In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
LUISTEREN in de retail
Slide 1 - Tekstslide
Maar eerst dit
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vrijdag 2 lessen:
- les 1 algemeen voor iedereen
- les 2 voor reparatie onvoldoendes
Slide 4 - Tekstslide
Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden
- Je kunt korte aantekeningen maken bij een luistertekst
Slide 5 - Tekstslide
Maar eerst even..
Slide 6 - Tekstslide
Programma
Theorie Kijken & Luisteren (5 min.)
Signaalwoorden (10 min.)
Beeld! (10 min.)
Aantekeningen maken (5 min.)
Luisteropdracht (30 min.)
Slide 7 - Tekstslide
De manager......nogal op complimentjes
A
kicked
B
kickt
C
kikt
D
kickd
Slide 8 - Quizvraag
Ik zie dat de klanten........
A
ervandoorgaan
B
er vandoor gaan
C
er vandoorgaan
D
ervandoor gaan
Slide 9 - Quizvraag
Met al het personeel hebben we heerlijk........
A
gebruncht
B
gebrunched
C
gebrunchet
D
gebrunchd
Slide 10 - Quizvraag
Overgebleven versproducten leveren we aan de ...........
A
warme maaltijdencentrale
B
warmemaaltijdencentrale
C
warmemaaltijden centrale
D
warme maaltijden centrale
Slide 11 - Quizvraag
Middenin de winkel staat een apparaat met ................... sap
A
lekker verse
B
lekkere verse
C
lekkere vers
D
lekker vers
Slide 12 - Quizvraag
KIJKEN & LUISTEREN
Vaak luister en kijk je zonder echt te weten waarover het gaat. Denk bijvoorbeeld aan de tv als je die aan hebt staan in de kamer. Je hoort en ziet het wel, maar na afloop weet je lang niet altijd meer wat er precies gezegd is.
Slide 13 - Tekstslide
KIJKEN & LUISTEREN
Als je echt wilt weten wat er gezegd wordt, moet je ervoor gaan zitten. Dat gaat beter als je van tevoren bedenkt wat je wilt weten. Je gaat dan gericht luisteren en kijken. Let altijd extra goed op het begin. Dan hoor je vaak waarover de spreker het gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan de orde komen. Je weet dan wanneer het voor jou belangrijk wordt.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
KIJKEN & LUISTEREN
Signaalwoorden wijzen je op belangrijke relaties in een (luister)tekst. Als je bijvoorbeeld het signaalwoord ‘omdat’ hoort, krijg je de volgende waarschuwing: hierna wordt een reden of argument genoemd.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Volgorde
Reden - argument
want, daarom
hoewel, maar, toch
doordat, daardoor
eerst, dan, vervolgens
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Video
Waar gaat dit fragment over?
Slide 20 - Open vraag
Welke signaalwoorden hoorde je?
Slide 21 - Open vraag
KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk.
Beeld kan verschillende functies hebben:
de gegeven informatie verduidelijken
extra informatie toevoegen
sfeer oproepen
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
KIJKEN & LUISTEREN
Beeld trekt de aandacht van de luisteraar en is daarom erg belangrijk.
Beeld kan verschillende functies hebben:
de gegeven informatie verduidelijken
extra informatie toevoegen
sfeer oproepen
Slide 24 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Kijken, luisteren en tegelijk schrijven is moeilijk. Schrijf daarom niet teveel op!
Slide 25 - Tekstslide
Aantekeningen maken: wat is handig om te doen? Meer antwoorden mogelijk!
A
Hele zinnen opschrijven
B
Afkortingen gebruiken
C
Steekwoorden opschrijven
D
Niets opschrijven
Slide 26 - Quizvraag
Opdracht
Kijk en beluister het fragment
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Wat is het tekstdoel van het fragment?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 29 - Quizvraag
Welke drie type winkels zijn aan bod gekomen?
A
Kledingwinkel, Bakker, Supermarkt
B
Kledingwinkel, Bakker, Drogisterij
C
Kledingwinkel, Supermarkt, Drogisterij
D
Supermarkt, Bakker, Drogisterij
Slide 30 - Quizvraag
Voor wie is deze film bedoeld?
A
Jongeren
B
Klanten
C
Docenten
D
Geïnteresseerden voor een baan in de detailhandel
Slide 31 - Quizvraag
Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden
Slide 32 - Quizvraag
Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten
Slide 33 - Quizvraag
Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd
Slide 34 - Quizvraag
Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?
Slide 35 - Open vraag
Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager
Slide 36 - Quizvraag
Wat voor soort product is neusspray Rabia (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product
Slide 37 - Quizvraag
Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?
Slide 38 - Open vraag
Nog eens kijken
En nu aantekeningen maken!
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Bij wie past de detailhandel volgens de inleiding van dit filmpje?
A
Bij iedereen
B
Bij ondernemende mensen
C
Bij kinderen van ondernemers
D
Bij mensen die van kleding houden
Slide 41 - Quizvraag
Wat is voor Corinne (kledingwinkel) heel belangrijk?
A
Een breed assortiment
B
Goede aanbiedingen
C
De klant, die is koning
D
Koffie en thee voor klanten
Slide 42 - Quizvraag
Joline (kledingwinkel) haar moeder had vroeger zelf een kledingwinkel
A
waar
B
niet waar
C
is niet gezegd
Slide 43 - Quizvraag
Welk voorbeeld van eigen initiatief wordt getoond?
Slide 44 - Open vraag
Hoe heeft Wybe (supermarkt) zich ontwikkeld?
A
Van caissière naar directeur
B
Van vakkenvuller naar directeur
C
Van vakkenvuller naar filiaalmanager
D
Van caissière naar filiaalmanager
Slide 45 - Quizvraag
Wat voor soort product is neusspray Rabic (drogist)
A
Seizoen product
B
Goedkoop product
C
Product voor 18+
D
Zeer gewild product
Slide 46 - Quizvraag
Welke drie eigenschappen vindt Brigit belangrijk?
Slide 47 - Open vraag
Doel van de les
- Je kunt gericht luisteren en kijken
- Je weet het belang van signaalwoorden
- Je kunt korte aantekeningen maken bij een luistertekst