In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
LUISTEREN
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden
- Je kunt korte aantekeningen maken bij een luistertekst
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Theorie Kijken & Luisteren (5 min.)
Signaalwoorden (10 min.)
Beeld! (10 min.)
Aantekeningen maken (5 min.)
Luisteropdracht (30 min.)
Slide 3 - Tekstslide
KIJKEN & LUISTEREN
Vaak luister en kijk je zonder echt te weten waarover het gaat. Denk bijvoorbeeld aan de tv als je die aan hebt staan in de kamer. Je hoort en ziet het wel, maar na afloop weet je lang niet altijd meer wat er precies gezegd is.
Slide 4 - Tekstslide
KIJKEN & LUISTEREN
Als je echt wilt weten wat er gezegd wordt, moet je ervoor gaan zitten. Dat gaat beter als je van tevoren bedenkt wat je wilt weten. Je gaat dan gericht luisteren en kijken. Let altijd extra goed op het begin. Dan hoor je vaak waarover de spreker het gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan de orde komen. Je weet dan wanneer het voor jou belangrijk wordt.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Waar gaat dit fragment over?
Slide 7 - Open vraag
KIJKEN & LUISTEREN
Signaalwoorden wijzen je op belangrijke relaties in een (luister)tekst. Als je bijvoorbeeld het signaalwoord ‘omdat’ hoort, krijg je de volgende waarschuwing: hierna wordt een reden of argument genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Volgorde
Reden - argument
want, daarom
hoewel, maar, toch
doordat, daardoor
eerst, dan, vervolgens
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Video
Welke signaalwoorden hoor je?
Slide 12 - Open vraag
KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk.
Beeld kan verschillende functies hebben:
de gegeven informatie verduidelijken
extra informatie toevoegen
sfeer oproepen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk.
Beeld kan verschillende functies hebben:
de gegeven informatie verduidelijken
extra informatie toevoegen
sfeer oproepen
Slide 15 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Kijken, luisteren en tegelijk schrijven is moeilijk. Schrijf daarom niet teveel op!
Slide 16 - Tekstslide
Aantekeningen maken: wat is handig om te doen? Meer antwoorden mogelijk!
A
Hele zinnen opschrijven
B
Afkortingen gebruiken
C
Steekwoorden opschrijven
D
Niets opschrijven
Slide 17 - Quizvraag
Opdracht
Kijk en beluister het fragment
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wat is het tekstdoel van het fragment?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 20 - Quizvraag
Welke drie type winkels zijn aan bod gekomen?
A
Kledingwinkel, Bakker, Supermarkt
B
Kledingwinkel, Bakker, Drogisterij
C
Kledingwinkel, Supermarkt, Drogisterij
D
Supermarkt, Bakker, Drogisterij
Slide 21 - Quizvraag
Voor wie is deze film bedoeld?
A
Jongeren
B
Klanten
C
Docenten
D
Geïnteresseerden voor een baan in de detailhandel
Slide 22 - Quizvraag
Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden
Slide 23 - Quizvraag
Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten
Slide 24 - Quizvraag
Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd
Slide 25 - Quizvraag
Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?
Slide 26 - Open vraag
Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager
Slide 27 - Quizvraag
Wat voor soort product is neusspray Rabia (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product
Slide 28 - Quizvraag
Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?
Slide 29 - Open vraag
Nog eens kijken
En nu aantekeningen maken!
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden
Slide 32 - Quizvraag
Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten
Slide 33 - Quizvraag
Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd
Slide 34 - Quizvraag
Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?
Slide 35 - Open vraag
Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager
Slide 36 - Quizvraag
Wat voor soort product is neusspray Rabic (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product
Slide 37 - Quizvraag
Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?
Slide 38 - Open vraag
Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden
- Je kunt korte aantekeningen maken bij een luistertekst