Lesweek 6.1 - NIMA Basiskennis Marketing
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Omschrijf het begrip marktonderzoek.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat zijn secundaire gegevens?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn primaire gegevens?
Slide 16 - Open vraag
Deskresearch vindt plaats...
A
als marktonderzoek in een bedrijf nog in de kinderschoenen staat
B
als er voor fieldresearch geen geld is
C
alleen bij kleinere bedrijven
D
als basis voor alle marktonderzoek
Slide 17 - Quizvraag
Ondanks het feit dat desk research doorgaans minder geld kost en sneller resultaten oplevert dan field research, geven veel ondernemingen toch de voorkeur aan veldonderzoek. Noem daarvoor de voornaamste redenen.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Iemand wordt ondervraagd. De enquêteur gebruikt geen vooraf opgestelde vragenlijst. Wel stuurt hij het gesprek door een aantal verschillende onderwerpen aan de orde te stellen. We noemen dit een
A
groepsinterview
B
deskresearch
C
diepte interview
D
gestructureerd persoonlijk interview
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Een onderzoek bij de Nederlandse consument naar het aantal aanwezige flatscreens is
A
alleen uit te voeren met primaire gegevens.
B
alleen uit te voeren met secundaire gegevens.
C
een kwantitatief onderzoek.
D
een kwalitatief onderzoek.
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Wat heeft steekproef met populatie te maken?
