Paragraaf 3.4 - Voedselrelaties [3]

3.4 Voedselrelaties
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.4 Voedselrelaties
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Waaruit bestaat een ecocysteem?

Levensgemeenschap > alle organismen die samenleven in een bepaald gebied

  1. Ecosysteem > alle biotische en abiotische factoren samen (bijv. een sloot)
  2. Levensgemeenschap > alle organismen in een gebied (bijv. een sloot)
  3. Populatie > alle dieren van dezelfde soort in één gebied
    (bijv. alle kikkers in een sloot)
  4. Individu > één enkel organisme (bij. één kikker in een sloot)

Slide 2 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
  • Wat? Maken 3.4 – Opdracht 1 t/m 7
  • Hoe? Blz. 169 t/m 171
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 7 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb
  • Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren

Slide 4 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Hoe noteer je voedselrelaties?

  • Voedselrelaties geven aan welke organismen elkaar eten
  • Een rij organismen die elkaar eten > voedselketen
  • Bijv. gras -> konijn -> vos
    - Pijltjes betekent: ‘wordt gegeten door’
  • Elk organisme in een keten is een schakel
    - eerste schakel altijd een producent
    - volgende schakels altijd consumenten
  • Alle voedselketens samen in een schema > een voedselweb



Slide 5 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Voedselpiramide / piramide van aantallen




  • Voedselpiramide > alle organismen in een voedselketen
  • Piramide van aantallen > een voedselpiramide uitgedrukt in aantallen
    - Voorbeeld:
    - 1 havik eet 10 mussen > 10 mussen eten 100 rupsen > 100 rupsen eten 1 boom

Slide 6 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
  • Wat? Maken 3.4 – Opdracht 8 t/m 13
  • Hoe? Blz. 172 t/m 174
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 8 t/m 13 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt

Slide 8 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Waardoor verdwijnt er energie uit een voedselketen?

  • Biomassa > het gewicht van alle stoffen in een organisme, zonder het water
  • Piramide van biomassa > balken in een piramide geven de biomassa van de schakels in een voedselketen weer
    - alleen bouwstoffen worden doorgegeven naar een volgende keten
    - elke volgende keten (balk in piramide) bevat minder biomassa
  • Energieverlies > in een voedselketen gaat energie verloren door:
    - onverteerbare stoffen worden uitgepoept
    - energierijke stoffen verbrand een organisme zelf en de energie wordt gebruikt voor eigen levensprocessen



Slide 9 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
Voorbeeld Piramide van Biomassa

Slide 10 - Tekstslide

3.4 Voedselrelaties
  • Wat? Maken 3.4 – Opdracht 14 t/m 19
  • Hoe? Blz. 175 t/m 177
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 14 t/m 19 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide