22-1 H2A Naamwoordelijk gezegde herhaling

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

  1. 10 minuutjes lezen
  2. Bespreken zinnen naamwoordelijk gezegde
  3. Nakijken opdrachten
  4. Aan de slag!
  5. Huiswerk + taalvout

Slide 2 - Tekstslide

Chill: 10 minuutjes lezen!

Slide 3 - Tekstslide

Woensdag 29 januari:
Toets Grammatica

- Grammatica zinsdelen hf. 1, 2 en 3
(blz. 26 t/m 28; blz. 68 t/m 70; blz. 110 t/m 112)
- Grammatica woordsoorten hf. 1
(blz. 29 t/m 31)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 69

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde: stappenplan
  1. Haal pv, zinsdelen en onderwerp uit de zin.
  2. Wat zijn de werkwoorden in de zin?
  3. Is het belangrijkste werkwoord in de zin een zelfstandig werkwoord? Dan werkwoordelijk gezegde.
  4. Is het belangrijkste werkwoord in de zin een koppelwerkwoord? En wordt het onderwerp aan een eigenschap gekoppeld? Dan naamwoordelijk gezegde.
  5. Stel de vraag: Wat is het onderwerp? Het antwoord is het naamwoordelijk deel.

Slide 6 - Tekstslide

Koppelwerkwoorden: ZWoBBeLS-HDV
Zijn      
Worden  
Blijven    
Blijken 
Lijken
Schijnen
Heten
Dunken
Voorkomen

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Nakijken opdrachten 4 & 5 blz. 68 & 69.

Klaar?
Theorie: bestudeer blz. 110/111 'Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde'. 
Maken: opdrachten 1 t/m 4 blz. 110 en 111.




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!

Theorie: 
Bestudeer blz. 110/111 'Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde'. 
Maken: 
Opdrachten 1 t/m 4 blz. 110 en 111.



Eerste 10 minuten in stilte werken. Daarna mag je overleggen op fluistertoon!
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk & TaalVout

Grammatica Zinsdelen hf. 2: 
Theorie:
Bestudeer blz. 110/111 'Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde'.

Maken:
Opdrachten 1 t/m 4 blz. 110 en 111.

Slide 12 - Tekstslide