Herhalingsles toetsweek - Klas 1 vmbo (2023/2024)

Herhalingsles toetsweek





Plant, dier & gedrag
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles toetsweek





Plant, dier & gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderdeel
Functie
Molecuul
Kleinste deeltje waaruit alles is opgebouwd. 
Cel
Bouwsteen van elk organisme. 
Weefsel
Een groep cellen met dezelfde taak. 
Orgaan
Een deel van een organisme met een eigen taak.
Orgaanstelsel
Een groep organen die samen werken om een bepaalde taak uit te voeren. 
Organisme
Een levend wezen. 

Slide 3 - Tekstslide

De vier rijken
Wat is nou het verschil tussen deze rijken?

Slide 4 - Tekstslide


Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
Plantencel
Dierlijke cel

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen bloem

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bestuiving
Stuifmeelkorrels van de helmknop --> naar de stempel van de stamper.

Tweeslachtige plant kan zichzelf bestuiven (zelfbestuiving). 

Slide 14 - Tekstslide

Bevruchting
  1. Stuifmeelkorrels op stempel. 
  2. Stuifmeelbuis in de stijl. 
  3. Stuifmeelkorrel naar beneden richting het zaadbeginsel. 
  4. Kernen versmelten.
  5. Zaadje groeit uit zaadbeginsel.

Slide 15 - Tekstslide

Levenscyclus

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Orgaanstelsels

Slide 19 - Tekstslide

Planten in droge gebieden
Weinig water! 
Planten hebben zich aangepast met:
--> groot wortelstelsel
--> kleine bladeren
--> huidmondjes dicht

Slide 20 - Tekstslide

Planten in natte gebieden
Veel water! 
Planten hebben zich aangepast met:
--> klein wortelstelsel
--> grote bladeren
--> huidmondjes open

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

(A)biotische factoren
  • Biotisch = levend
  • Abiotisch = niet-levend

Biotoop = meest geschikte omgeving met beste omstandigheden voor een dier

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Spijsvertering
Tanden
   Carnivoor             Herbivoor

Slide 26 - Tekstslide

  • Topgangers: zijn snel en hoog hebben goed overzicht (paard, giraffe)
  • Teengangers: Snelle en goede sprinters en springers (katten, luipaarden)
  • Zoolgangers: Veel oppervlakte lopen op de hele voet en kunnen vaak grote stukken lopen en in drassige gebieden (mens, beer)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide


Gedrag

Slide 29 - Tekstslide

Gedrag is vaak een reactie op prikkels
Veranderingen waar je op kan reageren is een prikkel​

Prikkels van buiten de organisme (omgeving) 
= uitwendige prikkel​

Prikkels vanuit het lichaam
= inwendige prikkel

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt

Slide 32 - Tekstslide

Conflictgedrag






Imiteergedrag
Als een mens/dier twijfelt tussen aanvallen of vluchten ontstaat er soms:
  • Dreiggedrag
  • Overspronggedrag: niks te maken met situatie
  • Omgericht gedrag: gedrag richt zich op iets anders dan soortgenoot

Dit is het gedrag nadoen van anderen om je heen. 

Slide 33 - Tekstslide

Baltsgedrag






Territoriumgedrag
Dit is gedrag dat aan de paring vooraf gaat en uiteindelijk de kans op paren vergroot
Gedrag met als functie het afbakenen en het verdedigen van een territorium tegen binnendringende soortgenoten

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wetten vs Sociale regels

Slide 36 - Tekstslide

Algoritme
  • Algoritme = is een stukje code, of ook wel een instructie om een probleem op te lossen met altijd dezelfde volgorde

  • Bepaald wat jij te zien krijgt op het internet     -->


  • Voordeel: Je ziet wat je wilt zien; jouw interesses
  • Nadeel: Het werkt polariserend; mensen worden tegen elkaar opgezet

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Tips voor het leren

  1. Ga naar het kopje 'Voorbereiding toets' op de website.
  2. Check of je de leerdoelen kunt beantwoorden en maak gebruik van de samenvatting en maak de oefentoets.
  3. Oefen de opdrachten op de theorie- en huiswerkkaarten.
  4. Ga op zoek naar extra informatie, filmpjes, spelletjes, etc. over dit onderwerp op het internet.
  5. Heb je vragen of extra hulp nodig? Vraag het (op tijd) aan de docent.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide