Planning en tekstsoorten die je moet kennen.

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

 Periode 3: Schrijven

Planning, werkwijze en tekstsoorten die je moet kennen.

Opzet van de lessen

Elke week 

* theorie: uitleg/ kenmerken van één van de tekstsoorten

* Schrijven in de les en elke week inleveren bij docent.

31 maart alles af, ingeleverd en beoordeeld met voldoende= klaar voor examen

Overzicht tekstsoorten

soort tekst +doel

Betoog                           Overtuigen

Verslag                           Informeren

Beschouwing               Opiniëren

E-mail                             Informeren/ activeren/zakelijk

Artikel                             Informeren/ activeren

Deze week: 24 t/m 28 feb

Schrijf een betoog één van de volgende stellingen:

Ouders moeten altijd online mee kunnen kijken naar de resultaten van hun (minderjarige) kinderen.

Het gebruik van mobiele telefoons tijdens lessen moet verboden worden op het Alfa-college.

Stappenplan

Ouders moeten altijd online mee kunnen kijken naar de resultaten van hun (minderjarige) kinderen.

Het gebruik van mobiele telefoons tijdens lessen moet verboden worden op het Alfa-college.

 * Welk onderwerp spreekt je het meest aan?

* Voor welke kant kun je de meeste argumenten bedenken? Vóór of tegen?

Stappenplan

* Kies stelling

* Bedenk waar je de meeste argumenten voor kunt bedenken (voor of tegen)

* begin dan pas aan je betoog

Betoog: Opbouw en alinea's

Titel (zelf bedenken)

1. Inleiding: leuke intro + stelling

2. Argument 1+ uitleg/voorbeelden

3. Argument 2+ uitleg/voorbeelden

4. Tegenargument+ weerlegging

5. Slot: samenvatting/conclusie+ stelling herhalen

Gebruik signaalwoorden! Ten eerste/ bovendien/ook etc.

+/- 300 woorden

Inleiding

* Introduceer het onderwerp op een leuke manier.

Begin bijvoorbeeld met "Stel je voor dat....."

Stel daarna een vraag.

Sluit af met jouw standpunt/ mening over dit onderwerp.

Geen argumenten in de inleiding!!!!!

alinea 1

Argument 1

Formuleer een goede zin ! Bedenk goed wat je precies wilt zeggen.

Begin met 'Ten eerste....."

Leg uit wat je bedoelt

Geef voorbeelden

alinea 2

Argument 2

Formuleer een goede zin ! Bedenk goed wat je precies wilt zeggen.

Begin met 'Ten tweede'   of 'Bovendien....."

-Leg uit wat je bedoelt

-Geef voorbeelden

alinea 3

Tegenargument+weerlegging

Begin met:

Sommige mensen zijn het niet met mij eens. Zij vinden.............

.................omdat...........................

en vervolg met: Maar/ echter.........

alinea 4

Slot

- Vat jouw belangrijkste punten kort samen.

- Herhaal jouw standpunt!

Begin met 'Kortom:........"

alinea 5