Wat waren de voorwaarden die gelden voor natuurlijke selectie?
1. Variatie in fenotype2. Fenotype 1 beter aangepast aan de omgeving dan fenotype 2
3. Fenotype 1 overleeft meer dan fenotype 2 -> Planten zich daardoor meer voort -> En geven de genen door
4. Na een aantal generaties: NATUURLIJKE SELECTIE = de individuen die het best zijn aangepast aan hun omgeving (biotoop), overleven en kunnen zich voortplanten