Vervuiling
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Er zijn drie soorten milieuvervuiling.
Slide 4 - Tekstslide
Bij luchtvervuiling komen vervuilende gassen in de lucht. Dat gebeurt vooral bij de verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool). De uitstoot van koolstofdioxide (CO2) is een van de oorzaken van de klimaatverandering (B143). Ook wordt de lucht vervuild met zure stoffen, zoals zwavelzuur en salpeterzuur. Als die stoffen neerslaan op de bodem of gebouwen, noem je het zure regen. Door bijvoorbeeld het gebruik van schone auto’s of door het plaatsen van filters op schoorstenen, vermindert de luchtvervuiling.
Slide 5 - Tekstslide
Koolzuurdioxide of koolstofdioxide (CO2) is een kleur- en reukloos gas. Het zit als koolzuur in frisdrank en zorgt voor de prik in het drankje. CO2 is voor het leven op aarde van enorm belang. Planten, bomen en zeealgen hebben het nodig voor hun groei. Bij dat groeiproces maken ze suikers aan en brengen ze als afvalproduct zuurstof in de lucht. Mensen hebben die zuurstof (O2) nodig om te leven. Het onder invloed van zonlicht omzetten van water en koolzuurgas in suikers en zuurstof door planten en bomen, noem je fotosynthese.
Slide 6 - Tekstslide
Planten en bomen nemen dus CO2 op uit de lucht. Omgekeerd ademen ze een klein deel van de CO2 weer uit door transpiratie (verdamping via de bladeren). Er is dus een uitwisseling van CO2. Ook mensen doen eraan mee. Ze brengen veel CO2 in de lucht, vooral door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas, steenkool). Ook via ontbossing hebben mensen invloed op de hoeveelheid CO2 in de lucht. Door het kappen van bossen nemen minder bomen CO2 op uit de lucht. Bovendien komt bij het verbranden van hout veel CO2 vrij. Alle uitwisselingen van CO2 op aarde noem je de koolstofkringloop (figuur 5.20).
Slide 7 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Watervervuiling ontstaat door lozingen van giftige stoffen en ander afval, zoals plastic door fabrieken en huishoudens, in het oppervlaktewater (zee, rivier, meer) (figuur 5.19). Een beetje vuil is niet zo erg, want water kan zich met behulp van bacteriën, schimmels en zuurstof zelf reinigen. Maar het zelfreinigende vermogen van water is beperkt. Daarom zijn er installaties voor waterzuivering (zuiveren = schoonmaken) nodig. Ook zijn er regels opgesteld die lozingen van giftige stoffen in het water verbieden.
Slide 9 - Tekstslide
Bij bodemvervuiling gaat het om vervuilende stoffen die mensen aan de bodem toevoegen. Dat kan zwaar industrieel afval zijn, maar ook een teveel aan kunstmest en bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden in de landbouw.
Slide 10 - Tekstslide
Er zijn drie soorten milieuvervuiling.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
