1A - Unit 5 - Introduction Ireland

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome!

       BK1A

Today:

• Homework check
• Introduction Unit 5
• Grammar - werkwoorden 
• Writing

Learning aims

Aan het einde van de les ...

* kun je 2 feiten benoemen over Ierland.

* kun je zinnen schrijven in de present simple en present continuous.

* kun je beschrijven wat je in de toekomst gaat doen met "to be going to".

Lesson aims

• Ik heb een actieve houding tijdens de les.
•  Ik blijf van andermans spullen af.
• Ik ben stil tijdens instructie en nakijken van opdrachten.
• Ik ga respectvol om met mijn klasgenoten.

Leesdossier - handelingsdeel

• Book flyer
• Book poster
• Nieuwe omslag
• ABC van boek
• Mindmap

Unit 5 - Ierland

Wat weet je al van Ierland?

Unit 5 - Ierland

Watch short video about Ireland.

Answer questions in LessonUp.

00:37

Hoe wordt Ierland ook wel genoemd?

1. Great Britain
2. Emerald Isle
3. Eire land
4. English

01:33

Wat wordt er gezegd over Northern Ireland en de Republic of Ireland?

01:52

What is the capital of the Republic of Ireland?

02:37

Wat wordt er gezegd over Facebook, Microsoft, Yahoo and Google?

03:13

Waarom komen de toeristen naar Dublin? Noem 2 redenen.

04:03

Welk merk komt NIET uit Ierland?

1. Baileys
2. Jameson
3. Guinness
4. Heineken

04:25

Wat wordt er gezegd over St. Patrick's Day?

04:59

Wat wordt er bedoeld met "leprechauns"?

Writing

Werkwoorden

* present simple

*present continuous

* to be going to (toekomst)

Writing

Werkwoorden

* present simple

*present continuous

* to be going to (toekomst)

Maak een bevestigende zin in de present simple.

Present simple

I / you / we / they = werkwoord

he / she / it = werkwoord + s

Maak de zin ontkennend (-):
My friends and I go to the museum.

Maak de zin ontkennend (-):
My sister watches the weather channel.

Present simple

Ontkennende zin:

don't / doesn't + hele werkwoord

Present simple

Hoe maak je de volgende zin vragend?

Lilly asks Marshall a question.

Present simple

Hoe maak je de volgende zin vragend?

Lilly asks Marshall a question.

Does Lilly ask Marshall a question?

Wanneer gebruik je present simple?

Present simple

Wanneer gebruik je de present simple?

1. feiten                                 The sun rises in the East.

2. tijdschema's                  The bus arrives at 8:10.

3. gewoonten                     I always brush my teeth in the morning.

   Iets wat je altijd, vaak, nooit, regelmatig doet.

Writing

Werkwoorden

* present simple

*present continuous

* to be going to (toekomst)

Hoe maak je de present continuous?

Maak een bevestigende zin met de present continuous.

Maak de zin ontkennend (-):
Sandra is going to Ireland.

Maak een vraagzin in de present continuous.

Wanneer gebruik je de present continuous?

Writing

Werkwoorden

* present simple

*present continuous

* to be going to (toekomst)

Wanneer gebruik je "to be going to"?

Maak een bevestigende zin met "to be going to"

Maak een ontkennende zin met "to be going to"

Maak een vraagzin met "to be going to"

Writing

Hoe begin je een brief?

Writing

Hoe eindig je een brief?

Writing - lay-out

Writing

Do: Unit 5 - Writing exercise 1 + 2

Let op! Gebruik de juiste werkwoordsvormen!

Question? Raise your hand.

Done? AllRight! Lesson 5.1 - exercise 1 + 2 + 3 + 4

Time: 9:55 hours

Leerdoelen behaald?

Aan het einde van de les ...

* kun je 2 feiten benoemen over Ierland.

* kun je zinnen schrijven in de present simple en present continuous.

* kun je beschrijven wat je in de toekomst gaat doen met "to be going to".

Hoe vond je de les gaan?

• Ik heb een actieve houding tijdens de les.
•  Ik blijf van andermans spullen af.
• Ik ben stil tijdens instructie en nakijken van opdrachten.
• Ik ga respectvol om met mijn klasgenoten.

Next lesson:

* Grammar: much, many, a lot of

* Continue writing exercise