Herhalingsles Plant en dier + Gedrag

Plant & Dier
Zorg
12-01

Herhalingsles Plant, dier en Gedrag 
1 vmbo
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Plant & Dier
Zorg
12-01

Herhalingsles Plant, dier en Gedrag 
1 vmbo

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Van klein naar groot
Molecuul = Stoffen waaruit alles is opgebouwd.

Cel = Bouwsteen van elk organisme.
Weefsel = Een groep cellen met dezelfde taak.
Orgaan = Een deel van een organisme met een eigen taak.
Orgaanstelsel = Een groep organen die samen werken om een bepaalde taak uit te voeren.
Organisme = Een levend wezen. 




Slide 3 - Tekstslide

De vier rijken
Organismen (levende wezens)  kunnen we verdelen in 4 rijken:
- Planten
- Dieren
- Schimmels
- Bacteriën

Slide 4 - Tekstslide

Planten en dierlijke cel
Celmembraan: Laagje om cytoplasma, beschermt de cel en zorgt dat er uitwisseling van stoffen is.
Cytoplasma: De stroperige vloeistof in de cel.
Celkern: Regelt alles in de cel, hier ligt het DNA van de cel.
Grote centrale vacuole: Een blaasje gevuld met vocht.
Bladgroenkorrel (plastide): Geeft de groene kleur en maakt eten voor de plant.
Celwand: Harde laag die om de plantencel zit en de cel beschermt.






Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Onderdelen bloem
Bloembodem: Hier zitten de onderdelen van de bloem op vast.
Kelkbladeren: Deze bladeren beschermen de bloem als die in de knop zit.
Kroonbladeren: De mooie kleur van de kroonbladeren zorgt ervoor dat insecten worden gelokt.
Meeldraden: De meeldraden zijn het mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem. Het bestaat uit een helmdraad en helmknop. Op de helmknop zit stuifmeel.

Stamper: Dit is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem. Deze bestaat uit het vruchtbeginsel, stijl en stempel.







Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Insectenbloem en windbloem
Kenmerken insectenbloem:
- Grote felgekleurde kleuren
- Ruiken lekker
- Maken nectar

Kenmerken windbloem:
- Stempel en helmknoppen hangen buiten de kroonbladeren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Biotoop
- Beste leefomgeving van een organisme.     (ijsbeer op de noordpool)
- Hierbij horen: 
    Biotische factoren, levende wezens in 
    dat invloed heeft. (voedsel, roofdieren)
    Abiotische factoren, niet levende 
    omstandigheden (temperatuur, regen)
    








Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Planten passen zich aan
- In droge omgeving, kleine dikke bladeren en lange wortels.
- In vochtige omgeving, grote dunne bladeren en korte wortels

Slide 15 - Tekstslide

Aanpassen dieren
- Dit doen ze voor bijvoorbeeld te isoleren! 
- Bij isoleren zorgen ze dat ze een dikke laag vet of vacht hebben om veel warmte vast te houden. 



Hoe doen wij dit?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vorm van de kiezen
- Herbivoren hebben plooikiezen. Goed voor het vermalen van planten
- Omnivoren hebben knobbelkiezen. 
- Carnivoren hebben knipkiezen/snijkiezen. Scherpe tanden om door vlees te snijden


Slide 18 - Tekstslide

Vorm van de poten
- Topgangers: (Dieren met hoeven) zijn snel en hoog hebben goed overzicht (paarden, zebra's)

- Teengangers: Snelle en goede sprinters en springers (katten, luipaarden)

- Zoolgangers: Veel oppervlakte lopen op de hele voet en kunnen vaak grote stukken lopen en in drassige gebieden (mensen, beren)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag = alles wat een dier doet! Je reageert op prikkels.

Prikkels = Veranderingen in de omgeving

Inwendige prikkels = Van binnen uit (vb. honger)
Uitwendige prikkels = Van buiten af (vb. licht, geluid)

Slide 21 - Tekstslide

Gedrag
Sleutelprikkel = Prikkel die telkens dezelfde reactie oproept.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Gedrag
De norm is wat je wel of niet mag doen.
De waarde geeft aan hoe belangrijk je iets vindt (hoe waardevol).
Sociale regel: Wie te laat komt mag niet meer meedoen/meebeslissen...

Norm: Je mag niet te laten komen
Waarde: Respect (voor andermans tijd)



Slide 25 - Tekstslide

Gedrag beïnvloed
- Je gedrag wordt overal door beïnvloed.
   (door mensen om je heen)

- Ook op social media (instagram, Tiktok etc.)


- Hoeveel uur per dag zit jij op je telefoon?

Slide 26 - Tekstslide

Algoritme
- Algoritme, een instructie met altijd dezelde volgorde

- Bepaald wat jij te zien krijgt op het internet

- Nadeel: Je ziet alleen wat je wil zien

Slide 27 - Tekstslide

Fake News
- Nepnieuws, nieuwsberichten die niet waar zijn. 

- Worden door algoritmes snel verspreid.

- Bekijk altijd de bron van het nieuws en kijk of het meerdere sites staat.

Slide 28 - Tekstslide