Verkiezingen, zetels, rechts links, kabinet

Thema 2 Verkiezingen 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBO

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 2 Verkiezingen 

Slide 1 - Tekstslide

Het nieuws 
Beste klas, zoals elke week beginnen we met het nieuws van de afgelopen week. Het zal jullie niet ontgaan zijn dat dat vooral over het Corona Virus gaat. Vanuit het thema 'nieuws' mogen jullie kijken naar een aflevering van Arjen Lubach. Je mag kiezen de aflevering van zondag 15 maart of 22 maart.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Hoofdstuk 2 Verkiezingen
Even een korte herhaling van hoofdstuk 2. Wat is ook alweer het verschil tussen progressief & conservatief en links & rechts? Kijk naar het volgende filmpje. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nu jij het filmpje hebt gezien, waar zou jij jezelf dan plaatsen? Als links of rechts? En waarom?

Slide 7 - Open vraag

En ben jij eerder progressief of conservatief? En waarom?

Slide 8 - Open vraag

Hoofdstuk 3 Zetels 
In de tweede kamer heb je 150 zetels, dus 150 plaasten waar politicie kunnen zitten en deelnemen in de tweede kamer. Het aantal zetels van een partij wordt bepaald door het aantal stemmen die de partij krijgt van het volk. 
Hoe meer zetels, hoe meer invloed de partij kan hebben op politieke besluiten. 

Slide 9 - Tekstslide

In je boek op bladzijde 83 staat de uitleg over hoe de regering wordt gevormd, wat coalitietpartijen en oppositiepartijen zijn.  Lees dit goed door en geef dan antwoord op de volgende vragen. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe worden de regeringspartijen genoemd?
A
kabinet
B
coalitie
C
oppositie
D
regering

Slide 11 - Quizvraag

in de nieuwe regering zit de VVD niet in de
A
oppositie
B
coalitie
C
Tweede kamer
D
regering

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de regering?
A
Oppositie
B
Coalitie

Slide 13 - Quizvraag

De meerderheid in de Tweede Kamer
A
Oppositie
B
Parlement
C
Regering
D
Coalitie

Slide 14 - Quizvraag

Kabinet
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. Elke minister wordt geleverd door de regering, en is verantwoordelijk voor een eigen onderwerp. Zoals; Defense of Nuitenlandse zaken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Huiswerk 
Voor de les van volgende week maak je Hoofdstuk 4. 
Verder maken jullie online de oefentoetsen van Hoofdstuk 1 t/m Hoofdstuk 3 op studiemeter. 
Succes en bedankt voor het volgen van mijn online les. 

Slide 17 - Tekstslide