptop
  • lesboek
  • schrift
  • etui
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sssttt.......  we zijn aan het lezen!
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

  • nieuw lesdoel
  • instructie
  • samen oefenen
  • zelfstandig werken
  • huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
§8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pvtt
Een werkwoord heeft verschillende vormen. Eén daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). 
Bij de spelling van die persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo vind je de ik-vorm
De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan.

kijken → kijk
dromen → droom
blijven → blijf
vinden → vind
zeggen → zeg
kiezen → kies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
Is de PV, tt of vt in de zin:

De jongen loopt naar school.
A
tt
B
vt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
Is de PV, tt of vt in de zin:
 
De fiets viel in de sloot.
A
tt
B
vt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
Is de PV, tt of vt in de zin:

Hij had mijn vader gevraagd om te helpen.
A
tt
B
vt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
Is de PV, tt of vt in de zin:

Ik wil stoppen met de oefeningen.
A
tt
B
vt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de pv-tt-ev in.
(missen) Ik .......... je nog elke dag.
A
mist
B
mis

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moe ... (worden) ik van spelling.
pv-tt
A
wordt
B
wort
C
word
D
worddt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij ...(geloven) mij niet.
pv-tt
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
D
looft

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - tt
Van boksen (worden) je sterk.
A
word
B
wordt
C
wort
D
werd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je al of je je ziek mel.... (pv tt)?
A
meld
B
meldt
C
melde
D
meldde

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de juiste pv tt enkelvoud
'Zij (beoordelen) het werkstuk'
A
beoordeeld
B
beoordeeldt
C
beoordeelt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv tt?
Hij ____ van sushi.
A
houd
B
hield
C
houdt
D
hielt

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Vinden) ... je vader dat ook niet lastig?
PV-tt
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vondt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de pv tt.
Hij (zwaaien) naar Sinterklaas.
A
zwaaien
B
zwaai
C
zwaait

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv tt?
Wij ____ samen naar het strand.
A
liepen
B
lopen
C
loopt
D
loopte

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste pv-tt:

Zijn zoon (begeleiden) hem daarbij.
A
begeleid
B
begelei
C
begeleit
D
begeleidt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste pv-tt:

Hij [bevinden] zich in de buurt van de stad.
A
bevind
B
bevindt
C
bevint
D
bevindent

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste pv-tt:

[beantwoorden] u mijn brief nog wel?
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorden
D
beantwoort

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste pv-tt:

[Vinden] je de toets makkelijk?
A
vindt
B
vint
C
vind
D
vinde

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke pv tt is goed geschreven?
A
De verpleegster verbindt de verstuikte enkel.
B
Ja, ik wordt hier gestoord van!
C
Wat bied je broer voor dit horloge?

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke pv tt is goed geschreven?
A
Hij vertrouwd niemand meer.
B
Beantwoord je buurvrouw deze vraag?
C
Dood jij die akelige spin?

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marieke fietste dit jaar elke dag 17 kilometer naar school.

A
wel pvtt
B
geen pvtt

Slide 30 - Quizvraag

Docent zegt het werkwoord waar het om gaat.
Over enkele jaren bouwt China een basis op de maan.
A
wel pvtt
B
geen pvtt

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lesboek ->      Cursus 7->      §8 ->       blz. 232 of digitaal


                   Opdracht 1-2-3-4-5-6

              

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak: 
Cursus 7
§ 8
opdracht  1-2-3-4-5-6

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Lezen 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je huiswerk?

Maken:
Cursus 7
§ 8
opdrachten  1-2-3-4-5-6 moeten af zijn



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies