1P4L2 Making conversation

Speaking and making conversation

21 May
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Speaking and making conversation

21 May

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saint Helena Day
 1502 
discovered by the Portugese 
After that it was claimed by the British after which the Dutch took over. 
The British took final  control in 1658.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saint Helena Day

Remote Britsh territory
16 by 8 km (10 by 5 mi) 
population of 4,439 (2021) 
tot 2015 alleen per vrachtschip te bereiken na 5 dagen varen
Napoleon was exiled to this island, where he died

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's programme
  • Attendance
  • Warm-up
  • Present and past simple
  • Conversation: compliments, wishes, asking for help
  • Assignments speaking and making conversation

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
At the end of this lesson you will know:
numbers and measurements, British vs American pronunciation and have practised speaking English

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warm-up

Please, answer the question.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When do you use the
present simple?

Slide 7 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
Present simple
Meest eenvoudige vorm van tegenwoordige tijd
Gebruik je bij feiten en gewoontes en tijdschema's
SHIT-rule: she/he/it verb + -(e)s
     A whale lives in the ocean
     I always eat cereal for breakfast
     The bus leaves at 4 pm


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use the
past simple?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Meest eenvoudige vorm van verleden tijd
Gebruik je bij zaken die in het verleden liggen en die voorbij zijn
Regelmatige werkwoorden: verb + - ed
Vaak een verwijzing naar het verleden in de zin     
     I walked to school yesterday
     He was a good soccer player when he was young
     They passed through customs 10 minutes ago.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
He .... (to see) a crow steeling his sandwich a minute ago
A
see
B
saw
C
seed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(to go) past simple
I ..... to the zoo often when I was young

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What compliment did you receive
or give in the past week?

Slide 15 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
What would you answer to
a compliment / insult?

Slide 16 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
Conversation - compliments/insults
Compliment
That was a great 
presentation

Insult
You are very lazy
Reaction
Thank you, that is very kind of you
Thanks, Ivan helped a lot

Reaction
I find that very insulting/offensive
What a hurtful remark

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How would you say that you want
to have something?

Slide 18 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
Conversation - wishes
Hoe geef je aan dat je iets wilt?
I'd (would) like ...
Can you ...
I want ...

Hoe geef je aan dat je iets niet wilt?
don't want / can't 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conversation - asking for help
Wat zeg je als je een probleem (op je werk) hebt? Aanspreken:
Jack, I (seem to) have a problem.
Can I talk to you for a second, Jenny?
Inhoud boodschap:
I would like to talk to you about ...
Can you give me some advice on ...
I could use some help with ...

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conversation - Q&A
Wat geef je als antwoord?

Can you help me?                     No, I can't / Yes, I can
Do you know the way?           No, I don't / Yes, I do
Were you sick yesterday?     No, I wasn't / Yes, I was

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conversation - thanking for help
Bedanken voor ontvangen hulp:
Thanks for your help
I appreciate your help
Thank you for your advise
That was really helpful

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What polite forms can you name?

Slide 23 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
Polite forms
When you want to ask or say something politely.

Would you like something to drink?
Could you tell me the way to the restrooms?
I would like to hear your opinion on ...

Dus niet: Wanna drink something? I need to pee, where do I go?



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which demonstrative pronouns can you name?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Demonstrative pronoun
this  -  that
these  -  those

When do you use which?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which question words can you name?

Slide 27 - Woordweb

Around 60 sovereign countries have English as an official language, such as
the obvious UK, USA, Australia, Canada and New Zealand.
But also South-Africa, Singapore, Philipines, Barbados, Sint Maarten, Kenya, several Caribbean islands.
Question words (wh-words)
What                                Where
                   When
                                                 Who
          Why
                                   How

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives (bijvoeglijk nwd)
bijvoeglijk nwd zegt wat over het zelfstandig nwd

That is a beautiful dress you're wearing.
I really like your new haircut.
I hate those ugly sneakers of yours.
I don't like your pink shirt.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs (bijwoord)
bijwoord zegt wat over het werkwoord of over bijvoeglijk nwd
(bijvoeglijk nwd + -ly)

You sing beautifully.
She is a terribly good skater.
The dog smells horribly.
We don't like your extremely bright shirt.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
A
He always drives slow
B
He always drives slowly

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
A
She is a quickly learner
B
She is a quick learner

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assignment
Give a presentation about yourself as an exchange student in Britain.

See assignment on Itslearning.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Making conversation A1 2.2
Speaking A1 2.2

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

See you next week!!!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies