In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Plato (428 - 347 vC)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Kennis nemen van de de werken van Plato in de 3 verschillende periodes .
De allegorie van de grot kunnen begrijpen en interpreteren.
De Ideeënleer kunnen uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Socrates stond bekend om zijn manier van
A
leven
B
debateren
C
genieten
D
schoonmaken
Slide 3 - Quizvraag
Plato
Leerling van Socrates
Oprichter van de Akademeia
Bekendste werk: De Staat, over politiek
Grootste erfenis: de Ideeënleer
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
4 belangrijke Ideeën
Denk meer na!
Laat de mense(en) die jou liefhebben je veranderen tot een betere versie van jezelf.
Ontcijfer de verborgen boodschap achter schoonheid. (kunst)
Vernieuw (verander) de samenleving.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Werken
Zijn werken zijn onder te verdelen in 3 perioden.
Slide 8 - Tekstslide
periode 1
Vroege dialogen.
Lijkt erg op het denken van Socrates.
Vragen stellen en tot de conclusie komen:
ik weet het niet.
Slide 9 - Tekstslide
Periode 2
Midden periode.
De overtuiging dat er vaste ethische waarden bestaan, krijgt gestalte in de aanname dat er Ideeën of Vormen bestaan. Deze bestaan eeuwig en zijn eeuwig het zelfde.
Slide 10 - Tekstslide
Ideeën zijn de echte werkelijkheid.
De wereld om ons heen is een slap aftreksel van deze ideeën.
Het is denigrerend om iets te actualiseren.
De fysieke wereld is imperfect, ideeën zijn perfect.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
De allegorie van de grot.
Een beroemde passage uit Plato's werken.
Het maakt deel uit van zijn dialoog Staat (VII 514A–520A.)
Thema: Het wezen van de rechtvaardigheid.
Probeert een blauwdruk te geven van de ideale staat.
Slide 13 - Tekstslide
Wie zouden volgens Plato het beste in staat zijn om een land goed te regeren?
A
filosofen
B
geleerden
C
dichters
D
gekozen ministers
Slide 14 - Quizvraag
Waarom stelt Plato immaterie boven materie.
A
Omdat je deze werkelijkheid niet kunt zien.
B
Omdat je niet veel spullen mag bezitten.
C
Omdat God immaterie is.
D
Omdat in de onzichtbare werkelijkheid alles perfect is.
Slide 15 - Quizvraag
The Matrix
Plato’s ontsnapte gevangene (Neo) staat symbool voor “de verlichte filosoof”.
Volgens Plato’s visie zijn dezeverlichte filosofen degenen die het volk (de gevangenen) moeten redden van hun eigen onwetendheid.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Hij stelt open vragen of er ook Ideeën bestaan van gebruiksvoorwerpen.
Met bijv. als consequentie dat op het moment dat de 'stoel' werd uitgevonden, de tijdloze Idee Stoel ontstond?
Of is het zo dat de Ideeën van Trein, Vliegtuig, Computer etc. er altijd al waren, maar geduldig wachtten op hun ontdekking door ons?
Slide 19 - Tekstslide
Wat is jouw visie op Plato's Ideeënleer?
Slide 20 - Open vraag
Plato maakt hier een onderscheid tussen
A
werkelijkheid en onwerkelijkheid.
B
licht en donker.
C
goed en slecht.
D
materie en immaterie.
Slide 21 - Quizvraag
God
Plato gelooft niet in een persoonlijk God, hoewel zijn gedachten diep religieus zijn.
Hij gelooft in een Demiurg.
(een middelaar tussen God en de lage sferen).
Slide 22 - Tekstslide
Demiurg
Schept vanuit ongeordende materie (of bewegende chaos) de wereld naar het beeld van de Ideeën.
Hierbij is dus geen sprake van een schepping uit het niets.
Slide 23 - Tekstslide
Hoe zou Plato denken over de christelijke voorstelling van wie God is? Motiveer je antwoord.
Slide 24 - Open vraag
Periode 3
Late periode.
Minder verheven, idealistisch, en tegelijk ook minder 'literair' en meer 'strikt-filosofisch'.
B.v. Wat is kennis? Is kennis hetzelfde als waarneming?