vergroten en verkleinen

Vergroten en verkleinen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vergroten en verkleinen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =
A
lengte origineel : lengte beeld
B
lengte beeld : lengte origineel

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactorfactor?
A
2
B
3
C
1,5

Slide 3 - Quizvraag

Hoe groot is PA
A
2
B
3,5
C
4,5
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 5 - Quizvraag

De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
A
De vergrotingsfactor is kleiner
B
De vergrotingsfactor blijft 2,2
C
De vergrotingsfactor is groter

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
450 cm2
B
30 cm2
C
45 cm2
D
1350 cm2

Slide 7 - Quizvraag

Bij gelijkvormige driehoeken...
A
...zijn de overeenkomstige zijden even lang
B
...zijn de overeenkomstige hoeken even groot/gelijk
C
...zijn alle hoeken gelijk
D
...staan de overeenkomstige zijden met elkaar in verhouding

Slide 8 - Quizvraag

Er zijn twee gelijkvormige driehoeken, welk antwoord klopt?
timer
1:10
A
ΔPQRΔPMK
B
ΔPQRΔPKM
C
ΔPQRΔKPM
D
ΔPQRΔPKR

Slide 9 - Quizvraag

Hiernaast zie je twee
gelijkvormige driehoeken.
Welke zijde is overeenkomstig
met PR?
timer
0:10
A
ST
B
QR
C
PS
D
QT

Slide 10 - Quizvraag

Hiernaast zie je twee
gelijkvormige driehoeken.

Bereken AD.
timer
2:00
A
AD = 18
B
AD = 15
C
AD = 17
D
AD = 16

Slide 11 - Quizvraag