Op welke wijze zijn organismen afhankelijk van elkaar
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 59 min
Onderdelen in deze les
BASISSTOF 3
SAMENLEVEN:
Het biologisch evenwicht
Op welke wijze zijn organismen afhankelijk van elkaar
Slide 1 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de biomassa in de opeenvolgende schakels van een voedselketen?
A
In iedere schakel neemt de biomassa toe
B
Niks, de biomassa blijft gelijk
C
In iedere schakel neemt de biomassa af
D
Na 1 schakel is de biomassa verdwenen
Slide 2 - Quizvraag
Piramide van biomassa !
Slide 3 - Tekstslide
Reducenten maken energie vrij door de afbraak van energierijke stoffen in dode resten van producenten en consumenten. Welke energierijke stoffen worden in ieder geval door reducenten afgebroken?
A
Eiwitten, koolhydraten
en zouten
B
Koolhydraten, eiwitten, vetten en mineralen
C
Vetten, DNA, eiwitten
en zouten
D
DNA, eiwitten , koolhydraten en vetten
Slide 4 - Quizvraag
Piramide van aantallen !
Slide 5 - Tekstslide
Populatie evenwicht
Slide 6 - Tekstslide
Biologisch evenwicht tussen konijnen en vossen
Slide 7 - Tekstslide
BIOTISCHE FACTOREN: invloeden uit de levende natuur, zoals het aanbod van voedsel
ABIOTISCHE FACTOREN: invloeden uit de levenloze natuur, zoals de temperatuur, wind, regen
Slide 8 - Tekstslide
Populatiegrootte hangt af van de biotische en abiotische factoren. Een optimumkromme laat zien wanneer de overlevingskansen het grootste zijn
Slide 9 - Tekstslide
Welke soort overleeft het beste schommelingen in de temperatuur?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d
Slide 10 - Quizvraag
Welke factor is abiotisch?
A
Bodemgesteldheid
B
Ziekteverwekkers
C
Parasieten
D
Planten
Slide 11 - Quizvraag
Welke kenmerken horen bij landplanten die in een droog milieu leven?
A
Grote, platte bladeren
B
Hoge tolerantie voor luchtvochtigheid
C
Sterk ontwikkeld wortelstelsel
D
Zwak ontwikkeld wortelstelsel
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welk organisme hoort in laag X van de voedselpiramide?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Niche
Niche: De rol die een bepaalde populatie inneemt in het geheel van relaties in een ecosysteem.
Overlapt de niche dan is sprake van concurrentie.
Concurrentie: strijd tussen organismen om de beschikbare bronnen
Slide 15 - Tekstslide
Symbiose = samenleven van verschillende soorten
Er zijn 3 vormen van symbiose:
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
geen voordeel is geen symbiose
Slide 16 - Tekstslide
Symbiose
Slide 17 - Tekstslide
Mutualisme
Beide voordeel
Slide 18 - Tekstslide
COMMENSALISME
Slide 19 - Tekstslide
Parasitisme
Parasitisme: symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het ander individu een nadeel heeft.
Parasiet: individu dat een voordeel heeft bij parasitisme.
Gastheer: individu dat een nadeel heeft bij parasitisme
Slide 20 - Tekstslide
Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de symbiose.
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de definitie van symbiose?
A
Een relatie tussen een plant en een dier
B
Een duurzame relatie tussen twee verschillende soorten