ASS

Autisme 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Autisme 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over ASS?
(Autisme Spectrum Stoornis)

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ASS?
Autisme Spectrum Stoornis
* Klassiek autisme
* Asperger
* PDD-NOS

Slide 3 - Tekstslide

De term ASS wordt nog niet zo lang gebruikt. Eerder had men het over autisme en dacht men dat er allerlei verschillende soorten autisme waren. Maar onderzoek leverde daar niet genoeg bewijs voor. Je kunt namelijk heel veel kenmerken van de ene stoornis hebben, maar ook iets van de andere. De naam autismespectrumstoornis wordt daarom nu gebruikt voor iedereen met een vorm van autisme.
Filmpje
Laten we eens naar dit filmpje kijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zag jij het driehoekje in de kinderwagen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van ASS
- Snel boos worden.
- Het is moeilijk om een verhaal te vertellen.
- Niet goed tegen je verlies kunnen.
- Goed in rekenen.
- Niet op tijd stoppen.
- Niet begrijpen wanneer iets een grapje is.
- Veranderingen zijn moeilijk, bijv een invaljuf.
- Graag voorbereid zijn anders raakt hij/zij in de war. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk goed naar deze plaat, wat zie je?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zag je op de plaat?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bal
Fiets
Glijbaan
Boom
Klimrek
Kinderen
Moeder
Vogel
Driewieler
Klimwand
Wat ziet iemand met autisme?

Slide 10 - Tekstslide

Een kind met ASS ziet eerder dat het dak van het klimrek rood, oranje en geel is dan dat hij/zij kijkt naar een speeltuin.
Informatieverwerkingsstoornis
Een ander woord voor autisme is informatieverwerkingsstoornis. Dat betekent dat alle informatie die de hersenen binnenkomt door de ogen en oren op een andere manier wordt verwerkt. Vaak worden dingen niet opgemerkt of pas veel later.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Vindt het vooral moeilijk om andere kinderen te snappen en te zien hoe zij zich voelen.
- Neemt veel dingen serieus, dus grapjes snappen ze niet zo goed.
- Ziet niet goed wanneer iemand blij is of juist niet.
- Ziet niet goed wanneer kinderen gedrag niet meer leuk vinden.
- Reageert  niet snel genoeg op STOP.
Iemand met ASS:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met autisme word je geboren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Autisme gaat vanzelf weer over als je ouder wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor autisme kan je een pilletje nemen zodat je er geen last meer van hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je mij het beste aanspreken als ik boos ben?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zie het meteen als iemand verdrietig is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik stop soms niet op tijd als iemand het niet meer leuk vindt. Dat komt omdat ik het leuk vind om door te gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ongeveer 1 op de 100 kinderen heeft autisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen??

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies