Hoofdletters + lidwoorden

♥lich Willkommen im Unterricht!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

♥lich Willkommen im Unterricht!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Hoofdletters--> Mann, Frau, Kind, Bälle, Blume
  • lidwoorden -->    der      die    das    die      die

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Hoofdlettergebruik in het Duits
Bekijk volgende zinnen:

  1. Wir lernen Deutsch in der Schule. 
  2. Heute macht Anna einen Schulausflug nach Berlin. 

Wat valt op ?

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer een hoofdletter:
1. Aan het begin van de zin. 
2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 
3. Zelfstandige naamwoorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 8 - Woordweb

Het zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden; dat kunnen zaken zijn als mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, hout), maar ook plaatsen (Keulen, Frankrijk) 

Zelfstandige naamwoorden kunnen meestal gecombineerd worden met een van de lidwoorden de, het of een: de kast, het geluk, een week, enz.

der Mann, Ineke, das Pferd, das Haus, Köln, Frankreich

Slide 9 - Tekstslide

Het zelfstandig naamwoord en lidwoord
Zelfstandig naamwoorden zijn in het Duits mannelijk (m), vrouwelijk (v), of onzijdig (0).
Lidwoorden de en het zijn in het Duits der (m), die (v) en das (0). 
Het lidwoord een is in het Duits ein of eine 
Eine gebruik je voor vrouwelijke woorden

Slide 10 - Tekstslide

Het zelfstandig naamwoord en lidwoord
Hoe weet je of een woord in het Duits mannelijk (m), vrouwelijk (v), of onzijdig (0) is?

Daar zijn meerdere regels voor. 
De belangrijkste zijn:
• Woorden die verwijzen naar mannelijke personen of dieren zijn --> mannelijk.  (der Lehrer)
• Woorden die verwijzen naar vrouwelijke personen of dieren zijn --> vrouwelijk.
• Woorden die eindigen op -chen of -lein zijn --> onzijdig (das Brötchen, das Tischlein).
• Woorden die eindigen op -e zijn meestal --> vrouwelijk (die Schule, die Tulpe).

Slide 11 - Tekstslide

Wel of geen hoofdletter?
A
die mutter
B
die Mutter

Slide 12 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
die ausbildung ( = opleiding)
B
die Ausbildung (=opleiding)

Slide 13 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
zehn
B
Zehn

Slide 14 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
grün
B
Grün

Slide 15 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
Schwester
B
schwester

Slide 16 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
der junge
B
der Junge

Slide 17 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
sie kauft ein Brot.
B
Sie kauft ein Brot.
C
Sie kauft ein brot.

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdletters
in het Duits
Wir lernen in der Deutschstunde  über "Buchstaben" ( = letters)
Vater
Mutter
Kind
Bruder

Slide 19 - Tekstslide

Wat is goed? Wat is het juiste lidwoord voor het zelfstandig naamwoord?
A
der Lampe
B
das Lampe
C
die Lampe

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed? Wat is het juiste lidwoord voor het zelfstandig naamwoord?
A
das Kuh
B
der Kuh
C
die Kuh

Slide 21 - Quizvraag