Zoals ik hierboven al schreef hebben de bijwoordelijk bepaling en het bijwoord met elkaar te maken. Het is namelijk zo dat, wanneer een bijwoordeling bepaling maar uit één woord bestaat bij de zinsontleding, dit ene woord altijd een bijwoord is bij het benoemen van de woordsoorten. Als een bijwoordelijke bepaling uit meer dan één woord bestaat, zit daar géén bijwoord bij. Het bijwoord staat óf alleen in een zin óf maakt deel uit van een ander zinsdeel. Wij / hebben / een heel gezellig uitstapje / gemaakt.