Endodontologie

Endodontologie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
THKTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Endodontologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
  • Je kunt de pulpaholte en het wortelkanaal herkennen
  • Je kunt 2 functies van de pulpa benoemen.
  • Je kent het verschil tussen een reversibele en irreversibele pulpitis
  • Je kent het verschil tussen een ortho- en retrograde apexresectie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endodontie
  • Weke kern gebitselement.
  • Endodontium/pulpa.
  • Ziekten voorkomen of behandelen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat de pulpaholte?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat pulpaweefsel?
A
Cellen, bindweefsel, bloedvaten, lymfevaten, zenuwvezels
B
Glazuur, dentine, zenuwvezels.
C
Cariës, zenuwvezels, apicale zwarting.
D
Foramen apicale, pulpahoorn, zenuwvezels.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie en fysiologie tandpulpa
a: pulpakamer
b: wortelkanaal
c: dak van de pulpakamer
d: bodem van de pulpakamer
e: pulpahoorn
f: wortelkanaalingang
g: apex
h: furcatie
i: foramen apicale
j: lateraal kanaal

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen in de tandpulpa
  • Fibroblasten: produceren tussencelstof en vezels
  • Odontoblasten: vormen dentine (kanaaltjes van Tomes)
  • Afweercellen: (macrofagen) opruimers: afweer
  • Pulpasteentjes: (dentikels) verkalkte pulpacellen (oudere pulpa)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies pulpa
  • Vormende functie
  • Voedende functie
  • Sensorische functie
  • Afweerfunctie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel wortels en wortelkanalen ?
Noteer dit op het formulier bij elk element

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijd en de pulpa
  • Hoe jonger, hoe wijder de pulpa
  • Soms nog niet afgevormd.
  • Hoe ouder, hoe meer afzetting odontoblasten
  • Oblitereren (dichtslibben)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een oorzaak zijn van een pulpa-aandoening?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken pulpa-aandoening
  • Bacteriële irritatie.
  • Mechanische irritatie.
  • Thermische irritatie.
  • Chemische irritatie. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pulpa-aandoeningen: Pulpitis
Pulpitis = ontsteking van de pulpa

Reversibele pulpitis:
  • Mogelijk pijnloos
  • Geen klachten
  • Geen duidelijke afwijkingen of pijnlijk bij warm en koud
  • Koud is het gevoeligst
Gaat over nadat oorzaak (bijv. cariës) is weggenomen


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke manier
van diagnose zie
je hier de materialen
A
Percussietest
B
Sensibiliteitstest

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irreversibele pulpitis:
  • Kan pijnloos zijn (asymptomatisch)
  • Na lange tijd alsnog hevige pijn

Symptomatisch irreversibele pulpitis:
  • Hevige pijn
  • Uitstraling oor en kaak
  • Pijn in de avond erger
  • Bij prikkeling door warm en koud heftige pijn en houdt lang aan
  • Element niet aan te wijzen – sensibiliteitstest
  • Geneest niet vanzelf

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg irreversibele pulpitis:
De optredende zwelling (tumor) is praktisch onmogelijk:
Pulpaweefsel kan niet uitzetten in pulpakamer
Gevolg:
  • Grote druk: pijn en verstoring van bloedcirculatie (vaten worden dichtgedrukt)
  • Bij liggen: drukverhoging dus meer pijn
  • Door gestoorde bloedcirculatie: afsterven van weefsel (necrose)
  • Zenuwkanaalbehandeling


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pulpa-aandoeningen: Necrotische pulpa
Oorzaak: pulpitis of trauma
Symptomen:
  • Geeft niet echt klachten
  • Verkleuring element
  • Bij infectie van dood pulpaweefsel met bacteriën, maken bacteriën schadelijke afbraakstoffen (toxinen) aan
  • Dit geeft problemen in peri-apicaal gebied


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een necrotische pulpa is de zenuw afgestorven.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt klaagt over pijn bij warm en koud maar vooral koud is pijnlijk, op de röntgenfoto zijn geen afwijkingen zichtbaar. Waar heeft deze patiënt last van?
A
vitale pulpa
B
necrotische pulpa
C
reversibele pulpitis
D
irreversibele pulpitis

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peri-apicale aandoeningen: Parodontitis apicalis
  • Simpel gezegd: pulpitis met ontsteking rond wortelpunt
  • Vaak ronde zwarting rond wortelpunt op röntgenfoto zichtbaar
  • Chronische ontsteking kan acuut worden; pijn bij percussie (tikken) en kauwdruk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een klacht als iemand acute parodontitis apicalis heeft?
A
Geen gevoel in element
B
kies voelt te hoog
C
bloed bij wortelpunt
D
kies voelt te laag

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peri-apicale aandoeningen: Apicaal abces
  • Acute ontsteking rond wortel met pusvorming
  • Abces ontstaat snel
  • Hevige pijn, bij aanraken element of dichtbijten
  • Element is goed aanwijsbaar
  • Zwelling mogelijk
Niet of niet tijdig behandelen: ontsteking zoekt weg naar buiten
  • Chronisch (fistel)
  • Acuut (abces)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronisch apicaal abces
= Goed afgekapselde afvoergang (fistel) vanaf apex naar mondholte
  • Weinig ontstekingsvocht
  • Opsporen oorsprong: guttapercha stift i.c.m. röntgenfoto



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acuut apicaal abces

  • Veel ontstekingsvocht
  • Abces nog niet door periost (botvlies): veel pijn (= subperiostaal abces)
  • Abces door periost: pijn neemt af, zwelling zichtbaar onder mucosa, dikke wang (= submuceus abces)



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peri-apicale aandoeningen: Wortelresorptie 
Extern: aan buitenoppervlak van dentine (a)
Alleen endo bij necrose van pulpaweefsel. Bij vitaal element, geen behandeling
Intern: aan pulpazijde van het dentine (b)
Zo spoedig mogelijk wortelkanaalbehandeling
starten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een apexresectie?

Slide 27 - Open vraag

een gebitselement behouden
Chirurgische endodontie
Wanneer doe je een apexresectie:
1. Periapicale ontsteking verdwijnt niet na een endo.
2. wortelpuntontsteking is groot en de kans op genezing is klein na een endo.
3. als het wortelkanaal geoblitereerd (dichtgeslibt) is.
4. als in het wortelkanaal een opbouw van een wortelstift zit.
5. Als een vijl is afgebroken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apexresectie = combinatie van endodontische behandeling en weghalen van ontsteking aan de wortelpunt
Voordelen boven gewone zenuwkanaalbehandeling:
1. Kaakchirurg kan wortelkanaal in zijn geheel beoordelen
2. Ontstekingsweefsel kan beter worden weggehaald (excochleatie) 
3. Afsluiting van de apex kan gecontroleerd worden
4. Tijdens het opvullen van het element kan een stukje wortelpunt worden weggeslepen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

chirurgische endodontie
Twee soorten apexresectie:
  • Orthograde apexresectie: wortelkanaal is helemaal doorgankelijk
  • Retrograde apexresectie: wortelkanaal is vanuit de mondholte niet open, afsluiting kan alleen vanuit de apex plaatsvinden

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

  1. verdoving
  2. incisie
  3. mucoperiost (mondslijmvlies en beenvlies) los schuiven van het bot
  4. fenestreren -> opening maken naar de wortelpunt met ronde boor
  5. excochleator -> ontstekingsweefsel weglepelen
  6. stukje van wortelpunt afslijpen
  7. wortelkanaal word vanaf apicaal geboord en schoongemaakt met een klein kopje of ultrasoon apparaat
  8. kanaalopening word gevuld met biocompatibel (lichaamsvriendelijk) vulmateriaal, zoals MTA
  9. Het mucoperiost wordt teruggelegd en gehecht.
Evaluatie leerdoelen
Je kunt nu
  • de pulpaholte en het wortelkanaal herkennen
  • minimaal 2 functies van de pulpa benoemen.
  • het verschil tussen een reversibele en irreversibele pulpitis uitleggen
  • het verschil tussen een ortho- en retrograde apexresectie uitleggen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies