Uitdrukkingen

Welke uitdrukkingen of spreekwoorden ken jij al?
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke uitdrukkingen of spreekwoorden ken jij al?

Slide 1 - Woordweb

Lesdoel
Je leert wat een uitdrukking is.
Je leert het verschil tussen letterlijk en figuurlijk. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een uitdrukking?
Een uitdrukking is een zin of woorden die samen een bijzondere betekenis hebben.
Je gebruikt een uitdrukking om op een mooie en krachtige manier duidelijk te maken wat je bedoelt. 
Je gebruikt een uitdrukking altijd figuurlijk. Je bedoelt niet letterlijk wat er staat.

Slide 3 - Tekstslide

Figuurlijk
Je bedoelt iets anders dan er precies staat.

De juf ziet Bas met zijn vader binnenlopen en zegt: 'De appel valt niet ver van de boom.'

Slide 4 - Tekstslide

Letterlijk
Je bedoelt precies wat er staat.

Kijk naar die appels, ze zijn allemaal uit de boom gevallen!

Slide 5 - Tekstslide

Een balletje kan raar rollen is een uitdrukking.
Als je deze zin leest, wat staat er precies (letterlijk)?
A
Je weet nooit hoe iets verdergaat.
B
Een balletje kan een andere kant oprollen dan je dacht.

Slide 6 - Quizvraag

Een balletje kan raar rollen is een uitdrukking.
Wat betekent de zin figuurlijk?
A
Een balletje kan een andere kant oprollen dan je dacht.
B
Je weet nooit hoe iets verdergaat.

Slide 7 - Quizvraag

Aan het werk
Zoek de betekenis van de uitdrukkingen op het werkblad via de gegeven website. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

Is dit letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Ik schrik me een hoedje!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent: een wit voetje halen?
A
Overdreven je best doen
B
Je excuses aanbieden

Slide 12 - Quizvraag

Als je kamer rommelig is, is het een figuurlijke ...
A
zwijnenstal
B
varkensstal

Slide 13 - Quizvraag

Kun je letterlijk trillen van woede?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitspraak is letterlijk bedoeld?
A
Ik straal van blijdschap
B
Ik lach van blijdschap

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent:

Het wiel opnieuw uitvinden?
A
iets bedenken wat door andere al bedacht is.
B
Iets op een verkeerde manier aanpakken.

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent:
Een spaak in het wiel steken?
A
Iets tegenhouden
B
Iemand tegenwerken

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent:
Het vijfde wiel aan de wagen zijn?
A
Overbodig of ongewenst zijn
B
Gebroken zijn

Slide 18 - Quizvraag

Ken jij na deze les de betekenis van uitdrukkingen die te maken hebben met het thema draaien?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ken jij na deze les het verschil tussen letterlijk en figuurlijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll