Hst 7 & 8 fictie spanning en perspectief

Wat gaan we doen

Nakijken
Lessonup met vragen
Korte instructie
Zelf maken vragen
Stillezen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen

Nakijken
Lessonup met vragen
Korte instructie
Zelf maken vragen
Stillezen

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken

Les 4 opdracht 1, 2, 4, 6 en 8

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Leren wat spanning is.


Het verschil ontdekken tussen spanning en sensatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat vond jij (ooit) een spannend boek?

Slide 4 - Woordweb

Welke serie vind jij spannend?

Slide 5 - Woordweb

Wat is de meest spannende scene in een boek of film die jij kent?

Slide 6 - Woordweb

Iets subtieler dan sensatie 

Slide 7 - Tekstslide

= startpunt spanning 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Als kijker of lezer 'identificeer' je je met de hoofdfiguur in een verhaal.
Wat beteken 'identificeren' hier?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een film met veel sensatie die je niet spannend vond?

Slide 12 - Open vraag

Kan een romantisch verhaal spannend zijn? Leg uit waarom.

Slide 13 - Open vraag

Wat denk je dat een 'whodunnit' is?

Slide 14 - Open vraag

Om welk soort spanning gaat het in dit fragment:
"Ik heb iets gezien waar ik al nachten slecht van slaap. Ik praat niet superveel, maar ik ben ook niet goed in geheimen. Die bonken in mijn hoofd, alsof ze eruit moeten, dringend. Eva was erbij die eerste keer alvast, maar tegen haar heb ik niks gezegd. Het is gebeurd op woensdagmiddag.' Uit: vele hemels boven de zevende' van Griet Op de Beeck (2013).
A
Emotioneel
B
Intellectueel
C
Sensatie
D
Spanning

Slide 15 - Quizvraag

Om welk soort spanning gaat het in een 'whodunnit'
A
Emotioneel
B
Intellectueel
C
Sensatie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Om welk soort spanning gaat het in dit fragment op de foto?
A
Emotioneel
B
Intellectueel
C
Sensatie
D

Slide 18 - Quizvraag

Geleerd hst 7
Geleerd wat spanning is.  

Het verschil ontdekt tussen spanning en sensatie. 


Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag
- stillezen
- of ga verder met je spoken word

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we doen


Korte instructie
Oefenen
Zelf maken vragen
Spoken word / stillezen

Slide 21 - Tekstslide

Hst 8 
Leerdoel 

leren welk soort perspectieven schrijvers gebruiken in  verhalen 




Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Maar...
Als ik jou vraag 'wat is jouw perspectief op dit onderwerp'
Wat wil ik dan weten? 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Het dagboek van Anne Frank is:
A
Personale perspectief
B
Ik perspectief
C
Alwetend perspectief
D
Ik heb geen idee

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Het boek Harry Potter wordt verteld vanuit een:
A
Alwetende verteller
B
Personale perspectief
C
Ik perspectief
D
Ik heb geen idee

Slide 33 - Quizvraag

Zelf aan de slag
  • Maken les 8: maak opdracht 1, 2, 3, 8, 9 en 10  pagina 34-37
  • Klaar? verder met je Spoken word.
  • Je krijgt de les van de tijd voor het maken van deze opdrachten.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Je maakt de opdrachten in je schrift!
  • Let op spelling en het maken van goede zinnen!

Slide 34 - Tekstslide

Als je leest...

Let eens op: in welk perspectief jouw boek is geschreven. 



Slide 35 - Tekstslide

auctoriale verteller
A
verhaal in de hij of zij vorm
B
verhaal in de ik-vorm, verhaal over ik
C
personage met veel verschillende karaktereigenschappen
D
verteller die alles weet

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een personale verteller?
A
Hij weet van te voren al wat er gaat gebeuren
B
Het is geschreven in de ik-persoon
C
Je kijkt mee met een hij/zij-figuur

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een ik-verteller?

Slide 38 - Open vraag

Gisterenavond zat Mike in Anne's gedachten. Helaas zij niet in die van hem, maar daar zal nog wel verandering in komen.
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief
D
meervoudig perspectief

Slide 39 - Quizvraag