T3 Ordening Herhaling B1 tm B7 +O3

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Herhalingsles B1 tm B7 +O3

Welke kenmerken gebruiken we in de biologie om organismen te ordenen?

In welke 2 hoofdgroepen delen we organismen in?

Welke celkenmerken hebben prokaryoten?

1. Wel een celkern, altijd een-cellig
2. Geen celkern, altijd een-cellig
3. Veel-cellig, wel een celkern

Je vindt een organismen met: een celkern, een celwand maar geen bladgroenkorrels, tot welk rijk behoort dit organisme?

1. Planten
2. Dieren
3. Schimmels
4. Bacterien

De 2 hoofdgroepen verdelen we in 4 rijken, waar verdelen we deze 4 rijken in?

1. In stammen
2. In ordes
3. In soorten
4. In klassen

Wanneer horen organismen tot dezelfde soort?

Welke 2 kenmerken gebruiken we voor het indelen van het rijk van de dieren?

1. symmetrie en leefomgeving
2. skelet en manier van voortplanten
3. manier van voortplanten en leefomgeving
4. skelet en symmetrie

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?

1. Gewervelden
2. Geleedpotigen
3. Neteldieren
4. Weekdieren

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?

1. Sponsdieren
2. Geleedpotigen
3. Gewervelden
4. Stekelhuidigen

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?

1. Sponsdieren
2. Weekdieren
3. Stekelhuidigen
4. Neteldieren

Op welke twee manieren kunnen de vaatplanten zicht voortplanten?

Een plant met bloemen, stengels, wortelen en bladeren hoort tot de sporenplanten.

1. Juist
2. Onjuist

Tot welke groep behoort
de plantensoort die
je hier ziet?

1. Groenwieren
2. Vaatplanten
3. Sporenplanten
4. Zaadplanten

Wat betekend determineren?

Welke kenmerken horen bij de schimmels?

1. Geen celkern, wel bladgroenkorrels, wel celwand
2. Wel celkern, wel bladgroenkorrels, wel celwand
3. Wel celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
4. Wel celkern, geen bladgroenkorrels, geen celwand

Noem een voorbeeld hoe een schimmel nuttig kan zijn.

Noem een voorbeeld hoe een schimmel schadelijk kan zijn.

Wat is biotechnologie?

Welke kenmerken horen bij de bacteriën?

1. Geen celkern, wel bladgroenkorrels, geen celwand
2. Geen celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
3. Wel celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
4. Wel celkern, wel bladgroenkorrels, geen celwand

Juist of onjuist: bacteriën kunnen zich wel iedere 20 minuten delen.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist: bacteriën leven alleen op specifieke plaatsen.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist: je kunt bacteriën nooit zien met het blote oog.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist: bacteriën worden net zoals schimmels ook gebruikt voor biotechnologie.

1. Juist
2. Onjuist

Je vind een koudbloedig dier met een slijm huid, kieuwen en eieren zonder schaal, tot welke groep hoort dit dier?

1. Zoogdieren
2. Reptielen
3. Vogels
4. Amfibieën

Je vind een warmbloedig dier, met haren, longen en levend barende nakomelingen, tot welke groep hoort dit dier?

1. Zoogdieren
2. Reptielen
3. Vissen
4. Vogels