Klas 2 week 8-2023 les 1

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).
-> Jas en mobiel zijn in jouw kluisje

- Tablet en schrift open  en op de hoek van tafel andere werkspullen.

- Starten met uitbreiding woordenschat: zie weektaak 


timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).
-> Jas en mobiel zijn in jouw kluisje

- Tablet en schrift open  en op de hoek van tafel andere werkspullen.

- Starten met uitbreiding woordenschat: zie weektaak 


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Vertellen over wat je gedaan hebt in de vakantie
Wat ga je doen?
Ga naar Bronnen in It's Learning
Open beide bestanden:
Parler de tes vacances

Schrijf in jouw schrift in het Frans wat je zoal in de vakantie gedaan hebt met behulp van deze beide bestanden


Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Weet ik hoe ik een vraag moet stellen in het Frans







Doe de LessonUp in eigen tempo/zelfstandig

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Waar werk jij?
A
Tu où travailles?
B
Tu travailles où?
C
Travailles-tu où?
D
Est-ce que où tu travailles?

Slide 7 - Quizvraag

Hoe werkt dat?
A
Comment ça fonctionne?
B
Comment est-ce que ça fonctionne?
C
Comment fonctionnes-ça?

Slide 8 - Quizvraag

Spreek jij Frans?
A
Tu parles français.
B
Parles-tu français?
C
Tu est-ce que parles français?
D
Est-ce que parles-tu français?

Slide 9 - Quizvraag

Welk programma kijken jullie?
A
Vous regardez quel programme?
B
Regardez-vous quel programme?
C
Quel programme est-ce que regardez-vous?
D
Est-ce que vous regardez quel programme?

Slide 10 - Quizvraag

Hoe lang duurt deze les?
A
Qu'est-ce que la durée de ce cours?
B
Comment est la durée de ce cours?
C
Quel est la durée de ce cours?
D
Quelle est la durée de ce cours?

Slide 11 - Quizvraag

poser une question
  • zonder vraagwoord
  • met vraagwoord

Slide 12 - Tekstslide

Maak de zin vragend met est-ce que (hele zin opschrijven)
Il a un chien.

Slide 13 - Open vraag

Maak de zin vragend door middel van inversie(omdraaiing)
Il a un frère

Slide 14 - Open vraag

Maak de zin vragend op 3 manieren
Ils habitent à Groningen

Slide 15 - Open vraag

met vraagwoord

welke vraagwoorden zijn er?

où                              =          waar                   

comment               =          hoe                 

quand                     =           wanneer

combien de          =           hoeveel

pourquoi                =           waarom
qui                             =          wie
que (quoi)              =          wat
Noteer deze in jouw vocabulaireschrift en leer deze F-N en N-F

Slide 16 - Tekstslide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 17 - Tekstslide