2T Kapitel 2 - Zusammenfassung

Herzlich Willkommen!
Deze les gaan we alle onderdelen van Kapitel 2 oefenen:

Wörter 2.1 t/m 2.6
Redemittel 2.3 en 2.6
Grammatik A t/m E

Succes!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
Deze les gaan we alle onderdelen van Kapitel 2 oefenen:

Wörter 2.1 t/m 2.6
Redemittel 2.3 en 2.6
Grammatik A t/m E

Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Wörter 2.1, 2.2, 2.4, 2.5
D-NL



Vertaal de woorden naar Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

fast

Slide 3 - Open vraag

reiten

Slide 4 - Open vraag

das Tierheim

Slide 5 - Open vraag

der Garten

Slide 6 - Open vraag

verrückt

Slide 7 - Open vraag

langweilig

Slide 8 - Open vraag

manchmal

Slide 9 - Open vraag

warten

Slide 10 - Open vraag

Wörter 2.3 und 2.6
NL-D


Vertaal de woorden naar het Duits.
Let op hoofdletters en lidwoorden!

Slide 11 - Tekstslide

het flatgebouw

Slide 12 - Open vraag

de stad

Slide 13 - Open vraag

de appartementen

Slide 14 - Open vraag

de hond

Slide 15 - Open vraag

het konijn

Slide 16 - Open vraag

de goudvis

Slide 17 - Open vraag

Redemittel 2.3 und 2.6
NL-D


Vertaal de zinnen naar het Duits.
Let op, elke zin begint met een hoofdletter!

Slide 18 - Tekstslide

Ik woon in een dorp.

Slide 19 - Open vraag

Ze hebben het gekocht.

Slide 20 - Open vraag

Mijn parkiet heet Hansi.

Slide 21 - Open vraag

Ik hou niet van slangen.

Slide 22 - Open vraag

Grammatik A + B
der-, die-, das-woorden



Kies welk bepaald lidwoord hoort bij het woord.

Slide 23 - Tekstslide

Stier
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

Tante
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quizvraag

Kätzchen
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quizvraag

Autos
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quizvraag

Samstag
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

Grammatik C
een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord




Vervang het woord door een persoonlijk voornaamwoord.
(er, sie, es)

Slide 29 - Tekstslide

der Junge
A
er
B
sie
C
es

Slide 30 - Quizvraag

die Party
A
er
B
sie
C
es

Slide 31 - Quizvraag

die Eltern
A
er
B
sie
C
es

Slide 32 - Quizvraag

das Meer
A
er
B
sie
C
es

Slide 33 - Quizvraag

Benjamin
A
er
B
sie
C
es

Slide 34 - Quizvraag

Grammatik D
getallen t/m 1000



Schrijf het woord als getal op.

Slide 35 - Tekstslide

zweihundertvierundzwanzig

Slide 36 - Open vraag

siebenhundertdreiundvierzig

Slide 37 - Open vraag

achthundertsechsundachtzig

Slide 38 - Open vraag

Grammatik E
haben und sein


Vul de juiste vorm van haben of sein in.

Slide 39 - Tekstslide

... du auch in Amerika gewesen?

Slide 40 - Open vraag

Wir ... einen Hund und zwei Katzen.

Slide 41 - Open vraag