Herhalingsles toetsweek - Klas 1 havo (2023/2024)

Herhalingsles toetsweek





Plant, dier & gedrag
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles toetsweek





Plant, dier & gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderdeel
Functie
Molecuul
Kleinste deeltje waaruit alles is opgebouwd. 
Cel
Bouwsteen van elk organisme. 
Weefsel
Een groep cellen met dezelfde taak. 
Orgaan
Een deel van een organisme met een eigen taak.
Orgaanstelsel
Een groep organen die samen werken om een bepaalde taak uit te voeren. 
Organisme
Een levend wezen. 

Slide 3 - Tekstslide

De vier rijken
Wat is nou het verschil tussen deze rijken?

Slide 4 - Tekstslide


Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
Plantencel
Dierlijke cel

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Onderdelen bloem

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bestuiving
Stuifmeelkorrels van de helmknop --> naar de stempel van de stamper.

Tweeslachtige plant kan zichzelf bestuiven (zelfbestuiving). 

Slide 16 - Tekstslide

Bevruchting
  1. Stuifmeelkorrels op stempel. 
  2. Stuifmeelbuis in de stijl. 
  3. Stuifmeelkorrel naar beneden richting het zaadbeginsel. 
  4. Kernen versmelten.
  5. Zaadje groeit uit zaadbeginsel.

Slide 17 - Tekstslide

Levenscyclus

Slide 18 - Tekstslide

Voedselkringloop
  • Producenten: produceren voedsel (planten/bomen)
  • Consumenten: consumeren voedsel (dieren)
  • Reducenten: zetten planten- en dierenresten om in voedingstoffen voor planten in de grond (schimmels/bacteriën)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Orgaanstelsels

Slide 22 - Tekstslide

Planten in droge gebieden
Weinig water! 
Planten hebben zich aangepast met:
--> groot wortelstelsel
--> kleine bladeren
--> huidmondjes dicht

Slide 23 - Tekstslide

Planten in natte gebieden
Veel water! 
Planten hebben zich aangepast met:
--> klein wortelstelsel
--> grote bladeren
--> huidmondjes open

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

(A)biotische factoren
  • Biotisch = levend
  • Abiotisch = niet-levend

Biotoop = meest geschikte omgeving met beste omstandigheden voor een dier

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Spijsvertering
Tanden
   Carnivoor             Herbivoor

Slide 29 - Tekstslide

  • Topgangers: zijn snel en hoog hebben goed overzicht (paard, giraffe)
  • Teengangers: Snelle en goede sprinters en springers (katten, luipaarden)
  • Zoolgangers: Veel oppervlakte lopen op de hele voet en kunnen vaak grote stukken lopen en in drassige gebieden (mens, beer)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Evolutietheorie               vs                      Schepping 
Soorten zijn ontstaan uit één gemeenschappelijke voorouder
Wereld en soorten zijn geschapen door God

Slide 32 - Tekstslide

Natuurlijke selectie 

Slide 33 - Tekstslide

SURVIVAL OF THE FITTEST
Natuurlijke selectie = organisme die het best is aangepast aan zijn omgeving heeft een grotere overlevingskans --> 
geeft de eigenschappen door aan kinderen 

Slide 34 - Tekstslide

Nieuwe soorten

Slide 35 - Tekstslide


Gedrag

Slide 36 - Tekstslide

Gedrag is vaak een reactie op prikkels
Veranderingen waar je op kan reageren is een prikkel​

Prikkels van buiten de organisme (omgeving) 
= uitwendige prikkel​

Prikkels vanuit het lichaam
= inwendige prikkel

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt
Supranormale prikkel -> een prikkel die sterker is dan een normale sleutelprikkel
Gewenning -> een prikkel is zo vaak herhaald dat er niet meer op gereageerd wordt

Slide 39 - Tekstslide

Conflictgedrag






Imiteergedrag
Als een mens/dier twijfelt tussen aanvallen of vluchten ontstaat er soms:
  • Dreiggedrag
  • Overspronggedrag: niks te maken met situatie
  • Omgericht gedrag: gedrag richt zich op iets anders dan soortgenoot

Dit is het gedrag nadoen van anderen om je heen. 

Slide 40 - Tekstslide

Baltsgedrag






Territoriumgedrag
Dit is gedrag dat aan de paring vooraf gaat en uiteindelijk de kans op paren vergroot
Gedrag met als functie het afbakenen en het verdedigen van een territorium tegen binnendringende soortgenoten

Slide 41 - Tekstslide

Imprenting






Trial & error
Iets dat geleerd wordt in een bepaalde korte levensperiode, oftewel de gevoelige periode. In de rest van het leven zal de handeling niet meer vergeten worden.

Uitproberen en hierbij leren van fouten. Gaat niet altijd in één keer goed.

Slide 42 - Tekstslide

Aangeboren/Aangeleerd

  • Aangeboren gedrag is erfelijk bepaald, al vanaf de geboorte en hoeft niet door ouders worden aangeleerd. 



  • Aangeleerd gedrag is gedrag dat is ontwikkeld doordat een mens/dier het zichzelf leert of van anderen heeft geleerd.


Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Klassieke conditionering


Hierbij veroorzaakt een prikkel een bepaalde reflex die in eerste instantie niet door die prikkel veroorzaakt werd.

Slide 45 - Tekstslide

Wetten vs Sociale regels

Slide 46 - Tekstslide

Algoritme
  • Algoritme = is een stukje code, of ook wel een instructie om een probleem op te lossen met altijd dezelfde volgorde

  • Bepaald wat jij te zien krijgt op het internet     -->


  • Voordeel: Je ziet wat je wilt zien; jouw interesses
  • Nadeel: Het werkt polariserend; mensen worden tegen elkaar opgezet

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Tips voor het leren

  1. Ga naar het kopje 'Voorbereiding toets' op de website.
  2. Check of je de leerdoelen kunt beantwoorden en maak gebruik van de samenvatting en maak de oefentoets.
  3. Oefen de opdrachten op de theorie- en huiswerkkaarten.
  4. Ga op zoek naar extra informatie, filmpjes, spelletjes, etc. over dit onderwerp op het internet.
  5. Heb je vragen of extra hulp nodig? Vraag het (op tijd) aan de docent.

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide