Theorie drogredenen: het overtreden van een discussieregel
Opdracht 3
Aan de slag! (opdracht 4 en 5)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Les 9: Drogredenen 2
Programma
Herhalen theorie tot nu toe
Theorie drogredenen: het overtreden van een discussieregel
Opdracht 3
Aan de slag! (opdracht 4 en 5)
Slide 1 - Tekstslide
Aan dit type argumentatie ligt de volgende gedachte ten grondslag:
als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook. Deze gedachte wordt meestal niet expliciet vermeld.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
Argumentatie op basis van voorbeelden
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 2 - Quizvraag
Van dit type argumentatie is sprake als er een vergelijking wordt gemaakt tussen twee gevallen en er een overeenkomst wordt geconstateerd: omdat het ene geval zo is, zal het bij het andere ook wel zo zijn.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 3 - Quizvraag
Het geheel van argumenten en standpunt wordt een redenering of ... [1 woord] genoemd.
Slide 4 - Open vraag
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 5 - Quizvraag
We kunnen vanavond niet meer terug naar Amsterdam. Ik heb te veel gedronken en de treinen rijden niet.
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 6 - Quizvraag
Met een ... [1 woord] ontkracht je een standpunt.
Slide 7 - Open vraag
Een ... geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 8 - Quizvraag
Sinds het verboden is om te appen op te fiets, zijn er minder dodelijke verkeersongevallen geweest. Appen op de fiets zorgt dus voor veel doden.
A
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Vals dilemma
D
Overhaaste generalisatie
Slide 9 - Quizvraag
Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
A
Onjuist beroep op autoriteitsschema
B
Vals dilemma
C
Verkeerde vergelijking
D
Overhaaste generalisatie
Slide 10 - Quizvraag
De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Yvonne Coldeweijer zei dit gisteren nog op tv!
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
C
Vals dilemma
D
Overhaaste generalisatie
Slide 11 - Quizvraag
Nakijken opdracht 2
zin a
Standpunt
Ga bij Peter Huismans Huiswerkinstituut bijlessen volgen
Argument
(want) dan kun je eigenlijk al niet meer zakken voor het Centraal Examen.
Drogreden
E: overdrijven van voordelen
Slide 12 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin b
Standpunt
Gordels bieden schijnveiligheid
Argument
(want) de dodelijke slachtoffers bij het verkeersongeluk op de A2 hadden hun gordels om.
Drogreden
G: overhaaste generalisatie (onjuist beroep op voorbeeldenschema)
Slide 13 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin c
Standpunt
Banken zullen meer te kampen krijgen met cybercriminaliteit
Argument
(want) bijna iedereen heeft nu een computer.
Drogreden
C: onjuist oorzaak-gevolg
Slide 14 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin d
Standpunt
De lonen in Nederland zijn zeer behoorlijk en hoeven niet te stijgen.
Argument
(want) de voorzitter van de Nederlandse werkgeversorganisatie onderschrijft dat ook.
Drogreden
A: onjuiste autoriteit
Slide 15 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin e
Standpunt
De nieuwe conciërge is vast een agressief mannetje
Argument
ik hoor (namelijk) dat hij vaak naar kickboksen kijkt.
Drogreden
B: onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
Slide 16 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin f
Standpunt
Het is niet toegestaan dat een volk zijn eigen regering mag kiezen
Argument
(want) een kind kiest toch ook niet zijn eigen ouders.
Drogreden
D: verkeerde vergelijking
Slide 17 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin g
Standpunt
Er zullen wel minder mensen vuurwerk afgestoken hebben het afgelopen jaar
Argument
(want) er zijn dit jaar minder ongelukken met vuurwerk gebeurd.
Drogreden
C: onjuist oorzaak-gevolg
Slide 18 - Tekstslide
Nakijken opdracht 2
zin h
Standpunt
Het kan niet anders dan een UFO geweest zijn
Argument
als het geen vliegtuig was wat we gisterenavond hoorden.
Drogreden
F: Vals dilemma
Slide 19 - Tekstslide
Even herhalen
Wat waren drogredenen ook alweer?
Drogredenen zijn fouten in de argumentaties, bedoelde of onbedoelde.
Waarom leren?
Zodat je zelf minder fouten maakt in je eigen argumentatie.
Je ziet de zwakke punten in de argumentatie van een ander.
Vorige keer keken we naar de drogredenen die voortkwamen uit het onjuist gebruik van een argumentatieschema
Vandaag: het overtreden van een discussieregel
Slide 20 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- Er worden vaak geen argumenten gegeven
- Te herkennen aan een gekleurde formulering
Ontduiken van de bewijslast
Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen?!
Op de meest botte manier werp je de tegenstander het volgende toe: “Als je me niet gelooft, bewijs dan maar eens dat het niet zo is!” Zo keer je de bewijslast om en is het je tegenstander die opeens met bewijzen moet komen.
Slide 21 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- Er worden vaak geen argumenten gegeven
- Te herkennen aan een gekleurde formulering
Persoonlijke aanval
Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
Je gaat niet in op de argumenten, maar je beschuldigt hem/haar van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen. De persoon wordt aangevallen, niet zijn standpunt en/of argumenten. Je speelt op de man.
Slide 22 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- Er worden vaak geen argumenten gegeven
- Te herkennen aan een gekleurde formulering
Vertekenen van het standpunt
Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd - Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!
Het standpunt van de tegenstander wordt onjuist weergegeven of de tegenstander wordt een standpunt of argument in de mond gelegd dat niet is ingenomen.
Slide 23 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- Er worden vaak geen argumenten gegeven
- Te herkennen aan een gekleurde formulering
Bespelen van het publiek
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
Van het bespelen van publiek is sprake wanneer een discussiant een beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor een standpunt. Het standpunt wordt dan zo geformuleerd dat het moeilijk wordt om ertegen in te gaan. Op deze manier wordt een afwijkende mening geprobeerd te voorkomen.
Slide 24 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- Er worden vaak geen argumenten gegeven.
- Te herkennen aan een gekleurde formulering.
Cirkelredenering
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
Standpunt en argument zijn eigenlijk hetzelfde. Er wordt dus geen argument gegeven.
Slide 25 - Tekstslide
Maak opdracht 3
Blz. 51-52
timer
3:00
Slide 26 - Tekstslide
3a Wat is het standpunt?
A
Ik voel me bij mijn schoonouders thuis niet op mijn gemak
B
Ik voel me daar niet thuis.
Slide 27 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3a? Noteer de letter van de drogreden die je hebt genoteerd.
Slide 28 - Open vraag
3b Wat is het standpunt?
A
De gemeente wil graag een McDonalds in ons winkelcentrum hebben.
B
Ze is dus voor de verdere verloedering van ons centrum.
Slide 29 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3b? Noteer de letter van de drogreden die je hebt genoteerd.
Slide 30 - Open vraag
3c Wat is het standpunt?
A
Iedereen weet dat toch
B
Het meeste ontwikkelingsgeld verdwijnt in de verkeerde zakken.
Slide 31 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3c?
A
ontduiken bewijslast
B
cirkelredenering
C
vertekenen standpunt
Slide 32 - Quizvraag
Het lesboek zegt hier 'bespelen publiek', maar met 'iedereen weet toch dat' vind ik ontduiken bewijslast beter.
Slide 33 - Open vraag
Er is sprake van het ontduiken van bewijslast, omdat het geven van een uitleg vermeden wordt. Door te zeggen 'dat iedereen het weet en je daarom niks hoeft uit te leggen', ontsnap je aan het geven van een uitleg.
Slide 34 - Tekstslide
3d Wat is het standpunt?
A
In het verleden ging het gerucht dat hij veroordeeld is wegens mishandeling
B
Ik zou zijn verhaal over zijn opleiding en diploma's maar niet geloven.
Slide 35 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3d? Noteer de letter van de drogreden die je hebt genoteerd.
Slide 36 - Open vraag
3e Wat is het standpunt?
A
Laat ze eerst maar eens bewijzen dat hard rijden zo slecht is voor het milieu.
B
Ik geef lekker plankgas zodra dat kan.
Slide 37 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3e? Noteer de letter van de drogreden die je hebt genoteerd.
Slide 38 - Open vraag
3f Wat is het standpunt?
A
Alleen notoire dwarsliggers zullen niet met het voorstel van de schoolleiding kunnen instemmen.
B
Het voorstel van de schoolleiding is een goed plan.
Slide 39 - Quizvraag
Van welke drogreden is er sprake bij zin 3f? Noteer de letter van de drogreden die je hebt genoteerd.